Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juli 2014, kenmerk 643230-123606-WJZ, houdende wijziging van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 41, tweede lid, van de Drank- en Horecawet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘artikel 44aa van de wet’ toegevoegd: , en met het toezicht op de naleving van artikel 45 van de wet.

2. In het tweede lid wordt na ‘artikel 44a’ toegevoegd: , en met het toezicht op de naleving van artikel 45 van de wet.

B

In artikel 3, onderdeel a, vervalt: binnen een jaar na aanstelling.

C

In artikel 4 vervallen het tweede en derde lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2014, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

In artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet wordt artikel 45 van de wet toegevoegd, zodat de in artikel 41 van de wet bedoelde ambtenaren ook belast zijn met het toezicht op de naleving van het alcoholverbod voor minderjarigen op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Hiermee verkrijgen die ambtenaren ook voor artikel 45 de bevoegd-heden van titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waaronder de bevoegdheid (zie artikel 5:15 Awb) om elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, ook als er nog geen feiten of omstandigheden zijn die wijzen op overtreding van die bepaling.

Daarnaast vervalt per 1 oktober 2014 de zinsnede ‘binnen een jaar na aanstelling’ in artikel 3, onderdeel a. Die zinsnede was bedoeld als een overgangsmaatregel en de overgangsperiode is op dat moment voorbij. Deze toevoeging was aanvankelijk nodig, omdat de burgemeester per 1 januari 2013 verantwoordelijk werd voor het toezicht op de naleving van de wet in zijn gemeente en hij vanaf die datum ook toezichthouders moest kunnen aanwijzen, die mogelijk nog geen examen toezichthouder Drank- en Horecawet hadden kunnen afleggen. Gezien het aantal toezichthouders dat sindsdien is opgeleid en aangesteld door burgemeesters is dit overbodig geworden en zullen toezichthouders vanaf 1 oktober 2014 eerst met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet moeten hebben afgelegd, alvorens ze als zodanig kunnen worden aangewezen.

Met deze wijziging is er ook geen grond meer voor het tweede en derde lid van artikel 4, die hiermee tevens komen te vervallen.

Deze regeling treedt op 1 oktober 2014 in werking met uitzondering van de wijziging van artikel 2 van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet (artikel I, onderdeel A), die zo snel mogelijk na publicatie van de regeling in werking treedt. Het is wenselijk dat deze bepaling zo snel mogelijk in werking treedt, omdat daarmee direct duidelijkheid ontstaat over de bevoegdheden van de ambtenaren die belast zijn met de handhaving van artikel 45 van de wet en het toezicht op naleving daarvan.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven