Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatscourant 2014, 24569 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatscourant 2014, 24569 | Interne regelingen |
De Minister van Justitie van Aruba, de Minister van Justitie van Curaçao, de Minister van Justitie van Sint Maarten en de Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland;
Besluiten:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Justitie van Aruba, de Minister van Justitie van Curaçao, de Minister van Justitie van Sint Maarten of de Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland, afhankelijk van het land dat het aangaat;
de Minister van Justitie van Aruba, de Minister van Justitie van Curaçao, de Minister van Justitie van Sint Maarten en de Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland gezamenlijk;
commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
1. Er is een Evaluatiecommissie justitiële rijkswetten.
2. De commissie heeft tot taak het evaluatieverslag op te stellen, bedoeld in:
a. artikel 65 van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie,
b. artikel 40 van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba,
c. artikel 55 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en
d. artikel 42 van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving.
3. Bij het opstellen van het evaluatieverslag neemt de commissie de criteria en thema’s in acht die zijn vervat in de evaluatieopdracht, vastgesteld door de ministers in het Justitieel Vierpartijenoverleg van 11 juni 2014.
1. De commissie bestaat uit:
a. twee door de ministers te benoemen voorzitters;
b. één lid per land, te benoemen door de minister.
2. De minister benoemt tevens een plaatsvervangend lid. Het plaatsvervangend lid neemt slechts aan een vergadering deel bij afwezigheid van het lid.
1. De commissie wordt ondersteund door een secretaris en een uitvoerend secretariaat.
2. De secretaris en het uitvoerend secretariaat zijn voor de inhoudelijke uitvoering van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitters van de commissie.
3. De ministers benoemen de secretaris en voorzien in het uitvoerend secretariaat.
1. De commissie stelt met inachtneming van dit besluit haar eigen werkwijze vast.
2. De commissie kan zich, na toestemming van de ministers, door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.
3. Indien de commissie van oordeel is dat de evaluatieopdracht moet worden gewijzigd, zendt zij een voorstel daartoe aan de ministers. De commissie kan binnen de kaders van haar opdracht in haar evaluatieverslag ingaan op alle aspecten die zij voor een adequate invulling van haar taak relevant acht.
De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
1. De commissie zendt vóór 1 december 2014 een onderzoeksopzet voor de evaluatie toe aan de ministers.
2. De commissie zendt vóór 1 juni 2015 een tussenrapportage toe aan de ministers.
3. De Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland zendt een afschrift van de onderzoeksopzet en de tussenrapportage toe aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. De commissie zendt vóór 1 september 2015 een ontwerp van het evaluatieverslag toe aan de ministers.
2. De commissie zendt vóór 1 oktober 2015 het evaluatieverslag toe aan de ministers.
3. De Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland zendt een afschrift van het ontwerp en van het evaluatieverslag toe aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. De voorzitters ontvangen een vaste vergoeding per maand. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter is 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor de voorzitters is 4/36.
2. Personen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, die de commissie bijstaan, ontvangen per vergadering een vergoeding, voor zover zij niet vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en hiermee niet het in artikel 6, eerste lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedoelde maximumbedrag overschrijden.
3. De vergoeding per vergadering van personen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
1. De minister stelt de vergoeding voor het lid en het plaatsvervangend lid vast.
2. De vergoeding en reis- en verblijfskosten komen voor rekening van de minister.
1. De overige kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van:
a. de minister van Justitie van Aruba: voor 10%;
b. de minister van Justitie van Curaçao: voor 30%;
c. de minister van Justitie van Sint Maarten: voor 30%;
d. de minister van Veiligheid en Justitie van Nederland: voor 30%.
2. Onder overige kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten van het voorzitterschap;
b. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;
c. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid, daaronder begrepen personen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, en het laten verrichten van onderzoek; en
d. de kosten voor publicatie van rapportages.
3. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de ministers aan.
1. De commissie biedt de ministers vóór 1 oktober 2015 een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode waarin de commissie werkzaam is geweest.
2. Desgewenst kan de commissie het eindverslag gelijktijdig met het evaluatieverslag indienen.
3. De Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland zendt een afschrift van het eindverslag toe aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de ministers uitgebracht of aan de Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland overgedragen.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van Nederland.
Dit besluit zal in de Staatscourant, het Afkondigingsblad van Aruba, het Publicatieblad van Curaçao en het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.
De Minister van Justitie van Aruba, A.L. Dowers
De Minister van Justitie van Curaçao, N.G. Navarro
De Minister van Justitie van Sint Maarten, D.L. Richardson
De Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland, I.W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.