Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 september 2014, nr. WJZ/14110539, houdende uitruil stimuleringspremie voor buitengewoon verlof EZ

De Minister van Economische Zaken,

Handelende na overleg met de centrales van verenigingen van ambtenaren bij het Ministerie van Economische Zaken;

Gelet op artikel 49tt, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. stimuleringspremie:

stimuleringspremie als bedoeld in artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

b. buitengewoon verlof:

verlof als bedoeld in artikel 34 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

c. remplaçant:

ambtenaar als bedoeld in artikel 49xx van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel 2

De VWNW-kandidaat of remplaçant die in aanmerking komt voor een stimuleringspremie, kan deze overeenkomstig artikel 3, geheel of gedeeltelijk, uitruilen voor een periode van buitengewoon verlof, voorafgaand aan diens ontslag op aanvraag.

Artikel 3

  • 1. Indien de stimuleringspremie geheel wordt uitgeruild voor een periode van buitengewoon verlof, wordt de duur van de periode van buitengewoon verlof als volgt bepaald:

    • a. op de stimuleringspremie wordt in mindering gebracht de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering,

    • b. het dan overblijvende bedrag wordt gedeeld door het maandsalaris van de VWNW-kandidaat of remplaçant,

    • c. het aantal maanden buitengewoon verlof wordt op hele maanden naar boven afgerond als de uitkomst 0,5 of meer bedraagt en naar beneden indien de uitkomst minder dan 0,5 bedraagt.

  • 2. Indien de stimuleringspremie gedeeltelijk wordt uitgeruild voor een periode van buitengewoon verlof, wordt het tegoed aan stimuleringspremie als volgt bepaald:

    • a. de kosten van de gewenste periode van buitengewoon verlof worden per maand vastgesteld door bij het maandsalaris op te tellen de vakantie-uitkering van 8% en de eindejaarsuitkering van 8,3%,

    • b. de onder a bedoelde kosten worden op de stimuleringspremie in mindering gebracht.

  • 3. Indien de duur van de periode van buitengewoon verlof, bedoeld in het eerste lid, zodanig is dat de pensioengerechtigde leeftijd van de VWNW-kandidaat of remplaçant wordt overschreden, eindigt het buitengewoon verlof met ingang van de datum van het bereiken van deze leeftijd. Een eventuele resterende periode van buitengewoon verlof wordt na omrekening als stimuleringspremie uitgekeerd.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 28 oktober 2013.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitruil stimuleringspremie voor buitengewoon verlof EZ.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 september 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

In de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid van 11 april 2013 is opgenomen dat in het departementaal georganiseerd overleg desgewenst afspraken kunnen worden gemaakt over het uitruilen van de in die overeenkomst bedoelde stimuleringspremie voor een periode van buitengewoon verlof, met behoud van bezoldiging voorafgaand aan het ontslag op eigen verzoek. In het Departementaal Georganiseerd Overleg bij het Ministerie van Economische Zaken (DGO-EZ) zijn hierover afspraken gemaakt op 28 oktober 2013. In onderhavige regeling zijn deze afspraken uitgewerkt.

In het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) is de mogelijkheid opgenomen voor ministers om dergelijke regels te stellen. In artikel 49tt, achtste lid, is bepaald dat bij regeling van de betrokken Minister regels kunnen worden gesteld over het aan de VWNW-kandidaat verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voorafgaand aan ontslag op aanvraag, indien de VWNW-kandidaat afziet van een stimuleringspremie. Deze voorziening kan op grond van artikel 49xx ook worden toegekend aan een ambtenaar als daarmee de plaatsing van een VWNW-kandidaat wordt gerealiseerd of hiermee een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een taakstelling, de zogenaamde remplaçant.

Ambtenaren kunnen gebaat zijn bij een dergelijke uitruil. Bijvoorbeeld ambtenaren die de voorziening gebruiken ter overbrugging naar hun (keuze)pensioen of ambtenaren die een eigen bedrijf willen starten en nog enige tijd de zekerheid willen hebben van een vast inkomen inclusief pensioenopbouw.

Deze regeling houdt geen vervroegde pensioenregeling in. De voorziening staat open voor iedere ambtenaar van het Ministerie van Economische Zaken mits het een VWNW-kandidaat of remplaçant betreft. Er worden geen doelgroepen benoemd. Iedereen die aanspraak heeft op de stimuleringspremie komt in aanmerking voor deze mogelijkheid.

De basis voor het berekenen van de periode van buitengewoon verlof is de stimuleringspremie, bedoeld in artikel 49tt ARAR, waarop de ambtenaar aanspraak heeft met inachtneming van de binnen het Rijk geldende maxima.

Aan de hand van de uitkomst van de berekening van de hoogte van de stimuleringspremie, wordt het aantal maanden buitengewoon verlof vastgesteld.

Omdat er sprake is van doorbetaling van bezoldiging worden ook de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering doorbetaald. Daarom dient alvorens tot berekening van de verlofperiode over te gaan, eerst op het bedrag van de stimuleringspremie de eindejaarsuitkering (8,3%) en vakantie-uitkering (8%) in mindering te worden gebracht. Daarmee wordt voorkomen dat de ambtenaar die uitkeringen materieel dubbel geniet.

De ambtenaar kan ook verzoeken de stimuleringspremie slechts gedeeltelijk uit te ruilen voor een periode van buitengewoon verlof. Hierover kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen de betreffende ambtenaar en het hoofd van de betrokken dienst. Ook kunnen afspraken worden gemaakt over de periode van het buitengewoon verlof waarbij deze periode kan worden verlengd met een naar rato lagere salariëring.

Bij een gedeeltelijke uitruil van de stimuleringspremie voor een periode van buitengewoon verlof wordt het tegoed aan stimuleringspremie bepaald door bij het maandsalaris de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering op te tellen, in totaal is dat 16,3%. Rekenkundig is dit vast te stellen op: maandsalaris * 1.163%. Deze kosten worden op de totale stimuleringspremie in mindering gebracht.

Aangezien met deze regeling invulling wordt gegeven aan de genoemde Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk en de daarover gemaakte afspraken in het DGO-EZ, werkt deze terug tot en met 28 oktober 2013.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven