Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 16 januari 2014, nr. MinBuZa.2014.10295, tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven in verband met gezinshereniging

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 1, tweede en derde lid, van het Rijksbesluit op de consulaire tarieven;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3a, vijfde lid, onder d, van de Regeling op de consulaire tarieven komt als volgt te luiden:

• d. met het oog op gezinshereniging ten behoeve van de belanghebbende die verblijf beoogt bij een vreemdeling aan wie een vergunning tot verblijf als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 is verleend, mits de belanghebbende binnen drie maanden na het verlenen van deze verblijfsvergunning de aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf heeft ingediend, dan wel dat zijn referent dit voor hem heeft gedaan, en de belanghebbende voldoet aan alle voorwaarden voor gezinshereniging in het kader van artikel 29, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de Vreemdelingenwet 2000 gewijzigd in het kader van een herschikking van de asielgronden alsmede op een aantal punten inzake nareis. Deze wijzigingen hebben ook gevolgen voor de regeling op de consulaire tarieven. Op 1 januari 2014 vervalt artikel 3:24a van de Vreemdelingenwet 2000. Gezinsleden komen vanaf 1 januari 2014 ook voor een afgeleide asielvergunning in aanmerking wanneer sprake is van een feitelijke gezinsband met de hoofdpersoon voor binnenkomst in Nederland (voorheen feitelijke gezinsband in land van herkomst) en ook indien zij niet dezelfde nationaliteit hebben als de hoofdpersoon, maar wel binnen drie maanden nadat de hoofdpersoon de asielvergunning kreeg, een aanvraag indienen. Artikel 3a, vijfde lid, onder d, van de Regeling op de consulaire tarieven is overeenkomstig gewijzigd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.