Vergunning luchtvaartvertoning ballonfiësta Meerstad

Datum: 18 augustus 2014

Nummer: ILT-2014/46744

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van de heer H. Groeneveld namens Stichting OpStap van 9 juli 2014;

Overwegende dat dit verzoek is getoetst aan het wettelijk kader, gesteld in:

  • artikel 17 van de Luchtvaartwet;

  • artikel 158 van de Regeling Toezicht Luchtvaart;

  • de regeling luchtvaartvertoningen;

  • artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart;

  • artikel 2 van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons;

Gezien de verklaring van geen bezwaar d.d. 26 juni 2014, kenmerk 2014/14283/SL/MB, van de burgemeester van de gemeente Slochteren;

BESLUIT:

Artikel 1

De vergunning, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Luchtvaartwet, wordt verleend aan Stichting OpStap, organisator van de ballonfiësta Meerstad. Mevrouw M.Y. Hoogeslag-Willems, woonachtig te Ootmarsum, zal als vertoningsdirecteur optreden.

Artikel 2

  • 1. De vergunning, bedoeld in artikel 1, heeft betrekking op een locatie in de gemeente Slochteren, geografische positie 53°12'38.00"NB en 006°40'14.00"OL, nader aangegeven op de bij deze beschikking behorende kaart (gemerkt 'bijlage 1').

  • 2. De vergunning is slechts geldig op zaterdag 23 augustus 2014 van 14.00 uur tot 23.59 uur plaatselijke tijd.

  • 3. De luchtvaartvertoning kan alleen worden gehouden indien er door gedeputeerde staten van de provincie Groningen voor deze locatie een ontheffing is verleend van het verbod, genoemd in artikel 8.1a van de Wet luchtvaart, om op te stijgen van of te landen op een terrein dat geen luchthaven is.

  • 4. Er mogen geen vluchten plaatsvinden buiten de uniforme daglichtperiode.

  • 5. De vluchten worden uitgevoerd volgens de zichtvliegvoorschriften behorende bij de desbetreffende luchtruimclassificatie. Bijzondere VFR-vluchten (special VFR flights) zijn niet toegestaan.

  • 6. De vertoningsdirecteur zorgt ervoor dat voor alle deelnemers een vliegplan wordt ingediend. Voor elke groep ballonnen en voor de groep schermvliegtuigen volstaat een enkel vliegplan. De vertoningsdirecteur draagt na de landing zorg voor het sluiten van de vliegplannen.

  • 7. De vluchten kunnen alleen worden uitgevoerd indien er, na het ingediende vliegplan, een klaring is verkregen van de betrokken plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst. Onder bepaalde weerscondities en/of een bepaald verkeersaanbod van/naar de luchthaven Groningen Airport Eelde kan de toestemming door de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst geweigerd worden dan wel een eerder afgegeven toestemming ingetrokken worden.

  • 8. Als deelnemers in (meerdere) groepen vertrekken, zal de vertoningsdirecteur van het festival zorg dragen voor het aanwijzen van een leider van de groep. Een serie van deelnemers die tegelijkertijd of binnen een periode van 5 minuten na elkaar starten, wordt gezien als een groep. Na het verstrijken van deze periode zal een volgende start worden beschouwd als een nieuwe groep met een afzonderlijke leider.

  • 9. Bij het vertrek van de groep(en) onderhoudt de leider van de groep radiocontact met de torenluchtverkeersleider op frequentie 118.700; alle andere deelnemers in de groep luisteren uit op de frequentie 122.250. Opdrachten en klaringen voor de leider van de groep worden middels de frequentie 122.250 kenbaar gesteld en gelden voor alle deelnemers in de groep tenzij uitdrukkelijk anders opgedragen.

  • 10. Minstens twee uur vóór aanvang van de vertoning, stuurt de vertoningsdirecteur een overzicht van de deelnemende deelnemers per fax aan de Luchtverkeersleiding Nederland. Dit overzicht bevat minimaal een opsomming van de registraties van de deelnemers. Het faxnummer dat voor het versturen van dit overzicht gebruikt moet worden,is 050 – 309 92 63.

  • 11. Ten minste één uur vóór aanvang van de luchtvaartvertoning neemt de vertoningsdirecteur contact op met de luchtverkeersleider van de luchthaven Groningen (telefoon 050 – 309 92 48). Aan de voorwaarden door hem gesteld wordt strikt de hand gehouden.

  • 12. 15 minuten vóór de eerste start neemt de vertoningsdirecteur contact op met de dienstdoende luchtverkeersleider via telefoonnummer 050 – 309 92 48 om startinstructies en eventuele restricties te ontvangen. De vertoningsdirecteur geeft vertragingen van meer dan 15 minuten in de voorziene starttijd onmiddellijk telefonisch door via nummer 050 – 309 92 48. De vertoningsdirecteur blijft te allen tijde telefonisch bereikbaar.

  • 13. De vertoningsdirecteur geeft bij het eerste contact met de dienstdoende luchtverkeersleider van de luchthaven Groningen Airport Eelde het telefoonnummer waarop hij/zij gedurende de luchtvaartvertoning te allen tijde bereikbaar is.

  • 14. Deze voorschriften en beperkingen gelden als uitgangspunt voor vluchten in de Eelde CTR en TMA. Het is aan de dienstdoende luchtverkeersleider om af te wijken van deze voorschriften in het kader van de handhaving van de veiligheid en de efficiëntie.

  • 15. De eerste en de laatste ballon van de groep voeren gedurende de gehele vlucht een geactiveerde Mode S transponder. Hierbij dient de eerste ballon de code 6450 en de laatste ballon de code 6451 te voeren.

  • 16. De vertoningsdirecteur draagt zorg voor het maken van afspraken over het luchtruimgebruik met andere luchtverkeersdiensten indien het aannemelijk is dat de vlucht zich via een van de omliggende luchtverkeersleidingsgebieden zal continueren.

  • 17. Het niet-doorgaan of voortijdig beëindigen van de luchtvaartvertoning wordt door de directeur telefonisch doorgegeven aan de luchtverkeersleider van de luchthaven Groningen (telefoon 050 – 309 92 48), aan de Supervisor van AOCS NM (telefoon 0577 – 45 87 00), de Inspectie Leefomgeving en Transport (telefoon 070 – 456 34 34), de meldkamer van de Landelijke eenheid, afdeling luchtvaart (telefoon 020 – 502 56 93) en de operationele helpdesk van de Luchtverkeersleiding Nederland (telefoon 020 – 406 22 01).

Artikel 3

Deelnemers met een categorie B demonstratietoestel als bedoeld in de Regeling luchtvaartvertoningen zijn uitgezonderd van de toepassing van artikel 18 van die regeling.

Artikel 4

De luchtvaartvertoning bestaat uit de onderdelen, vermeld in het programmaoverzicht dat als bijlage 2 bij deze beschikking is opgenomen.

Artikel 5

Aan de organisator wordt ontheffing verleend om kabelvliegers op te laten onder de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vliegers mogen in afwijking van artikel 2, onderdeel a, van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons worden opgelaten tot een hoogte van maximaal 300 meter boven gemiddeld zeeniveau of zoveel lager dat onder de laagste bewolking, inclusief flarden, wordt gebleven;

  • b. de vliegers mogen worden opgelaten op zaterdag 23 augustus 2014 van 14.00 uur tot 23.59 uur plaatselijke tijd;

  • c. de vliegers mogen alleen tot een hoogte van meer dan 100 meter worden opgelaten wanneer het grondzicht 5 kilometer of meer bedraagt;

  • d. buiten de uniforme daglichtperiode (UDP)1 dienen de vliegers te zijn voorzien van minimaal één ononderbroken wit licht, op ten hoogste 10 meter onder de vlieger;

  • e. na afloop moet de activiteit met vliegers afgemeld worden bij de dienstdoende luchtverkeersleidingorganisatie. Vóór 21.30 uur plaatselijke tijd is dit de luchtverkeersleider van de luchthaven Groningen. Na 21.30 uur plaatselijke tijd is dit AOCS NM;

  • f. aanwijzingen van de Landelijke eenheid, afdeling luchtvaart, of de Inspectie Leefomgeving en Transport in het kader van de veiligheid van het luchtverkeer, moeten worden nagekomen;

  • g. de vertoningsdirecteur neemt minimaal twee werkdagen voorafgaand aan het evenement contact op met de Operationele Helpdesk van de Luchtverkeersleiding Nederland voor het aanvragen van een Notice-To-Airmen (NOTAM) vanwege de activiteit met kabelvliegers; hierbij wordt de exacte locatie, hoogte, alsmede het exacte tijdstip van oplaten van de kabelvliegers opgegeven.

Artikel 6

Voor het gebruik van gemotoriseerde schermvliegers geldende de volgende aanvullende voorschriften en beperkingen:

  • a. de locatie waarvandaan gestart/geland wordt, voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, hoofdstuk 3.

  • b. er wordt niet gevlogen boven mensenmenigten.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 23 augustus 2014 en vervalt met ingang van 24 augustus 2014. Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in de artikelen 2 tot en met 6, kan aanleiding zijn de in deze beschikking bedoelde toestemming in te trekken.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE INSPECTEUR ILT/LUCHTVAART, M. van Velzen Senior Inspecteur

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Bijlage 2:

Programma

  • 1. Opbouw en opstijging van maximaal 35 heteluchtballonnen op 23 augustus 2014 van 14.00 uur tot 23.59 uur plaatselijke tijd.

  • 2. Oplaten van 10 tot maximaal 20 kabelvliegers tot een hoogte van maximaal 300 meter.

  • 3. Start en landing met een heteluchtschip.

  • 4. Start en landing van gemotoriseerde schermvliegtuigen op het nog niet in gebruik zijnde opbouwterrein.

  • 5. Afsluitende parasprongen (met normale springhoogte) met landing op het inmiddels lege opbouwterrein.


X Noot
1

Zie www.ais.netherlands.nl AIP GEN 2.7

Naar boven