Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 8 september 2014, nr. BOACAT2014/043, strekkende tot aanwijzing van teleservicemedewerkers als buitengewoon opsporingsambtenaren bij de regionale eenheid Oost-Nederland

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de regionale eenheid Oost-Nederland van 20 augustus 2014;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1. De personen, werkzaam in de functie van teleservicemedewerker in dienst van de regionale eenheid Oost-Nederland, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar wordt op grond van het gestelde in het onderdeel Beperkte opsporingsbevoegdheden van bijlage B-VI van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de voorwaarde dat een certificaat is overgelegd, waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg binnen een periode van vijf jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft deelgenomen aan een op deze functie gerichte interne opleiding.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI Generieke Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 225 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie Oost-Nederland.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

  • 1. De korpschef brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justis, afdeling V&T, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regiopolitie Gelderland-Zuid 2010 van 8 juli 2010, nr. 5644893/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regiopolitie Gelderland-Midden 2009 van 10 december 2009, nr. 5632217/Justis/09, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland 2010 van 2 augustus 2010, nr. 5655045/Justis/10, wordt ingetrokken.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 7 genoemde besluiten, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regionale eenheid Oost-Nederland 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 september 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, S.M.A.C. van Weert Afdelingsmanager V&T

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Artikel 8 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven akten.

Naar boven