Besluit tot het stellen van beperkingen aan de openbaarheid archief Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer 1928–1963

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 15, eerste en tweede lid Archiefwet 1995;

Besluit:

Artikel 1

De inventarisnummers 1663, 1666, 1667, 1669, 1671, 1672, 1674, 1675-1677, 1684, 1687, 1693 en 1815 van het archief Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer 1928–1963, welke berusten in het RHC Erfgoedcentrum Nieuw Land zijn met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer beperkt openbaar tot 75 jaar na einddatum van het dossier.

Artikel 2

De rijksarchivaris in de provincie Flevoland kan toestemming verlenen tot raadpleging van de archiefbescheiden geborgen in de bovengenoemde inventarisnummers, onder toepassing van artikel 23 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 3

Indien raadpleging conform artikel 2 van dit besluit is toegestaan, is het maken van reproducties van de geraadpleegde archiefbescheiden niet toegestaan.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 8 september 2014

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, De Algemene Rijksarchivaris K.J.P.F.M. Jeurgens

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van OCW, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING

In 1992 is een gedeelte van het archief van de Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer 1928–1963 overgebracht naar het toenmalig rijksarchief in Flevoland, nu RHC Erfgoedcentrum Nieuw Land. Daarbij zijn uitsluitend beperkingen aan de openbaarheid met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer vastgesteld voor de archiefbescheiden die betrekking hebben op het personeel van de Directie.

Naar aanleiding van een verzoek om raadpleging van de betrokken archiefbescheiden, is gebleken dat het archief daarnaast meer archiefbescheiden bevat waarop een beperking met het oog op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer gerechtvaardigd is. Uit de beschrijvingen van deze dossiers is niet zonder meer af te leiden dat deze archiefbescheiden gegevens bevatten die tot een identificeerbare personen zijn te herleiden. Ook is bij overbrenging niet bekendgemaakt dat de archiefbescheiden gegevens betreffende identificeerbare personen bevatten.

Nadat een archief is overgebracht kan alleen nog uit onderzoek van alle archiefbescheiden in de dossiers blijken dat dergelijke gegevens daarin zijn opgenomen. Dit onderzoek heeft naar aanleiding van een verzoek om raadpleging plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat de archiefbescheiden onder meer gegevens van gegadigden in de selectieprocedure voor een vestiging in de Noordoostpolder bevatten. Het kan daarbij gaan om gegevens met betrekking tot kerkelijke gezindte, financiële positie, gedrag en dergelijke.

Artikel 15, tweede lid van de Archiefwet geeft de zorgdrager voor de archiefbescheiden in een archiefbewaarplaats de bevoegdheid tot het alsnog stellen van beperkingen. De aanwezigheid van de bovenbedoelde gegevens betreffende identificeerbare personen noodzaakt tot het alsnog stellen van een beperking aan de openbaarheid met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Naar boven