Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2014, houdende regels met met betrekking tot de bezoldiging van de voorzitter en leden van de commissie bedoeld in artikel 14 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (Bezoldigingsregeling centrale commissie medisch-wetenschappelijk onderzoek)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder de centrale commissie: de centrale commissie, bedoeld in artikel 14 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen.

Artikel 2

De bezoldiging van de voorzitter van de centrale commissie wordt vastgesteld volgens het maximum salarisnummer, behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, rekening houdend met een arbeidsduur van gemiddeld 24 uren per week.

Artikel 3

De bezoldiging van de leden van de centrale commissie wordt vastgesteld volgens het maximum salarisnummer, behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, rekening houdend met een arbeidsduur van gemiddeld 4 uren per week.

Artikel 4

De plaatsvervangende leden van de centrale commissie ontvangen een schadeloosstelling per vergadering van € 235.

Artikel 5

De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de centrale commissie hebben recht op een vergoeding van reis- en verblijfskosten overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Bezoldigingsregeling centrale commissie medisch-wetenschappelijk onderzoek.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Deze regeling vervangt de Vergoedingenregeling centrale commissie medisch-wetenschappelijk onderzoek, in verband met het feit dat deze regeling van rechtswege is komen te vervallen. Artikel 14, achtste lid, van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, waarop deze vergoedingenregeling was gebaseerd, is komen te vervallen bij de aanpassing van deze wet aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

De onderhavige regeling waarin de bezoldiging van de leden van de centrale commissie geregeld is, is gebaseerd op artikel 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Deze regeling is aan de terminologie van de kaderwet aangepast. Dat maakt dat er niet meer wordt gesproken van een vergoeding van de voorzitter, leden en plaatsvervangend leden van de centrale commissie, maar van een bezoldiging van de voorzitter en de leden en van een schadeloosstelling van de plaatsvervangende leden.

De hoogte van de bezoldiging van de voorzitter en de leden van de centrale commissie is gelijk aan de vergoeding die was neergelegd in de Vergoedingen-regeling centrale commissie medisch-wetenschappelijk onderzoek.

De hoogte van de schadeloosstelling voor de plaatsvervangende leden wordt direct in deze regeling vastgelegd, omdat het Vergoedingenbesluit adviescolleges waar de oude vergoedingsregeling naar verwees, ook is komen te vervallen. Voor de vaststelling van het bedrag is aangesloten bij het maximale bedrag dat op grond van het Vergoedingenbesluit adviescolleges kon worden toegekend aan een lid van een adviescollege voor het bijwonen van een vergadering.

De regeling werkt terug tot en met 1 juli 2011, omdat de oude vergoedingsregeling op die datum is komen te vervallen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven