Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 augustus 2014, nummer WBV 2014/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B5/2.1.4 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

2.1.4 Arbeid in loondienst na verblijf als familie- of gezinslid

De IND verleent een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier onder de beperking ‘arbeid in loondienst’ aan de vreemdeling waarvan het verblijf als familie- of gezinslid is beëindigd, als wordt voldaan aan artikel 3.31, eerste lid, Vb.

B

Paragraaf B5/5 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5 Zoekperiode

Op grond van artikel 3.91, eerste lid, Vb, verleent de IND de vreemdeling gedurende de geldigheidsduur van zijn gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid een zoekperiode van drie maanden om een nieuwe arbeidsplaats te vinden als de vreemdeling werkloos raakt.

In aanvulling op artikel 3.91, eerste lid, Vb verleent de IND ook een zoekperiode van drie maanden om in geval van werkloosheid een nieuwe arbeidsplaats te vinden aan de vreemdeling met een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘arbeid in loondienst’, die geen aanvullend document bevat, gedurende de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning. De IND trekt de verblijfsvergunning in nadat deze zoekperiode is verstreken.

De zoekperiode vangt aan op de dag waarop de arbeidsovereenkomst is ontbonden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang 1 september 2014.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 augustus 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de waarnemend directeur-generaal Vreemdelingenzaken, H. Heida

TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJS

A

Een vreemdeling die verblijf heeft als familie- of gezinslid is in bepaalde gevallen vrij op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld het familie- of gezinslid van een Nederlander. Dit betekent niet dat de vreemdeling hierdoor definitief vrij is op de arbeidsmarkt. Dat is pas het geval wanneer de vreemdeling vijf jaar onafgebroken heeft beschikt over een voor arbeid geldige verblijfsvergunning. Als het verblijf als familie- of gezinslid is beëindigd en de vreemdeling daarna een aanvraag voor wijziging van de beperking in ‘arbeid in loondienst’ indient, dan is artikel 3.31, eerste lid, Vb van toepassing. Met deze aanvulling wordt de Vreemdelingencirculaire 2000 in overeenstemming gebracht met de regelgeving die gold voor de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid. De wetgever heeft hierin geen wijziging beoogd.

B

Met deze aanvulling wordt erin voorzien dat artikel 3.91, eerste lid, Vb ook van toepassing is op een vreemdeling die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘arbeid in loondienst’ heeft gehad, niet zijnde een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, en werkloos raakt. Vindt de vreemdeling binnen de zoekperiode geen arbeidsplaats of heeft de vreemdeling geen aanvraag om wijziging van de beperking van de verblijfsvergunning ingediend, dan wordt de verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de waarnemend directeur-generaal Vreemdelingenzaken, H. Heida

Naar boven