Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 11 augustus 2014, nr. MinBuZa.2014.412158, houdende wijziging van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 825/2014 van de Raad van de Europese Unie van 30 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 226);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

• 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 2bis, 2ter, 2quater, eerste, derde en vierde lid, en 4 van Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 183).

• 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2quater, vijfde lid, artikel 2quinquies of artikel 3 van Verordening (EU) nr. 692/2014 van toepassing is.

B

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2

• 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2quater, vijfde lid, artikel 2quinquies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën voor zover het een melding betreft omtrent financiering, het verlenen van een financiële lening, financiële bijstand, een krediet, een verzekering, een herverzekering, het uitbreiden van een deelneming of het oprichten van een joint venture.

• 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2quater, vijfde lid, en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het een melding betreft omtrent het verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten dan wel een melding over de invoer van goederen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTING

De Raad van de Europese Unie heeft op 30 juli 2014 Verordening (EU) nr. 825/2014¹ vastgesteld. Deze verordening wijzigt Verordening (EU) nr. 692/2014² waarin, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol, de volgende handelsbeperkende maatregelen waren opgenomen: een verbod op invoer van goederen die van oorsprong uit de Krim of Sebastopol afkomstig zijn, beperkingen aangaande het direct of indirect verstrekken van financiering of het verlenen van financiële bijstand, alsmede het sluiten verzekeringen en herverzekeringen in verband met de invoer van die goederen.

Aangezien er nog geen einde is gekomen aan de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol, is de Raad van de Europese Unie van oordeel dat extra maatregelen moeten worden genomen ter beperking van de handel met en de investeringen in de Krim en Sebastopol.

Verordening (EU) nr. 825/2014 voorziet in aanvullende beperkende maatregelen. De aanvullende beperkende maatregelen betreffen:

• een verbod op investeringen met betrekking tot infrastructuur in de sectoren vervoer, telecommunicatie, energie alsmede de exploitatie van natuurlijke rijkdommen in de Krim en Sebastopol, en

• een uitvoerverbod van essentiële uitrusting en technologie met betrekking tot de sectoren vervoer, telecommunicatie, energie alsmede de exploitatie van natuurlijke rijkdommen in de Krim en Sebastopol.

De wijziging van artikel 1, eerste lid, van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 betreft een uitbreiding van de strafbaarstelling van de verbodsbepalingen opgenomen in Verordening (EU) nr. 692/2014. In de artikelen 2bis tot en met 2quinquies van de verordening zijn de nieuwe beperkende maatregelen opgenomen.

In artikel 2bis van Verordening (EU) nr. 692/2014 is een verbod op investeringen in bovengenoemde sectoren opgenomen. Het betreft een verbod op o.a. het toekennen van financiële leningen of kredieten, het verwerven of uitbreiden van een deelneming of aandelen dan wel het oprichten van een joint venture in verband met de totstandbrenging, verwerving of ontwikkeling van infrastructuur in de vorenbedoelde sectoren. Eenzelfde investeringsverbod geldt voor de exploitatie van olie, gas of minerale rijkdommen in de Krim of Sebastopol. De bedoelde minerale rijkdommen zijn opgenomen in bijlage II van Verordening (EU) nr. 692/2014.

Artikel 2ter betreft een verbod op het direct of indirect verstrekken van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de investeringsactiviteiten van artikel 2bis.

Artikel 2quater regelt een verbod op verkoop en levering aan natuurlijke en rechtspersonen in de Krim of Sebastopol, of voor gebruik in de Krim of Sebastopol, van essentiële uitrusting en technologie ten behoeve van de sectoren vervoer, telecommunicatie, energie en exploitatie van olie, gas en minerale rijkdommen in de Krim en Sebastopol. De verboden essentiële uitrusting en technologie zijn opgenomen in bijlage III van Verordening (EU) nr. 692/2014. Het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten, financiering of financiële steun in verband met vorenbedoelde essentiële uitrusting en technologie is eveneens verboden.

Artikel 2quater, vijfde lid, geeft een uitzondering op de beperkende maatregelen van dit artikel. In geval de transactie strekt tot uitvoering van een contract dat vóór 30 juli 2014 is gesloten, dan is de uitvoering daarvan tot 28 oktober 2014 toegestaan mits de activiteit ten minste 10 werkdagen voor de uitvoering bij de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (inzake een goederentransactie) of de Minister van Financiën (inzake een financiële transactie) wordt gemeld. In artikel 2quinquies is eenzelfde uitzondering opgenomen ten aanzien van de verboden leningen, deelnemingen of het oprichten van een joint venture als bedoeld in de artikelen 2bis en 2ter van de verordening. De voorwaarden zijn: de transactie wordt uitgevoerd op grond van een contract dat vóór 30 juli 2014 is gesloten en de transactie wordt ten minste 10 werkdagen voor uitvoering bij de Minister van Financiën gemeld. De wijziging van artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014 heeft betrekking op deze uitzonderingen.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties .

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

---

1 Verordening (EU) nr. 825/2014 van de Raad van de Europese Unie van 30 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 692/2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 226)

2 Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 183)