Regeling houdende wijziging van de Regeling immunisatie militairen 2002

20 december 2013

Nr: BS2013037201

De Minister van Defensie

Gelet op artikel 4 van de Wet immunisatie militairen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling immunisatie militairen 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden de onderdelen a tot en met d vervangen door:

  • a. difterie, tetanus en poliomyelitis (DTP),

  • b. hepatitis A en B, en

  • c. bof, mazelen en rode hond (BMR).

B

In artikel 2, eerste lid, vervalt: , tegen tyfus.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Revaccinatie vindt plaats tegen difterie, tetanus en poliomyelitis (DTP): telkens na tien jaar, met dien verstande dat bij een verwonding met gevaar voor tetanusinfectie:

  • 1°. bij een volledig gevaccineerde militair tussentijdse toediening van een dosis tetanusvaccin plaatsvindt indien de laatste vaccinatie meer dan tien jaar geleden werd gegeven;

  • 2°. bij een militair met een onvolledige vaccinatiestatus de immunisatie wordt afgerond door toediening van de volledige serie van drie DTP-inentingen alsmede toediening van tetanus-immunoglobuline;

  • 3°. bij een immuun-gecompromitteerde militair toediening van de volledige serie van drie DTP-inentingen alsmede toediening van tetanus-immunoglobuline plaatsvindt.

D

In artikel 4, eerste lid, worden de onderdelen e en f vervangen door:

  • e. Frühsommer meningo encephalitis (FSME),

  • f. Japanse encephalitis, en

  • g. buiktyfus.

E

In artikel 5, eerste lid, wordt na ‘meningitis’ ingevoegd: , tegen buiktyfus.

F

Aan artikel 6, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

  • g. buiktyfus: telkens na drie jaar.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

´s-Gravenhage, 20 december 2013

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert.

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt ertoe de verplichte vaccinatie van militairen tegen buiktyfus over te brengen van het standaard vaccinatiepakket naar het aanvullend vaccinatiepakket. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan het advies van de Commissie deskundigen immunisatie militairen (CDIM) terzake. De CDIM heeft aangegeven dat uit de veranderende epidemiologische inzichten ten aanzien van de wereldwijde verspreiding van deze infectieziekte is gebleken dat de kans op infectie in Nederland zeer laag is. Alleen in een beperkt aantal regio’s elders in de wereld, waaronder diverse landen in Azië en Afrika, lijkt kans op het oplopen van buiktyfus nog aanwezig.

Gelet hierop is het niet langer noodzakelijk om standaard iedere militair te vaccineren tegen deze infectie. Om die reden wordt deze vaccinatie overgeheveld van de in de artikelen 1 tot en met 3 van de Regeling immunisatie militairen 2002 vervatte standaardvaccinaties naar het in de artikelen 4 tot en met 6 opgenomen aanvullend vaccinatiepakket, dat slechts wordt uitgevoerd indien de militair verblijft in een gebied waar de betrokken ziekte endemisch is of waar een epidemie van de betrokken ziekte heerst. Omdat het Ministerie van Defensie alleen vaccineert tegen de tyfusvariant buiktyfus, wordt in de regeling deze benaming gebruikt.

Aangezien de wijziging van de regeling voor militairen een verlichting van voorgeschreven vaccinaties betekent, wordt voor de inwerkingtreding van deze regeling niet aangesloten bij de vaste verandermomenten.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert.

Naar boven