Regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2014, nr. WJZ / 14099314, tot vaststelling van de subsidieplafonds en termijnen van openstelling van EZ-subsidieregelingen (Regeling openstelling EZ-subsidies 2014)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Kaderwet EZ-subsidies, artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies, de artikelen 1:3, 1:7, 1:15, vierde lid, 1:16, eerste lid, en 1:17, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies en artikel 3.9.9, tweede lid, van de Regeling nationale EZ-subsidies;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. BEPALINGEN INZAKE DE REGELING NATIONALE EZ-SUBSIDIES

Artikel 1

  • 1. Als perioden, waarin subsidieaanvragen kunnen worden ingediend krachtens de in kolom 2 genoemde titels van de Regeling nationale EZ-subsidies en de in kolom 3 genoemde artikelen van die regeling, in voorkomende gevallen verbijzonderd naar de in kolom 4 omschreven of aangeduide groepen van aanvragers, projecten of aanvragen, worden vastgesteld de daarbij behorende perioden, genoemd in kolom 5. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien zij op de genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2. Als subsidieplafond wordt per in kolom 5 genoemde periode het daarbij behorende in kolom 6 genoemde bedrag vastgesteld.

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Nr.

    Instrument

    Artikel

    Groep

    Openstelling

    Plafond €

    1

    Titel 2.2: Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij

    2.2.2, eerste lid, onderdeel a

     

    12-08-2014 t/m 11-09-2014

    440.000

    2

    Titel 2.2: Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij

    2.2.2, eerste lid, onderdeel b

     

    12-08-2014 t/m 11-09-2014

    360.000

    3

    Titel 2.3: Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw

    2.3.2

         

    4

    Titel 2.4: Groene-plus lectoraten

    2.4.2

     

    01-08-2014 t/m 15-09-2014

    2.700.000

    5

    Titel 2.5: Garantstelling landbouw

    2.5.2

         

    6

    Titel 3.2: TKI-toeslag

    3.2.2, onderdeel a

     

    02-12-2013 t/m 03-02-2014

    21-04-2014 t/m 15-09-2014

     

    7

    Titel 3.2: TKI-toeslag

    3.2.2, onderdeel b

     

    02-12-2013 t/m 15-09-2014

     

    8

    Titel 3.5: Innovatieprestatiecontracten

    3.5.3

         

    9

    Titel 3.6: Regionale investeringsprojecten

    3.6.2

         

    10

    Titel 3.7: Eurostarsprojecten

    3.7.2

     

    19-6-2014 t/m 01-07-2014

    9.250.000

    11

    Titel 3.8: Internationaal innoveren

    3.8.2

    ITEA2-innovatieprojecten

    21-02-2014 t/m 07-03-2014

    9.000.000

    12

    Titel 3.9: Innovatiekredieten

    3.9.2

    Klinische ontwikkelingsprojecten

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    20.000.000

    13

    Titel 3.9: Innovatiekredieten

    3.9.2

    Technische ontwikkelingsprojecten

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    40.000.000

    14

    Titel 3.10: Seed capital technostarters

    3.10.2

     

    01-08-2014 t/m 01-10-2014

    18.000.000

    15

    Titel 3.11: Borgstelling MKB-kredieten

    3.11.2

    Bedrijfsborgstellingskredieten (banken en kredietinstellingen in de zin van de Wet financiële markten BES)

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    580.000.000

    16

    Titel 3.11: Borgstelling MKB-kredieten

    3.11.2

    Bedrijfsborgstellingskredieten (door de minister aangewezen kredietverstrekkers)

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    25.000.000

    17

    Titel 3.12: Groeifaciliteit

    3.12.2

     

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    50.000.000

    18

    Titel 3.13: Garantie ondernemingsfinanciering

    3.13.2 en 3.14.2

     

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    250.000.000

    19

    Titel 3.15: Garantieregeling scheepsnieuwbouwfinanciering

    3.15.2

     

    01-01-2014 t/m 31-12-2014

    1.000.000.000

    20

    Titel 3.16 Vroege fase financiering

    3.16.2

    MKB-ondernemer

    01-07-2014 t/m 01-12-2014

    2.250.000

    21

    Titel 3.16 Vroege fase financiering

    3.16.7

    Innovatieve starter

    01-07-2014 t/m 01-12-2014

    2.250.000

    22

    Titel 3.16 Vroege fase financiering

    3.16.12

    Academische innovatieve starter

    01-09-2014 t/m 01-10-2014

    1.900.000

    23

    Risico’s dekken voor aardwarmte

    4.3.2

         

    24

    Indirecte emissiekosten ETS

    4.4.2

     

    01-01-2014 t/m 28-02-2014

    77.000.000

    25

    Wind op zee projecten

    4.5.2

    1. Ondersteuningsconstructies

    04-06-2014 t/m 09-09-2014

    1.250.000

    2. Optimalisatie van de windcentrale

    04-06-2014 t/m 09-09-2014

    500.000

    3. Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet

    04-06-2014 t/m 09-09-2014

    500.000

    4. Transport, Installatie en Logistiek

    04-06-2014 t/m 09-09-2014

    1.500.000

    5. Beheer en Onderhoud

    04-06-2014 t/m 09-09-2014

    1.250.000

    26

    Wind op zee-haalbaarheidsstudies

    4.6.2

    1. Ondersteuningsconstructies

    15-04-2014 t/m 07-10-2014

    125.000

    2. Optimalisatie van de windcentrale

    15-04-2014 t/m 07-10-2014

    50.000

    3. Intern elektrisch netwerk en aansluiting op het hoogspanningsnet

    15-04-2014 t/m 07-10-2014

    50.000

    4. Transport, Installatie en Logistiek

    15-04-2014 t/m 07-10-2014

    150.000

    5. Beheer en Onderhoud

    15-04-2014 t/m 07-10-2014

    125.000

Artikel 2

De percentages, bedoeld in artikel 3.9.9, tweede lid, van de Regeling nationale EZ-subsidies, bedragen voor de in 2014 aangevraagde subsidies voor innovatiekredieten:

  • a. het basispercentage: 2 procent per jaar;

  • b. de opslag voor technische ontwikkelingsprojecten: 2 procent per jaar;

  • c. de opslag voor klinische ontwikkelingsprojecten: 5 procent per jaar;

  • d. de opslag voor het terugbetalingsrisico: 3 procent per jaar.

Artikel 3

  • 1. Als perioden, waarin subsidieaanvragen kunnen worden ingediend krachtens de titels 3.3 en 3.4 van de Regeling nationale EZ-subsidies voor de in kolom 2 genoemde artikelen van die regeling, worden vastgesteld de daarbij behorende perioden, genoemd in kolom 5. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien zij op de genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2. Activiteiten komen slechts in aanmerking voor subsidie indien zij passen binnen de in kolom 4 genoemde thema’s, opgenomen in het programma in de in kolom 3 genoemde bijlage, bedoeld in artikel 3.4.2, eerste lid, van de Regeling nationale EZ-subsidies.

  • 3. Als subsidieplafond wordt per in kolom 5 genoemde periode het daarbij behorende in kolom 6 genoemde bedrag vastgesteld.

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Nr.

    Artikel

    Programma

    Thema’s

    Openstelling

    Plafond €

    1

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 1 HTSM

    1 t/m 17

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    200.000

    2

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 1 HTSM

    1 t/m 17

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    3.800.000

    3

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 2 T&U

    1 t/m 4

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    50.000

    4

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 2 T&U

    1 t/m 4

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    250.000

    5

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    3.4.8 MIT-kennisvouchers

    Bijlage 2 T&U

    1 t/m 4

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    750.000

    6

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 2 T&U

    1 t/m 4

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    950.000

    7

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 3 Logistiek

    1 t/m 5

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    8

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 3 Logistiek

    1 t/m 5

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    9

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    3.4.8 MIT-kennisvouchers

    3.4.16 inhuur personeel

    3.4.26 MIT-ipc

    Bijlage 3 Logistiek

    1 t/m 5

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    900.000

    10

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 3 Logistiek

    1 t/m 5

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    900.000

    11

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 4 LSH

    1 t/m 10

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    12

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 4 LSH

    1 t/m 10

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    200.000

    13

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    3.4.8 MIT-kennisvouchers

    Bijlage 4 LSH

    1 t/m 10

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    600.000

    14

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 4 LSH

    1 t/m 10

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    1.100.000

    15

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 5 Water

    1 t/m 3

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    16

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    3.4.8 MIT kennisvouchers

    Bijlage 5 Water

    Haalbaarheidsstudies 1 en 2

    Vouchers 2 en 3

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    1.002.900

    17

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 5 Water

    1 t/m 3

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    897.100

    18

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    1C t/m 7C

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    19

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    8B t/m 12B

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    20

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    13E t/m 39E

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    21

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    1C t/m 7C

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    150.000

    22

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    8B t/m 12B

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    150.000

    23

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    13E t/m 39E

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    200.000

    24

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    3.4.16 inhuur personeel

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    1C t/m 7C

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    550.000

    25

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    8B t/m 12B

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    400.000

    26

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    13E t/m 39E

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    1.200.000

    27

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    1C t/m 7C

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    1.216.500

    28

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    8B t/m 12B

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    1.350.000

    29

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 6 Chemie, Biobased en Energie

    13E t/m 39E

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    500.000

    30

    3.3.4 netwerkactiviteiten

    Bijlage 7 Creatief

    1 t/m 6

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    31

    3.3.6 innovatiemakelaars

    Bijlage 7 Creatief

    1 t/m 6

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    100.000

    32

    3.4.8 MIT-kennisvouchers

    3.4.26 MIT-IPC

    Bijlage 7 Creatief

    1 t/m 6, A t/m D en a t/m d

    IPC 1 t/m 6, A t/m D en a of b

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    860.000

    33

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 7 Creatief

    1 t/m 6, A t/m D en a t/m d

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    940.000

    34

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 8 Agrifood

    1 t/m 11

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    1.913.600

    35

    3.4.4 MIT haalbaarheidsstudies

    Bijlage 8 Agrifood

    1 t/m 11

    15-4-2014 t/m 12-5-2014

    478.400

    36

    3.4.20 MIT R&D samenwerkingsproject

    Bijlage 1 t/m 8

    Alle thema’s uit de bijlagen 1 t/m 8

    3-6-2014 t/m 22-9-2014

    8.000.000

Artikel 4

  • 1. Als perioden waarin subsidieaanvragen kunnen worden ingediend krachtens titel 4.2 van de Regeling nationale EZ-subsidies voor de in kolom 2 genoemde artikelen van die regeling, worden vastgesteld de daarbij behorende perioden, genoemd in kolom 5. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien zij op de genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2. Indien prioriteitsthema’s zijn aangegeven, komen activiteiten slechts in aanmerking voor subsidie indien zij passen binnen de in kolom 4 genoemde prioriteitsthema’s, opgenomen in de bijlage behorende bij de in kolom 3 genoemde projecten in de Regeling nationale EZ-subsidies.

  • 3. Als subsidieplafond wordt per in kolom 5 genoemde periode het daarbij behorende in kolom 6 genoemde bedrag vastgesteld.

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Nr.

    Artikel

    Project

    Prioriteitsthema / programmalijn uit de bijlage

    Openstelling

    Subsidieplafond

    1

    4.2.9

    BBE Innovatieproject

     

    t/m 7 oktober

    3,1 mln

    2

    4.2.16

    BBE-KEW project

     

    t/m 7 oktober

    6,8 mln

    3

    4.2.23

    STEM-project

     

    t/m 17 juni

    1,5 mln

    4

    4.2.30

    GG-project

     

    t/m 24 juni

    6,7 mln

    5

    4.2.30

    GG-project

     

    1 juli t/m 7 oktober

    6,7 mln

    6

    4.2.44

    LNG-project

     

    t/m 17 juni

    1,4 mln

    7

    4.2.51

    ZEGO-project

     

    t/m 16 september

    1,0 mln

    8

    4.2.58

    EnerGO-project

    3. Regeling energieprestatie en control

    t/m 20 mei

    0,4 mln

    4. Multifunctionele bouwdelen

    t/m 20 mei

    0,6 mln

    5. Energieopwekking, distributie en opslag op gebiedsniveau

    t/m 20 mei

    1,5 mln

    9

     

    Early adopterproject

     

    t/m 7 oktober

    0,4 mln

    10

     

    Piltoproject energiebesparing industrie

    Omzetting en scheiding

    t/m 9 september

    0,8 mln

    Utilities en control

    t/m 9 september

    0,8 mln

    11

     

    PV-project

    1.1: Wafergebaseerde kristallijn silicium PV technologieën

    t/m 20 mei

    1,85 mln

    1.2: Dunne film PV technologieën

    t/m 20 mei

    1,4 mln

    1.3: Nieuwe, hybride en generiek toepasbare PV technologieën

    t/m 20 mei

    0,5 mln

    1.4: Applicatieontwikkeling en demonstratie van Nederlandse PV- technologieën

    t/m 20 mei

    0,9 mln

    12

     

    PV-project

    1.1: Wafergebaseerde kristallijn silicium PV technologieën

    1 juni t/m 16 september

    1,75 mln

    1.2: Dunne film PV technologieën

    1 juni t/m 16 september

    1,3 mln

    13

    4.2.65

    DEI-project

     

    t/m 4 november

    24,285 mln

    14

    4.2.72

    Systeemintegratieproject

    1. Hybride energie-infrastructuren en energieopslag

    t/m 21 oktober

    2,0 mln

    2. Keteninteracties

    t/m 21 oktober

    0,8 mln

    15

    4.2.79

    Jip-energiebesparing industrieproject

    Nieuwe generatie scheidingstechnologie als vervanging van energie-intensieve destillatie

    t/m 21 oktober

    1,0 mln

    Intensifiëren van processen en optimaliseren van warmte- en stofoverdracht

    t/m 21 oktober

    0,4 mln

    Energie-efficiënte manier van gasscheiding en gasbehandeling

    t/m 21 oktober

    0,3 mln

    Verwijderen van waardevolle componenten uit waterstromen, en ontwikkelen van alternatieven voor huidige energie-intensieve behandelingsmethoden zoals verdamping

    t/m 21 oktober

    0,8 mln

    Nieuwe generatie warmtegebruik systemen

    t/m 21 oktober

    1 mln

    16

    4.2.86

    Wind op zee jip

     

    t/m 16 september

    4,5 mln

    4.2.93

    EnerGO CCO-project

     

    t/m 9 september

    3,7 mln

    17

    4.2.100

    Smart grids-project

    1. Energiemanagement voor flexibiliteit in het energiesysteem

    t/m 21 oktober

    2,22 mln

    2. Informatie en Control Systems voor flexibiliteit in de energie-infrastructuur

    t/m 21 oktober

    1,48 mln

    18

    4.2.107

    Energiebesparing industrie: Early adopterproject

     

    t/m 7 oktober

    0,4 mln

    19

    4.2.113

    Energiebesparing industrie: pilotprojecten

    Omzetting en scheiding

    t/m 9 september

    0,8 mln

    Utilities en control

    t/m 9 september

    0,8 mln

    20

    4.2.120

    PV-technologie

    1.1: Wafergebaseerde kristallijn silicium PV technologieën

    t/m 20 mei

    1,85 mln

    1.2: Dunne film PV technologieën

    t/m 20 mei

    1,4 mln

    1.3: Nieuwe, hybride en generiek toepasbare PV technologieën

    t/m 20 mei

    0,5 mln

    1.4: Applicatieontwikkeling en demonstratie van Nederlandse PV- technologieën

    t/m 20 mei

    0,9 mln

    21

    4.2.120

    PV-project

    1.1: Wafergebaseerde kristallijn silicium PV technologieën

    1 juni t/m 16 september

    1,75 mln

    1.2: Dunne film PV technologieën

    1 juni t/m 16 september

    1,3 mln

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN INZAKE DE REGELING LNV-SUBSIDIES

§ 1. Garantstelling landbouw en aquacultuur

Artikel 5
  • 1. Aanvragen voor garantstellingen als bedoeld in hoofdstuk 2, titel 12, paragraaf 1, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 2 januari 2014 tot en met 31 december 2014.

  • 2. Aanvragen voor garantstellingen als bedoeld in hoofdstuk 4, titel 4, paragraaf 4a, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 2 januari 2014 tot en met 31 december 2014.

Artikel 6

Het subsidieplafond bedraagt:

  • a. € 50.000.000,00 voor garantstellingen als bedoeld in artikel 2:70, eerste lid en artikel 4:60a, eerste lid van de Regeling LNV-subsidies;

  • b. € 80.000.000,00 voor garantstellingen als bedoeld in artikel 2:80, tweede lid en artikel 4:60d, eerste lid, onderdeel a van de Regeling LNV-subsidies.

§ 2. Nationale en grensoverschrijdende parken

Artikel 7

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3:34 van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 2 januari 2014 tot en met 31 december 2014.

Artikel 8

Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000,00.

§ 3. Versterking natuur- en bosbeheer bij bos- en landgoedeigenaren

Artikel 9

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3:51, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:51, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling LNV-subsidies in de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 april 2014.

Artikel 10

Het subsidieplafond bedraagt € 30.000.

§ 4. Investeringen in perspectief garnalenvisserij

Artikel 11

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 4:39 van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 1 april 2014 tot en met 30 april 2014.

Artikel 12

Het subsidieplafond bedraagt € 1.200.000.

§ 5. Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot van fijn stof

Artikel 13
  • 1. Aanvragen tot subsidieverlening voor een investering in een techniek ter vermindering van de uitstoot van fijn stof als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 5, punt A, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend door landbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 5, punt B, van de Regeling LNV-subsidies.

  • 2. Aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 7 april 2014 tot en met 2 mei 2014.

  • 3. Er kan slechts één aanvraag worden ingediend per inrichting als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.

  • 4. Landbouwondernemingen die op grond van artikel 2:37 van de Regeling LNV-subsidies en artikel 65a van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009, artikel 44a van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010, artikel 44 van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 of artikel 23a van het Openstellingsbesluit LNV-subsidie 2013 subsidie hebben ontvangen, komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 14
  • 1. Overeenkomstig artikel 1:4 van de Regeling LNV-subsidies wordt een aanvraag tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 13, eerste lid, hoger gerangschikt naarmate:

    • a. de inrichting, bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, gelegen is in een gebied als bedoeld in bijlage 5 van de Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (3 punten);

    • b. de techniek ter vermindering van de uitstoot van fijn stof wordt toegepast in de pluimveehouderij (3 punten) of overige veehouderij (1 punt);

    • c. de aanvrager in het bezit is van de vereiste omgevingsvergunning (milieu), omgevingsvergunning beperkte milieutoets of melding dan wel deze heeft aangevraagd (1 punt).

  • 2. In geval van overschrijding van het subsidieplafond, worden aanvragen tot subsidieverlening die op grond van het eerste lid gelijk zijn gewaardeerd, door loting gerangschikt.

  • 3. Een aanvraag tot wijziging van de subsidieverlening die betrekking heeft op een techniek, bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 5, punt A, van de Regeling LNV-subsidies, wordt uitsluitend toegewezen indien de waardering, bedoeld in het eerste lid, als gevolg van de wijziging gelijk blijft of hoger wordt.

Artikel 15

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 16

In afwijking van artikel 1:14, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen aanvragen tot subsidievaststelling worden ingediend tot en met 31 augustus 2017.

Artikel 17
  • 1. De subsidie bedraagt 55% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten minste € 5.000 en ten hoogste € 100.000.

  • 3. Indien de activiteit waar de aanvraag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, betrekking op heeft tevens uit andere hoofde of anderszins op grond van de regeling wordt gesubsidieerd, wordt bij de vaststelling het subsidiebedrag zodanig verminderd dat het totaal van alle subsidies voor die activiteit niet hoger is dan 60% van de subsidiabele kosten.

Artikel 18

Het subsidieplafond bedraagt € 5.000.000.

Artikel 19

Artikel 1:20, vijfde lid, van de Regeling LNV-subsidies is van overeenkomstige toepassing.

§ 6. Duurzame ontwikkeling visserijgebieden

Artikel 20
  • 1. Aanvragen tot verlening van subsidie als bedoeld in artikel 4:33c, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, kunnen voor de visserijgebieden opgenomen in bijlage 5, onderdeel A, van de Regeling LNV-subsidies worden ingediend in de periode van 1 mei 2014 tot en met 28 mei 2014.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt voor het visserijgebied opgenomen in:

    • a. bijlage 5, onderdeel A, onder 3, van de Regeling LNV-subsidies: € 185.000;

    • b. bijlage 5, onderdeel A, onder 4, van de Regeling LNV-subsidies: € 546.000.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten waarvan de subsidiabele kosten in totaal minder bedragen dan € 100.000.

Artikel 21

Artikel 1:2, tweede lid, van de Regeling LNV-subsidies is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 20 met dien verstande dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend niet zijn begonnen voor 1 januari 2007.

Artikel 22

Een aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een liquiditeitsoverzicht of een overzicht van de gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 23

In afwijking van artikel 4:33f, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, voert de subsidieontvanger het project waarvoor de subsidie is verleend uit voor 1 januari 2016.

Artikel 24

In aanvulling op artikel 1:15, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, komen kosten die betaald zijn na 31 december 2015 niet voor subsidie in aanmerking.

§ 7. Beroepsopleiding & Voorlichting

Artikel 25

Aanvragen tot verlening van een subsidie voor de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 2:3, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 11 augustus 2014 tot en met 25 augustus 2014.

Artikel 26

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 25 kunnen uitsluitend worden ingediend voor de in artikel 2:3, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, en g, van de in de Regeling LNV-subsidies genoemde typen bedrijfsconsulten of de in het derde lid van dat artikel genoemde opleidingen, trainingen of voorlichtingsbijeenkomsten, en uitsluitend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:

  • a. de implementatie van de regelgeving voor het verminderen van de uitstoot van ammoniak;

  • b. de aanpassingen in het bedrijfssysteem voor het verminderen van de uitstoot van ammoniak;

  • c. de financieringsmogelijkheden voor investeringen voor het verminderen van de uitstoot van ammoniak;

  • d. het verwerven van technische kennis en vaardigheden voor het verminderen van de uitstoot van ammoniak.

Artikel 27

Per landbouwonderneming kan slechts voor één activiteit een aanvraag tot subsidieverlening worden ingediend.

Artikel 28

In afwijking van artikel 1:17 van de Regeling LNV-subsidies worden geen voorschotten verleend.

Artikel 29

Onverminderd artikel 2:7 van de Regeling LNV-subsidies bedraagt de subsidie ten hoogste € 250 per dagdeel.

Artikel 30

Het subsidieplafond bedraagt € 500.000.

§ 8. Meetprogramma's / meetinstrumenten (Samenwerking bij innovatieprojecten)

Artikel 31
  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2:32, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 11 augustus 2014 tot en met 10 september 2014.

  • 2. In afwijking van artikel 2:32, tweede lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen aanvragen uitsluitend worden ingediend door een samenwerkingsverband van veehouderijen en agro-MKB-ondernemingen, die voor gezamenlijke rekening en risico een innovatieproject uitvoeren dat gericht is op het vaststellen van de vermindering van de uitstoot van ammoniak van nieuwe stalmaatregelen en nieuwe voer- en managementmaatregelen overeenkomstig het protocol voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij 2013 van nieuwe stalsystemen of nieuwe voer- en managementmaatregelen.

  • 3. De nieuwe stalmaatregelen en nieuwe voer- en managementmaatregelen, bedoeld in het tweede lid, voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a. zij beschikken niet voor zover het nieuwe stalmaatregelen betreft over een in de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij vastgestelde emissiefactor of voor zover het nieuwe voer- en managementmaatregelen betreft over een in het overzicht PAS maatregelen vastgesteld reductiepercentage voor ammoniak op basis van metingen;

    • b. de uitstoot van geur, fijn stof (PM10), zeer fijn stof (PM2,5), lachgas, methaan en de aspecten dierenwelzijn, diergezondheid en arbeidsomstandigheden verslechteren als gevolg van de maatregelen niet ten opzichte van overige huisvestingssystemen in de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij;

    • c. de stalmaatregelen leiden tot een emissiewaarde van ten hoogste 75% ten opzichte van:

      • 1°. de maximale emissiewaarde voor de specifieke diercategorie, bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij;

      • 2°. de emissiefactor voor overige huisvestingssystemen in de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij, indien er voor de desbetreffende diercategorie geen maximale emissiewaarde is vastgesteld in bijlage 1 bij het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.

    • d. de voer- en managementmaatregelen leiden tot een emissiewaarde van ten hoogste 90% ten opzichte van de emissiefactor voor overige huisvestingssystemen in de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij.

  • 4. Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die geheel of gedeeltelijk door het Rijk worden gefinancierd op grond van een andere voorziening of op grond van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2013.

Artikel 32

In afwijking van artikel 2:34, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies vangt het project aan binnen drie maanden na de datum van subsidieverlening.

Artikel 33

In afwijking van artikel 1:17 van de Regeling LNV-subsidies worden geen voorschotten verleend.

Artikel 34

In afwijking van artikel 2:36, tweede lid, van de Regeling LNV-subsidies bedraagt de subsidie ten hoogste € 50.000.

Artikel 35

Het subsidieplafond bedraagt:

  • a. € 250.000 voor innovatieprojecten met betrekking tot stalmaatregelen;

  • b. € 250.000 voor innovatieprojecten met betrekking tot voer- en managementmaatregelen.

Artikel 36

In afwijking van artikel 2:35 van de Regeling LNV-subsidies wordt subsidie verstrekt voor de kosten die de aanvrager verschuldigd is aan de meetinstantie en de betrokken laboratoria.

Artikel 37

In afwijking van artikel 2:33 van de Regeling LNV-subsidies is artikel 1:6 van de Regeling LNV-subsidies van toepassing.

§ 9. Integraal duurzame stallen en houderijsystemen

Artikel 38
  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie voor een investering in een integraal duurzame stal of houderijsysteem als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 4, punt A, bij de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 29 augustus 2014.

  • 2. In afwijking van bijlage 2, hoofdstuk 4, punt B, bij de Regeling LNV-subsidies kunnen aanvragen worden ingediend door landbouwondernemingen die werkzaam zijn in de:

    • a. melkveehouderij;

    • b. vleesveehouderij;

    • c. schapenhouderij;

    • d. geitenhouderij;

    • e. varkenshouderij;

    • f. kalverenhouderij;

    • g. pluimveehouderij, inclusief eenden- en kalkoenenhouderij, of

    • h. konijnenhouderij.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing op varkens- en pluimveehouderijen gelegen in extensiveringsgebieden als bedoeld in artikel 1 van de Reconstructiewet concentratiegebieden.

  • 4. De landbouwondernemingen, bedoeld in het tweede lid, zijn ten hoogste 3.000 meter verwijderd van een gebied als beschreven in de bijlage bij deze regeling.

  • 5. De investering in een integraal duurzame stal of houderijsysteem als bedoeld in het eerste lid leidt tot een emissiewaarde van ten hoogste 75% ten opzichte van:

    • a. de maximale emissiewaarde voor de specifieke diercategorie, bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij of

    • b. de emissiefactor voor overige huisvesting in de bijlage bij de Regeling ammoniak en veehouderij of, indien voor de desbetreffende diercategorie geen maximale emissiewaarde is vastgesteld, in bijlage 1 bij het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.

Artikel 39
  • 1. Er kan slechts één aanvraag worden ingediend per inrichting als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend voor een integraal duurzame stal of houderijsysteem als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 4, punt A, bij de Regeling LNV-subsidies indien voor dezelfde subsidiabele activiteit eerder op grond van artikel 29 van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 subsidie is verleend.

Artikel 40

In afwijking van artikel 2:41 van de Regeling LNV-subsidies, bedraagt de subsidie 40% van de subsidiabele kosten, met dien verstande dat de subsidie ten hoogste € 250.000 bedraagt.

Artikel 41

Het subsidieplafond bedraagt: € 9.000.000.

Artikel 42
  • 1. De door de Minister van Economische Zaken ingestelde beoordelingscommissie brengt na de beoordeling van de aanvragen, bedoeld in artikel 8bb, advies uit aan de Minister van Economische Zaken in de vorm van een rangschikking.

  • 2. Overeenkomstig artikel 1:4 van de Regeling LNV-subsidies wordt een aanvraag hoger gerangschikt:

    • a. indien de integraal duurzame stal of het houderijsysteem waarin wordt geïnvesteerd in de beginfase van marktintroductie verkeert;

    • b. naarmate de investering in de integraal duurzame stal of het houderijsysteem meer economisch of technisch perspectief heeft;

    • c. naarmate er voor de investering in de integraal duurzame stal of het houderijsysteem een betere verhouding tussen de prijs en de kwaliteit bestaat, gezien het aangevraagde subsidiebedrag en de verbetering van het dierenwelzijn;

    • d. naarmate er voor de investering in de integraal duurzame stal of het houderijsysteem een betere verhouding tussen de prijs en de kwaliteit bestaat, gezien het aangevraagde subsidiebedrag en de verbetering van het milieu, de diergezondheid of de arbeidsomstandigheden;

    • e. naarmate de vermindering van de uitstoot van ammoniak hoger is;

    • f. naarmate de landbouwonderneming al dan niet in het bezit is van de in voorkomend geval noodzakelijke vergunningen voor de uitvoering van het investeringsplan dan wel deze vergunningen heeft aangevraagd op het moment van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 3. Aanvragen tot subsidieverlening die op grond van het tweede lid inhoudelijk gelijk zijn gewaardeerd worden gerangschikt door loting voor zover door die aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 4. Als beoordelingscommissie, bedoeld in het eerste lid, wordt ingesteld de beoordelingscommissie concurrerende landbouw.

Artikel 43

De extra kosten, bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 4, punt C, bij de Regeling LNV-subsidies betreffen de kosten die worden gemaakt naast de norminvesteringen met betrekking tot dierenwelzijn en, voor zover van toepassing met betrekking tot milieu of diergezondheid, in een gangbare stal, als bedoeld in de kwantitatieve informatie veehouderij.

§ 10. Verdergaande verduurzaming land- en tuinbouw in het kader van nieuwe uitdagingen (POP NU)

Artikel 44

Aanvragen tot verlening van een subsidie voor een investering als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 7, punt A, categorie 7, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 14 juli 2014 tot en met 8 augustus 2014.

Artikel 45

In afwijking van artikel 1:14, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen aanvragen tot subsidievaststelling worden ingediend tot en met 30 september 2016.

Artikel 46

Per glastuinbouwonderneming, bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 7, punt B, onderdeel c, kan één aanvraag worden ingediend voor een investering, als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 7, punt A, categorie 7.

Artikel 47

In afwijking van artikel 1:17 van de Regeling LNV-subsidies worden geen voorschotten verleend.

Artikel 48
  • 1. In afwijking van artikel 2:41 van de Regeling LNV-subsidies bedraagt de subsidie 25% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten minste € 5.000 en ten hoogste € 50.000.

  • 3. In afwijking van het tweede lid bedraagt een subsidie voor de in bijlage 2, hoofdstuk 7, punt A, categorie 7, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies opgesomde apparatuur, installaties of machines ten hoogste:

    • a. € 187.500 voor onderdeel c;

    • b. € 125.000 voor onderdeel d;

    • c. € 150.000 voor onderdeel e;

    • d. € 225.000 voor onderdeel g.

Artikel 49

Het subsidieplafond bedraagt € 7.000.000.

§ 11. Behoud zeldzame landbouwhuisdierrassen

Artikel 50

Een aanvraag tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3:61 van de Regeling-LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 14 juli 2014 tot en met 25 juli 2014.

Artikel 51

Het subsidieplafond bedraagt € 120.000.

§ 12. Investeringen in aalbedwelmingsapparatuur

Artikel 52

Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 4:66a, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies kunnen worden ingediend in de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014.

Artikel 53

Het subsidieplafond bedraagt € 400.000.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 54

Met betrekking tot het verstrekken van subsidies door de Minister van Economische Zaken op grond van wettelijke voorschriften of onderdelen daarvan kunnen aanvragen om subsidie in 2014, behoudens aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 4 van de Kaderwet EZ-subsidies, slechts worden ingediend indien in deze regeling of in enig ander wettelijk voorschrift daarvoor een periode is vastgesteld.

Artikel 55

De Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 56

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 57

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling openstelling EZ-subsidies 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 juli 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 38, VIERDE LID

Tabel gebieden Programmatische Aanpak Stikstof

Nr.

N2000-gebieden Programmatische Aanpak Stikstof

55

Aamsveen

47

Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek

13

Alde Feanen

17

Bakkeveense Duinen

33

Bargerveen

63

Bekendelle

156

Bemelerberg & Schiepersberg

46

Bergvennen & Brecklenkampse Veld

112

Biesbosch

65

Binnenveld

41

Boetelerveld

44

Borkeld

144

Boschhuizerbergen

83

Botshol

128

Brabantse Wal

155

Brunssummerheide

153

Bunder- en Elsloërbos

53

Buurserzand & Haaksbergerveen

125

Canisvliet (Drie Kreken)

96

Coepelduynen

69

De Bruuk

35

De Wieden

139

Deurnsche Peel & Mariapeel

49

Dinkelland

25

Drentse Aa-gebied

27

Drents-Friese Wold & Leggelderveld

26

Drouwenerzand

5

Duinen Ameland

84

Duinen Den Helder-Callantsoog

2

Duinen en Lage Land Texel

101

Duinen Goeree & Kwade Hoek

6

Duinen Schiermonnikoog

4

Duinen Terschelling

3

Duinen Vlieland

30

Dwingelderveld

89

Eilandspolder

28

Elperstroomgebied

40

Engbertsdijksvenen

23

Fochteloërveen

67

Gelderse Poort (Rijntakken)

154

Geleenbeekdal

157

Geuldal

115

Grevelingen

140

Groote Peel

29

Holtingerveld (Havelte-Oost)

92

Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske

133

Kampina & Oisterwijkse Vennen

135

Kempenland-West

88

Kennemerland-Zuid

81

Kolland & Overlangbroek

116

Kop van Schouwen

61

Korenburgerveen

114

Krammer-Volkerak

158

Kunderberg

58

Landgoederen Brummen

50

Landgoederen Oldenzaal

130

Langstraat

136

Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

48

Lemselermaten

147

Leudal

21

Lieftinghsbroek

70

Lingegebied & Diefdijk-Zuid

71

Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem

51

Lonnekermeer

131

Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen

145

Maasduinen

117

Manteling van Walcheren

31

Mantingerbos

32

Mantingerzand

97

Meijendel & Berkheide

149

Meinweg

94

Naardermeer

103

Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

161

Noorbeemden & Hoogbos

87

Noordhollands Duinreservaat

22

Norgerholt

141

Oeffelter Meent

37

Olde Maten & Veerslootlanden

95

Oostelijke Vechtplassen

118

Oosterschelde

91

Polder Westzaan

134

Regte Heide & Riels Laag

150

Roerdal

18

Rottige Meenthe & Brandemeer

42

Sallandse Heuvelrug

146

Sarsven en De Banen

160

Savelsbos

86

Schoorlse Duinen

142

Sint Jansberg

159

Sint Pietersberg & Jekerdal

99

Solleveld & Kapittelduinen

45

Springendal & Dal van de Mosbeek

60

Stelkampsveld

137

Strabrechtse Heide & Beuven

148

Swalmdal

38

Uiterwaarden IJssel (Rijntakken)

82

Uiterwaarden Lek

66

Uiterwaarden Neder-Rijn (Rijntakken)

68

Uiterwaarden Waal (Rijntakken)

36

Uiterwaarden Zwarte water en Vecht

129

Ulvenhoutse Bos

15

Van Oordts Mersken

39

Vecht en Beneden-Reggegebied

57

Veluwe

132

Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek

113

Voordelta

100

Voornes Duin

1

Waddenzee

34

Weerribben

138

Weerter- en Budelerbergen & Ringselven

98

Westduinpark & Wapendal

122

Westerschelde & Saeftinghe

43

Wierdense Veld

16

Wijnjeterper Schar

62

Willinks Weust

54

Witte Veen

24

Witterveld

64

Wooldse Veen

90

Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

121

Yerseke en Kapelse Moer

143

Zeldersche Driessen

105

Zouweboezem

85

Zwanenwater & Pettemerduinen

123

Zwin & Kievittepolder

TOELICHTING

Aanleiding

Vanwege de herstructurering van het subsidie-instrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken is aan het einde van 2013 de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds 2014 gepubliceerd. In de toelichting bij die regeling is aangekondigd dat de verwachting was dat die regeling in 2014 zou worden vervangen door een nieuwe openstellingsregeling die is geënt op de nieuwe subsidiestructuur die dan van kracht zou zijn. De nieuwe subsidiestructuur voor subsidie-instrumenten die met nationale middelen worden bekostigd treedt tegelijk met deze regeling in werking. Om overzichtelijk te houden welke regelingen in 2014 zijn opengesteld is ervoor gekozen de Tijdelijke openstellingsregeling in zijn geheel te vervangen door de onderhavige regeling.

Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsdatum voor deze regeling wijkt af van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten. Gegeven dat deze regeling geen materiële gevolgen heeft en uitsluitend verband houdt met een herstructurering van de subsidieregelgeving van EZ is afwijken van het kabinetsbeleid gerechtvaardigd. De regeling is in die zin vergelijkbaar met reparatieregelgeving (aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven