Eigen Kenmerk: IN14-02497
Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat de Eindhovenseweg-Zuid is gelegen aan de oostzijde van Best tussen de rijksweg A2 en de gemeentegrens Eindhoven - Best;
dat de Eindhovenseweg-Zuid een belangrijke ontsluitings- / verbindingsfunctie vervult tussen Best en Eindhoven;
dat in juli 2011 is gestart met de reconstructie van de Eindhovenseweg-Zuid;
dat in het kader van deze reconstructie de bebouwde komgrens is ingesteld direct ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en direct ten westen van de westelijke toe- en afrit (afrit 28) van de rijksweg A2 middels het besluit van 21 maart 2011;
dat de Eindhovenseweg-Zuid is heringericht volgens het principe Duurzaam veilig;dat de grondbeginselen van Duurzaam Veilig de volgende zijn: het voorkomen van onbedoeld gebruik van de weg, het voorkomen van grote snelheids- en richtingsverschillen, het voorkomen van onzeker gedrag bij de gebruikers van de weg;
dat in het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan van de gemeente Best, vastgesteld in de raadsvergadering van december 2008, de Eindhovenseweg-Zuid is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg;
dat gebiedsontsluitingsweg voorziet in zowel het laten doorstromen als uitwisselen van het verkeer, maar dit naar plaats wordt gescheiden;
dat op de wegvakken de doorstroming van het verkeer centraal staat en de uitwisseling van het verkeer op de kruispunten plaatsvindt;
dat op het gedeelte van de Eindhovenseweg-Zuid gelegen buiten de bebouwde kom de maximum snelheid van 80 km/uur wordt gehandhaafd;
dat de Eindhovenseweg-Zuid een belangrijke ontsluitingsweg tussen Best en Eindhoven betreft;
dat het waarborgen van de doorstroming van het verkeer op de Eindhovenseweg-Zuid centraal staat;
dat het daarom gewenst is dat het verkeer op de Eindhovenseweg-Zuid geen voorrang hoeft te verlenen aan het kruisend verkeer;
dat het gedeelte van de Eindhovenseweg-Zuid gelegen tussen de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Willem de Zwijgerweg / Oude Rijksweg en de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze als voorrangsweg is aangewezen;
dat de Eindhovenseweg-Zuid tussen de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Willem de Zwijgerweg / Oude Rijksweg en de gemeentegrens Best / Eindhoven dezelfde inrichting kent;
dat het gezien de verwachting van de weggebruikers gewenst is om het gedeelte van de Eindhovenseweg-Zuid gelegen tussen de kruising Eindhovenseweg-Zuid / De Dieze / Terraweg aan te wijzen als voorrangsweg;
dat hiermee onzeker verkeersgedrag door het wijzigen van de voorrangsregels wordt voorkomen;
dat dit kan worden bewerkstelligd door het gedeelte van de Eindhovenseweg-Zuid tussen de gemeentegrens Eindhoven – Best en de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze aan te wijzen als een voorrangsweg;
dat de voorrangsweg wordt aangeduid middels het plaatsen van de borden B1 van het RVV 1990 op de Eindhovenseweg-Zuid direct ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en direct ten noorden en zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat en op de gemeentegrens Eindhoven - Best;
dat met het instellen van een voorrangsweg de voorrang voor het verkeer wordt geregeld en hiermee de veiligheid op de weg wordt verzekerd;
dat met het instellen van een voorrangsweg de doorstroming van het verkeer op de weg wordt gewaarborgd, zodat de weg in stand wordt gehouden de bruikbaarheid wordt gewaarborgd;
Voorrangsregeling kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat
dat de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat wordt geregeld middels verkeerslichten;
dat het gewenst is het verkeer op deze kruising te regelen middels een voorrangsregeling in het geval de verkeerslichtenregeling buiten werking is;
dat deze voorrangsregeling de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer moet waarborgen;
dat de Ploegstraat gezien de verkeersintensiteiten van ondergeschikt belang is aan de Eindhovenseweg-Zuid;
dat de Eindhovenseweg-Zuid vanaf de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Willem de Zwijgerweg / Oude Rijksweg tot en met de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze een voorrangsweg betreft;
dat het daarom gewenst is om de Eindhovenseweg-Zuid op deze kruising in de voorrang te zetten;
dat het aanbod van het verkeer komende uit de Ploegstraat gering is;
dat de verkeerslichten op de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze voor hiaten zorgen, waardoor het verkeer komende vanaf de Ploegstraat binnen een acceptabele wachttijd de kruising op kan rijden;
dat deze kruising is voorzien van een midden eiland, zodat verkeer uit de Ploegstraat in twee fasen de kruising kan oversteken;
dat op de Eindhovenseweg-Zuid de voorrangsweg wordt aangegeven middels de borden B1 van het RVV 1990;
dat op de Ploegstraat de borden B6 van het RVV 1990 en haaientanden, zoals bedoeld in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (hierna BABW), worden aangebracht;
dat alle aansluitingen op deze kruising voorzien zijn van een middeneiland om de rijrichtingen te scheiden;
dat het noodzakelijk is een gebod in te stellen voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;
dat hiermee wordt voorkomen dat het verkeer de rijbaan in tegengestelde richting oprijd;
dat dit gebod wordt ingesteld door op de middeneilanden op de aansluitingen Eindhovenseweg-Zuid en Ploegstraat het bord D2 van het RVV 1990 te plaatsen;
de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994;
dat met het instellen van een voorrangsregeling op de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat het verkeer wordt geregeld als de verkeerslichten buiten werking zijn, waarmee de veiligheid op de weg wordt verzekerd aangezien voor het verkeer duidelijk is welke voorrangsregeling van kracht is als de verkeerslichten buiten werking zijn;
dat met het instellen van de geboden om de middeneilanden voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft de verkeersveiligheid wordt verzekerd, omdat hiermee wordt voorkomen dat verkeer tegen de richting inrijdt;
dat met het instellen van een voorrangsregeling de weg in stand wordt gehouden en de bruikbaarheid daarvan wordt gewaarborgd, omdat de doorstroming van het verkeer de belangrijkste functie van deze weg is en deze hiermee niet wordt beïnvloed;
dat een ontwerp verkeersbesluit is genomen en op 26 maart 2014 is gepubliceerd in ‘Staatscourant’ en daarna 6 weken ter inzage heeft gelegen;
dat het ontwerp verkeersbesluit daarnaast op 1 april 2014 bekend is gemaakt in ‘Groeiend Best’;
dat binnen de inzagetermijn voor belanghebbenden de mogelijkheid bestond om zienswijzen in te dienen, echter is van de geboden mogelijkheid geen gebruik gemaakt;
dat er derhalve geen aanleiding bestaat om het ontwerp verkeersbesluit te heroverwegen;
dat overleg met de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling B.O.S., is gevoerd;
dat het advies van de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling B.O.S. van 17 februari 2014 met kenmerk PL2200-2014022057-1 is bijgesloten bij dit verkeersbesluit;
dat de bovengenoemde wegen in eigendom, onderhoud en beheer zijn bij de gemeente Best;
gelet op de artikelen 15 en 18, eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan – Beleidsnota – Waar willen we naartoe? (februari 2008);