Datum publicatie	Organisatie	Jaargang en nummer	Rubriek
03-09-2014 09:00	Opmeer	Staatscourant 2014, 25183	Ruimtelijke plannen

Herhaalde terinzagelegging, gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan Landelijk Gebied Opmeer 2014, Opmeer

Ingevolge artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening maakt het college van burgemeester en wethouders van Opmeer bekend, dat het bestemmingsplan Landelijk Gebied Opmeer 2014 door de raad van Opmeer op 26 juni 2014 gewijzigd is vastgesteld ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Alle wijzigingen, formeel en ambtshalve, zijn neergelegd in de Zienswijzennota. De zienswijzennota is opgenomen als bijlage.

Ligging en begrenzing

Het plangebied betreft het buitengebied van Opmeer. Dit gebied wordt globaal begrensd door:

– Langereis (westzijde);
– Lutkedijk (zuidzijde);
– Vekenweg (westzijde);
– Westfriesedijk (noordzijde).

Het nieuwe bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard, maar maakt onder voorwaarden ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk (uitbreiding agrarisch bouwvlak etc.).

PlanMER

Met het oog op de milieueffecten is een milieueffectrapportage opgesteld. Dit document maakt deel uit van bestemmingsplan. Een planMER is in dit geval verplicht met het oog op de aanwezige agrarische bedrijven, de bouwvlakken en de wijzigingsbevoegdheden. Een passende beoordeling is opgenomen in verband met mogelijke significante gevolgen voor Natura-2000 gebieden als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998.

Terinzagelegging

Het bestemmingsplan, raadsbesluit en bijbehorende stukken liggen vanaf donderdag 4 september 2014 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage in het gemeentehuis van Opmeer tijdens de gebruikelijke openingstijden. Het bestemmingsplan is raadpleegbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl (en dus niet op de gemeentelijke site). Het planindentificatienummer is NL.IMRO.0432.BPLG-VA01.

Rechtsmogelijkheden

Gedurende de termijn van terinzageligging kan schriftelijk beroep worden ingesteld tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan.

Beroep kan worden ingesteld door:

• degene die op grond van artikel 3.8 Wro, omtrent het ontwerpbestemmingsplan tijdig zijn zienswijze bij de raad kenbaar heeft gemaakt;
• een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn zienswijze bij de raad kenbaar te maken;
• een belanghebbende, gericht tegen de planwijzigingen.

Het beroep dient te worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA, ’s-Gravenhage.

Tevens kunt u tijdens deze periode een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Zonder een verzoek om voorlopige voorziening treedt het door de raad vastgestelde bestemmingsplan in werking direct na afloop van de beroepstermijn. Als naast het beroepschrift een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, treedt het raadsbesluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. De adressering van het verzoek om voorlopige voorziening is gelijk aan die van het beroepschrift. In beide gevallen is griffierecht verschuldigd.