Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 januari 2014, nr. 179229-114650-VGP, houdende aanwijzing van TÜV SÜD Benelux bvba als keuringsinstelling in het kader van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelezen de aanvraag van TÜV SÜD Benelux bvba, Betekomsestraat 98A, Baal, België d.d. 14 juni 2013;

Gezien het advies van de Voedsel en Warenautoriteit van 29 november 2013, kenmerk NVWA/2013/12195;

Gelet op artikel 7a van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

besluit:

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen;

regeling:

Nadere regels attractie- en speeltoestellen;

sub-contractor:

een instelling waaraan de instantie, in het kader van de in artikel 2, eerste en tweede lid, genoemde handelingen, onderzoek en de daartoe te verrichten metingen uitbesteedt;

‘attractietoestellen’, ‘speeltoestellen’, ‘instantie’ en ‘wet’:

hetgeen het besluit daaronder verstaat.

Artikel 2

  • 1. Als keuringsinstelling, die met betrekking tot attractietoestellen bevoegd is tot het verrichten van periodieke keuringen, het afgeven van certificaten van goedkeuring voor periodieke keuringen, het aanbrengen van merken van goedkeuring voor periodieke keuringen wordt aangewezen TÜV SÜD Benelux bvba, Betekomsestraat 98A, Baal, België.

  • 2. Als keuringsinstelling, die met betrekking tot speeltoestellen bevoegd is tot het verrichten van keuringen, het afgeven van certificaten van goedkeuring, het aanbrengen van merken van goedkeuring en het verstrekken van verklaringen van geschiktheid voor technische dossiers wordt aangewezen TÜV SÜD Benelux bvba, Betekomsestraat 98A, Baal, België.

  • 3. Deze aanwijzing kan worden ingetrokken, indien de instelling niet meer aan de in artikel 3 gestelde voorwaarden voldoet of haar taken beëindigt.

Artikel 3

De aangewezen instelling voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a. bij de keuring alsmede bij de uitvoering van de overige in artikel 2 beschreven taken neemt ze de in de wet, het besluit en de regeling gestelde regels in acht. Daarbij blijft zij tevens voldoen aan de minimumcriteria opgenomen in bijlage I bij de regeling;

  • b. zij zorgt ervoor dat haar sub-contractors eveneens de in de wet, het besluit en de regeling gestelde regels in acht nemen en voldoen aan de minimumcriteria opgenomen in bijlage I bij de regeling. De daarvoor noodzakelijke afspraken met die sub-contractors legt zij schriftelijk vast. Zij houdt tevens een register bij aan de hand waarvan de sub-contractors en de door hen uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd;

  • c. zij dient te allen tijde geïnformeerd te zijn over de meest recente ontwikkelingen ter zake binnen de normcommissie(s) voor attractie- en speeltoestellen van het Nederlands Normalisatie Instituut en zorgt ervoor dat zij uitsluitend sub-contractors benut die aantoonbaar kennis en ervaring hebben inzake onderzoek van de betreffende toestellen of de specifiek te onderzoeken eigenschappen hiervan;

  • d. zij deelt haar beslissingen zo spoedig mogelijk mede aan de aanvrager;

  • e. zij bewaart op een systematische en behoorlijke wijze de keuringsrapporten, dossiers, verslagen, certificaten en verklaringen en overige gegevens die samenhangen met, en betrekking hebben op, de aan haar opgedragen taken. Aan de hand van deze gegevens kunnen de gekeurde toestellen afdoende worden geïdentificeerd;

  • f. zij doet jaarlijks blijken van een, gezien de taken welke uit deze beschikking kunnen voortvloeien, voldoende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid;

  • g. zij verstrekt de betreffende directeur-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport desgevraagd inlichtingen omtrent de uitvoering van deze beschikking;

  • h. zij verleent de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die met de controle en het toezicht zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit toezicht van belang zijnde informatie;

  • i. zij overlegt met andere keuringsinstellingen over een juiste en zo veel mogelijk uniforme toepassing van procedures, veiligheidsvoorschriften en normen;

  • j. indien zij van plan is werkzaamheden, waarvoor zij is aangewezen te beëindigen, deelt zij dit tenminste drie maanden voor de voorgenomen datum van beëindiging van die werkzaamheden mede aan de betreffende directeur-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • k. De in voorwaarde e. genoemde gegevens draagt zij, indien zij vrijwillig haar werkzaamheden beëindigt of de aanwijzing wordt ingetrokken, over aan:

    • hetzij de betreffende directeur-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

    • hetzij, na hiervoor toestemming te hebben gekregen van de betreffende directeur-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een andere instelling, die werkzaamheden uitvoert als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 4

De lopende eerste keuringen voor attractietoestellen kunnen door TÜV SÜD Benelux bvba worden afgerond en het daarbij behorende certificaat van goedkeuring kan worden afgegeven, indien:

  • a. gebruik wordt gemaakt van voldoende deskundig personeel en outillage om de keuring naar behoren uit te kunnen voeren; en

  • b. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit vooraf akkoord is gegaan dat aan het gestelde onder a is voldaan.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31 december 2013 en vervalt na vijf jaar met ingang van 31 december 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie, M. Sonnema

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:

  • de naam en het adres van de indiener.

  • de dagtekening.

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit.

  • de gronden van het bezwaar.

TOELICHTING

Voorliggende beschikking strekt tot aanwijzing van TÜV SÜD Benelux bvba, Betekomsestraat 98A, Baal, België voor het uitvoeren van keuringen voor speeltoestellen en periodieke keuringen voor attractietoestellen. Anders dan voorheen is TÜV SÜD Benelux bvba niet meer aangewezen voor het verrichten van de eerste keuring voor attractietoestellen. Dit is conform het advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

De aanwijzing als instelling gebeurt onder een aantal voorwaarden. De voorwaarden waaraan een instantie minimaal moet voldoen, betreffen voornamelijk de integriteit en de onafhankelijkheid van de instantie. Deze voorwaarden zijn, geformuleerd naar Europees model, opgenomen in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen en de Nadere regels attractie- en speeltoestellen. Deze beschikking geeft aanvullende voorwaarden betreffende onder andere de deskundigheid en de werkwijze van de instelling.

De Warenwet schrijft niet voor welk tarief voor de keuring van attractie- en speeltoestellen door de keuringsinstelling in rekening wordt gebracht. De tarifering wordt daarmee overgelaten aan de markt.

De aanwijzing voor attractie- en speeltoestellen van TÜV SÜD Benelux bvba, geldt voor de maximale periode van vijf jaar. TÜV SÜD had een aanwijzing voor attractie- en speeltoestellen die af liep op 31 december 2013. Voor speeltoestellen en de periodieke keuring van attractietoestellen worden zij opnieuw aangewezen. Deze nieuwe aanwijzing werkt daarom terug, voor wat betreft de keuring van speeltoestellen en de periodieke keuringen van attractietoestellen, tot en met 31 december 2013.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie, M. Sonnema

Naar boven