Bekendmaking houdende een verbod zich met een schip te bevinden in een gedeelte van het zeegebied (veiligheidszone) rondom Offshore Windpark Luchterduinen (Q10)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 6.10 van de Waterwet en artikel 8 van de Beleidsregels inzake toepassing Wet beheer Rijkswaterstaatswerken op installaties in de exclusieve economische zone;

Overwegende dat het in verband met de bescherming van het Offshore Windpark Luchterduinen (Q10) noodzakelijk is een gedeelte van het zeegebied (veiligheidszone) rondom het windpark inclusief het transformatorstation te sluiten voor het scheepvaartverkeer;

Maakt bekend:

Artikel 1

Het is verboden zich met een schip in het zeegebied (veiligheidszone) rondom het Offshore Windpark Luchterduinen (Q10) te bevinden, zoals aangegeven op de in de bijlage bij deze bekendmaking behorende kaart en waarvan de buitenrand 500 meter van de buitenrand van het windpark ligt.

Artikel 2

Artikel 1 is niet van toepassing op degenen die zich in opdracht van de eigenaar van het windpark of van de overheid voor het uitvoeren van werkzaamheden met een schip in het in dat artikel aangegeven gebied bevinden.

Artikel 3

Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het Afdelingshoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Zee en Delta, M. Harte

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta, afdeling Werkenpakket, ter attentie van mevrouw mr. J.C.M. Bol, Postbus 5807, 2280 HV Rijswijk.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Voldoet het bezwaarschrift niet aan deze eisen of is het te laat ingediend, dan kan het zijn dat het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat het bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat uitvoering van het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Het verzoek dient u in bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin uw woonplaats zich bevindt. De rechtbank zal u daarvoor wel griffierecht in rekening brengen.

TOELICHTING

Q10 Offshore Wind B.V. plaatst buiten de territoriale wateren de funderingen ten behoeve van de bouw van Offshore Windpark Luchterduinen (Q10), waarvan de hoekpunten zich op de volgende posities bevinden:

Windturbine

ED50 UTM zone 31

WSG84 UTM zone 31

 

(X)

(Y)

(E)

(N)

1

579376

5803869

4°09’52.95”

52°22’38.80”

6

576648

5805321

4°07’29.90”

52°23’27.18”

36

578587

5808923

4°09’15.49”

52°25’22.75”

43

582014

5809861

4°12’17.71”

52°25’51.29”

In verband met de bescherming van dit windpark en de scheepvaartveiligheid is het noodzakelijk een gedeelte van het zeegebied (veiligheidszone) rondom het windpark te sluiten voor het scheepvaartverkeer. Dit is het zeegebied aangegeven op de in de bijlage bij de bekendmaking behorende kaart waarvan de buitenrand 500 meter van de buitenrand van het windpark ligt.

Het gesloten gebied dient te worden beschouwd als een veiligheidszone als bedoeld in artikel 60 van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83). Deze bepaling is geïmplementeerd in artikel 6.10 van de Waterwet en nader uitgewerkt in artikel 8 van de Beleidsregels inzake toepassing Wet beheer Rijkswaterstaatswerken op installaties in de exclusieve economische zone.

Er is voor gekozen om een gebied van 500 meter rondom het gehele windpark voor de scheepvaart te sluiten en niet voor het sluiten van een gebied van 500 meter rondom iedere turbine en het zich eveneens in het windpark bevindende transformatorstation. Dit omdat het windpark functioneel en geografisch één geheel vormt, waarbinnen het vanwege de veiligheid (onder andere mogelijke verstoring van de radarapparatuur van schepen, beperkte manoeuvreerruimte voor schepen en de zich in het gebied bevindende kabels) niet gewenst is dat zich daar schepen bevinden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het Afdelingshoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Zee en Delta, M. Harte

Naar boven