Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 juli 2014, nr. MinBuZa.2014.59695, houdende beperkende maatregelen in verband met de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EG) nr 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L183);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

• 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L183).

• 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening (EG) nr. 692/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 3 van Verordening 692/2014 van toepassing is.

Artikel 2

• 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EG) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën voor zover het een aanmelding betreft over de financiering of verlening van financiële bijstand, verzekeringen of herverzekering in verband met de invoer van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol.

• 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EG) nr. 692/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het een aanmelding betreft over invoer van de goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTING

De Raad van de Europese Unie heeft tijdens de bijeenkomst op 20 en 21 maart 2014 de inlijving van de Autonome Republiek van de Krim (rowsep="1"de Krim’) en de stad Sebastopol (‘Sebastopol’) bij de Russische Federatie veroordeeld. De Raad heeft benadrukt deze inlijving niet te erkennen. Voorts werd de Europese Commissie verzocht de juridische gevolgen van die inlijving te evalueren en economische, handels- en financiële beperkingen ten aanzien van de Krim voor te stellen die snel kunnen worden uitgevoerd. Vorenbedoelde beperkingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L183). Het betreffen handelsbeperkende maatregelen, te weten een verbod op invoer van goederen die van oorsprong uit de Krim of Sebastopol afkomstig zijn. Voorts gelden beperkingen aangaande het direct of indirect verstrekken van financiering of verlenen van financiële bijstand, alsmede het sluiten verzekeringen en herverzekeringen in verband met de invoer van die goederen.

Verordening (EG) nr. 692/2014 voorziet in uitzonderingen (artikel 3 van Verordening (EG) nr. 692/2014) en overgangsperioden teneinde de gevolgen van de handelsbeperkende maatregelen voor marktdeelnemers zoveel mogelijk te beperken.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans