Beperking vaarsnelheid voor binnenschepen op de Nieuwe Maas in beide richtingen tussen kilometerraai 998 en 1002 in de periode van 1 oktober 2014 tot 1 januari 2025

De Havenmeester van Rotterdam,

maakt bekend dat hij namens de Minister van Infrastructuur en Milieu het besluit heeft genomen om voor binnenschepen op de Nieuwe Maas in beide richtingen tussen kilometerraai 998 en 1002 in de periode van 1 oktober tot 2014 tot 1 januari 2025 een maximumsnelheid in te stellen van 13 kilometer per uur ten opzichte van het water. De aangegeven maximumsnelheid geldt niet bij een windkracht van 6 of hoger op de schaal van Beaufort (10,8 meter per seconde of meer) gemeten bij het meetpunt Geulhaven. De reden voor deze maatregel is het beperken van de verontreiniging van de buitenlucht door binnenschepen langs dit deel van de Nieuwe Maas.

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. bedrijfsmatig vervoer:

    • 1°. vervoer van goederen in de uitoefening van een bedrijf of beroep; of

    • 2°. vervoer van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming;

  • b. binnenschip: schip, niet zijnde een zeegaand schip, dat is bestemd voor bedrijfsmatig vervoer.

Vereiste van besluit

Het vaarweggedeelte op de Nieuwe Maas tussen kilometerraai 998 en 1002 is in beheer bij het Rijk.

Op grond van artikel 1 van het Besluit mandaat en machtiging havenmeester Rotterdam ben ik bevoegd dit besluit namens de Minister van Infrastructuur en Milieu te nemen.

Artikel 3, eerste lid, onderdelen a en e, van de Scheepvaartverkeerswet bepalen dat besluiten tot het aanbrengen van een verkeersteken onder meer kunnen geschieden ten behoeve van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en in het belang van het voorkomen of beperken van verontreiniging door schepen.

Procedure

Overeenkomstig artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer heb ik overlegd met de bij dit besluit belanghebbende instellingen.

Belangenafweging en motivering

Dit besluit is noodzakelijk in verband met het tot stand komen van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam en het daarbij behorende deelproject Landaanwinning. Dit deelproject betreft de aanleg van Maasvlakte 2 in de Noordzee ten behoeve van uitbreiding van de Rotterdamse haven, met maximaal duizend hectare netto uitgeefbaar haven- en industrieterrein.

In het ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan Maasvlakte 2 uitgevoerde Luchtonderzoek Maasvlakte 2 zijn de gevolgen voor de luchtkwaliteit van het gebruik van Maasvlakte 2 in beeld gebracht. Daaruit en uit de actualisatie van dat onderzoek blijkt dat het gebruik van Maasvlakte 2 zonder maatregelen op een aantal locaties leidt tot een bijdrage aan de concentraties in overschrijdingsgebieden van de geldende grenswaarden voor stikstofdioxiden.

Om deze bijdrage te compenseren, is een pakket aan samenhangende maatregelen vastgesteld. Hierdoor wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen, zoals opgenomen in de Wet milieubeheer. De uitvoering van het maatregelenpakket is geborgd in de Overeenkomst Luchtkwaliteit Maasvlakte 2 en in het bestemmingsplan Maasvlakte 2. Eén van de maatregelen uit het pakket is het invoeren van een snelheidsbeperking voor binnenschepen op de Nieuwe Maas in beide richtingen tussen kilometerraai 998 en 1002.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik als volgt.

Artikel 1. Maximumsnelheid Nieuwe Maas

  • 1. Op de Nieuwe Maas tussen kilometerraai 998 en 1002 geldt, in beide richtingen, een maximumsnelheid ten opzichte van het water van 13 kilometer per uur voor binnenschepen.

  • 2. De in het eerste lid gestelde maximumsnelheid geldt niet bij een windkracht van 6 of hoger op de schaal van Beaufort (10,8 meter per seconde of meer) gemeten bij het meetpunt Geulhaven.

Artikel 2. Plaatsing aankondigingsbord

  • 1. De in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in westelijk richting varende binnenschepen, aangekondigd door het plaatsen van het verkeersteken B.6, voorzien van een boven het hoofdteken geplaatste afstandsaanduiding F.1, met cijfers 1450, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de noordelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 122, op of nabij de coördinaten X: 95.823,795, Y: 435.114,679.

  • 3. De in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in oostelijk richting varende binnenschepen, aangekondigd door het plaatsen van het verkeersteken B.6, voorzien van een boven het hoofdteken geplaatste afstandsaanduiding F.1, met cijfers 2150, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 4. Het in het derde lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de zuidelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 2134, op of nabij de coördinaten X: 90.173,697, Y: 434.859,902.

Artikel 3. Plaatsing gebodsbord

  • 1. De in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in westelijke richting varende binnenschepen, kenbaar gemaakt door het plaatsen van het verkeersteken B.6, voorzien van een boven het hoofdteken geplaatste afstandsaanduiding F.1 met cijfers 650 en van een aanvullende aanduiding (onderbord) F.3, voorzien van de tekst ‘snelheid t.o.v. het water’, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de noordelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 132, op of nabij de coördinaten X: 95.310,849, Y: 435.616,107.

  • 3. De in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in oostelijke richting varende binnenschepen, kenbaar gemaakt door het plaatsen van het verkeersteken B.6, van een boven het hoofdteken geplaatste afstandsaanduiding F.1 met cijfers 200 en van een aanvullende aanduiding (onderbord) F.3, voorzien van de tekst ‘snelheid t.o.v. het water’, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 4. Het in het derde lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de zuidelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 1290, op of nabij de coördinaten X: 92.139,005, Y: 435.029,416.

Artikel 4. Plaatsing einde gebodsbord

  • 1. Het einde van de in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in westelijke richting varende binnenschepen, kenbaar gemaakt door het plaatsen van het verkeersteken E.11, voorzien van een boven het hoofdteken geplaatste afstandsaanduiding F.1 met cijfers 200 en voorzien van een aanvullende aanduiding (onderbord) F.3, voorzien van de tekst ‘einde snelheidsbeperking’, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de noordelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 190, op of nabij de coördinaten X: 92.269,020, Y: 435.541,458.

  • 3. Het einde van de in artikel 1 bedoelde maximumsnelheid wordt, voor de in oostelijke richting varende binnenschepen, kenbaar gemaakt door het plaatsen van het verkeersteken E.11, voorzien van een aanvullende aanduiding (onderbord) F.3, voorzien van de tekst ‘einde snelheidsbeperking’, bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 4. Het in het derde lid bedoelde verkeersteken wordt geplaatst op de zuidelijke oever van de Nieuwe Maas ter hoogte van oeverfrontnummer 1121, op of nabij de coördinaten X: 94.890,315, Y: 436.172,901.

Artikel 5. Publicatie, inwerkingtreding en beëindiging

Dit besluit wordt geplaatst in de Staatscourant en treedt in werking op 1 oktober 2014 en vervalt op 1 januari 2025.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, De havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. R.J. de Vries

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Inlichtingen

Inlichtingen met betrekking tot dit verkeersbesluit kunnen worden ingewonnen bij het Haven Coördinatie Centrum, telefoonnummer 010 – 252 1000 of via de e-mail hcc@portofrotterdam.com.

Inlichtingen met betrekking tot de stroomsnelheid kunnen worden ingewonnen via:

Inlichtingen met betrekking tot de actuele geldende windsnelheid kunnen worden ingewonnen via: www.portofrotterdam.com/nl/Scheepvaart/actueel/hydrometeo/

Naar boven