Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 11 augustus 2014, nr. MinBuZa.2014.412493, tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb L 229);

Gelet op Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb L 229);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 3, artikel 4, artikel 5 en artikel 12 van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb L 229).

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de gevallen waarin artikel 2, tweede lid, tweede volzin, artikel 3, vijfde lid, tweede volzin, artikel 4, vierde lid jo artikel 3, vijfde lid, tweede volzin, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van toepassing is.

Artikel 1b

  • 1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen, dan wel door of uit te voeren naar personen of entiteiten in Rusland, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

  • 2. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect in te voeren, te kopen, te vervoeren, over te dragen of geleverd te krijgen van natuurlijke personen of rechtspersonen uit de Russische Federatie.

  • 3. Een verbod, bedoeld in het eerste of tweede lid, is niet van toepassing in geval het de uitvoering betreft van een van vóór 1 augustus 2014 gesloten contract of overeenkomst en het de levering van reserveonderdelen en de verstrekking van diensten voor de instandhouding en veiligheid van binnen de Unie bestaande capaciteiten onverlet laat.

B

Aan artikel 2 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, tweede lid, artikel 3, artikel 4, derde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft een goederentransactie, een transactie met betrekking tot technische bijstand of tussenhandeldiensten.

  • 4. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, derde lid, artikel 4, vierde lid jo artikel 3 van Verordening (EG) nr. 833/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financieringen en financiële bijstand.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTING

De gebeurtenissen in de betrekkingen tussen Oekraïne en de Russische Federatie hebben ertoe geleid dat de Raad van de Europese Unie op 17 maart 2014 Besluit 2014/145/GBVB1 en Verordening (EG) nr. 269/20142 heeft vastgesteld. In het besluit is onder andere voorzien in reisbeperkingen voor bepaalde personen die verantwoordelijk worden gehouden voor acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen en die in strijd zijn met de Oekraïense grondwet. In Verordening 269/2014 zijn bevriezingsmaatregelen opgenomen inzake tegoeden en economische middelen van vorenbedoelde personen.

Op 22 juli 2014 besloot de Raad dat, indien de Russische Federatie niet antwoordt op de eisen die werden gesteld jegens de Russische Federatie, de Raad bereid zou zijn om meer beperkende maatregelen aan te nemen. De nieuwe beperkende maatregelen dienen Rusland een hogere prijs te laten betalen voor zijn acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen, en dienen voorts een vreedzame oplossing van de huidige situatie te bevorderen. Besluit (EU) nr. 2014/512/GBVB en Verordening (EU) nr. 833/2014 voorzien in vorenbedoelde aanvullende beperkende maatregelen. De aanvullende beperkende maatregelen betreffen:

  • een wapenembargo,

  • een verbod op de verkoop of levering van goederen voor militair gebruik,

  • een verbod op de verkoop of levering van goederen, alsmede technische bijstand of tussenhandeldiensten voor tweeërlei gebruik aan militaire eindgebruikers in de Russische Federatie,

  • een verbod op technische, financiële bijstand in verband met goederen en technologie opgenomen in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen ten behoeve van de Russische Federatie,

  • een verbod op de verkoop of levering van goederen of technologie bestemd voor de diepzee-exploratie en productie van olie, de exploratie en productie van olie in het Arctisch gebied of schalieolieprojecten,

  • een verplichte vergunning voor de verkoop of levering van bepaalde goederen of technologieën voor de olie-industrie in de Russische Federatie, en

  • beperkingen inzake de toegang tot de kapitaalmarkt.

Het ingevoegde artikel 1a van de onderhavige sanctieregeling stelt het overtreden van de beperkende maatregelen opgenomen in artikel 2 tot en met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 833/2014 (hierna: de verordening) strafbaar.

Artikel 2 van de verordening verbiedt de verkoop of levering van goederen voor tweeërlei gebruik aan militaire eindgebruikers in de Russische Federatie. Hiervan zijn uitgezonderd de leveringen die voortvloeien uit contracten die vóór 1 augustus 2014 zijn gesloten.

Artikel 3 van de verordening stelt een vergunning als voorwaarde voor de verkoop of levering van bepaalde technologieën voor de olie-industrie indien die technologie bestemd is voor gebruik in de Russische Federatie. Deze technologieën zijn opgenomen in bijlage II van de verordening. Een vergunning wordt slechts verstrekt indien de verkoop of levering voortvloeit uit een contract dat vóór 1 augustus 2014 is gesloten.

In artikel 4 van de verordening is het verbod opgenomen op het direct of indirect leveren van technische bijstand, financiering of financiële bijstand, in verband met goederen en technologie vermeld in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen3. Tevens is het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie voor tweeërlei gebruik verboden aan of ten behoeve van natuurlijke of rechtspersonen in de Russische Federatie of voor gebruik in de Russische Federatie indien deze goederen geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor militair gebruik of voor een militaire eindgebruiker.

Artikel 4, tweede lid, laat uitvoering van verplichtingen op grond van een contract met betrekking tot een verlening van bijstand dat vóór 1 augustus 2014 is gesloten onverlet, alsmede de verlening van bijstand die nodig is voor de instandhouding en veiligheid van binnen de Unie bestaande capaciteiten.

Artikel 4, derde lid, van de verordening schrijft een vergunning voor, voor de verstrekking van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand (waaronder bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering) in verband met in bijlage II van de verordening genoemde technologieën.

In artikel 5 van de verordening is een verbod neergelegd op de aankoop, verkoop, tussenhandel of bijstand bij de uitgifte van, of andere vormen van handel in, overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten met een looptijd van meer dan 90 dagen die zijn uitgegeven door de in bijlage III van de verordening genoemde instellingen, dochterondernemingen van deze instellingen die gevestigd zijn buiten de EU, of zij die handelen namens of op aanwijzing van de aangewezen instellingen of hun dochterondernemingen met vestiging buiten de EU. Het verbod heeft alleen betrekking op overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven ná 1 augustus 2014.

Artikel 12 van de verordening verbiedt het deelnemen aan activiteiten die tot gevolg hebben dat de artikelen 2, 4 en 5 van de verordening worden omzeild.

In artikel 1b van de regeling is het wapenembargo neergelegd, ter uitvoering van artikel 2 van het Besluit 2014/512/GBVB. Export en import van militaire goederen van en naar de Russische Federatie is verboden.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties .

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78)

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78)

X Noot
3

Zie Pb C 107 van 9 april 2014, blz. 1

Naar boven