Vergunning voor het verrichten van handelingen in het Antarctisch gebied, Rijkswaterstaat

Definitieve beschikking Wet Bescherming Antarctica

De aanvraag

Op 2 mei 2014 heeft IMARES een aanvraag om een vergunning op grond van de Wet bescherming Antarctica ingediend voor het verrichten van handelingen in het Antarctisch gebied.

De aanvraag betreft deelname aan Polarstern Research cruise ANT-30-2 welke georganiseerd wordt door het Alfred Wegener Institut für Polar- und Meeresforschung (AWI), Bremerhaven.

IMARES organiseert eigen onderzoeksactiviteiten tijdens deze cruise en is verantwoordelijk voor de vergunningaanvraag voor deze activiteiten. Het onderzoek van de IMARES-groep betreft: 1) het verzamelen van krill en andere organismen, 2) tellingen (vanaf schip of helikopter) van verspreiding en aantallen van zeevogels en zeezoogdieren en 3) ad-hoconderzoek aan het dieet bij dood gevonden dieren of per ongeluk op dek gelande vogels. De vergunning wordt aangevraagd voor de periode 2 december 2014 tot en met 1 februari 2015.

Definitieve beschikking

De Staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken hebben op 19 september 2014 de vergunning afgegeven voor de activiteit. Deze beschikking is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerp. Aan de vergunning zijn beperkende voorschriften verbonden ter bescherming van het Antarctisch gebied.

De bekendmaking van de vergunning heeft plaatsgevonden door toezending aan de aanvrager op 19 september 2014.

Reageren

De vergunning ligt ter inzage van 23 september 2014 tot en met 3 november 2014 op het kantoor van Rijkswaterstaat Zee & Delta, Lange Kleiweg 34 te Rijswijk (Z.H.).

U kunt als belanghebbende tegen dit besluit beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA ‘s-Gravenhage.

De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 6 weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Dit betekent dat het indienen van een beroepschrift mogelijk is tot en met 3 november 2014. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende besluit.

Naar boven