Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende ontheffing van het verbod VFR vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR vlieghoogte die plaatsvinden zowel binnen als buiten een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, maar niet boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen

Datum: 9 juli 2014

Nummer: ILT-2014/41472

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing van 27 juni 2014 van Heli AG & Co KG, contactpersoon: J. Stein, adres: Carl Benz Strasse 3, D-79211 Denzlingen, Duitsland; tel.: 0049 (0)7666 93 00 965; e-mail: j.stein@Heli.AG;

Overwegende dat het doel van de vluchten is het maken van camerabeelden boven Nederland ten behoeve van de documentaire ‘En-route the North Sea Cycle Route’;

Gelet op artikel 45, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de helikopters van het type Eurocopter EC-120B, met de nationaliteits- en inschrijvingskenmerken D-HHHE of D-HEHH, dan wel een gelijkwaardige vervangende helikopter in gebruik bij Heli AG & Co KG, waarmee VFR-vluchten worden uitgevoerd ten behoeve van het maken van camerabeelden voor de documentaire ‘En-route the North Sea Cycle Route’.

Artikel 2

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde helikopters wordt van 18 juli 2014 tot en met 16 augustus 2014 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van het Luchtverkeersreglement om VFR-vluchten uit te voeren zowel binnen als buiten een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied beneden de minimum VFR-vlieghoogte, maar niet boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen1, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onderdeel a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 60 meter (200 ft) boven de grond of het water, doch ten minste 30 meter (100 ft) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 100 meter van de helikopter;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1. overlast voor derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2. er niet wordt gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte over vogelreservaten, zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids of boven wegen met verkeer;

    • 3. vee niet wordt verstoord;

    • 4. geluidsgevoelige objecten, zoals dierentuinen, ziekenhuizen, penitentiaire inrichtingen, etc. worden gemeden;

    • 5. in geval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d. er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht;

  • e. de gezagvoerder stelt zich van tevoren op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • f. vóór en ná de vlucht is de opdracht van de opdrachtgever ter inzage aanwezig zodat deze kan worden gecontroleerd door de Nationale Politie, afdeling Luchtvaart of de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • g. er worden geen passagiers vervoerd tijdens de vlucht, anders dan benodigd voor het vervaardigen van het beeldmateriaal;

  • h. er dient, na het ingediende vliegplan, eerst een klaring te zijn verkregen van de betrokken plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst voor vluchten die plaatsvinden binnen het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied; de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst is niet verantwoordelijk voor het vrij blijven van bebouwing;

  • i. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • j. één uur vóór de aanvang van de vlucht wordt ingelicht:

    de meldkamer van de Nationale Politie, afdeling Luchtvaart (tel.: 020 5025693 of fax: 020 5025699 of per e-mail: dlvplvt@klpd.politie.nl) en worden de volgende gegevens verstrekt:

    • 1. naam gezagvoerder(s), registratie en model/type helikopter;

    • 2. route en periode van de voorgenomen vlucht;

  • k. vóór aanvang van de vlucht die gaat plaatsvinden in een militair plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, wordt gecoördineerd met de plaatselijke militaire luchtverkeersleiding en bij geen gehoor met de Supervisor van AOCS NM (tel.: 0577 458700); aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden;

  • l. vóór aanvang van de vlucht die gaat plaatsvinden in een civiel plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, wordt gecoördineerd met de operationele helpdesk; tel.: 020 4062201; fax: 020 4063672; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl; aan de voorwaarden door hen gesteld, wordt strikt de hand gehouden;

  • m. voor vluchten boven de Waddenzee beneden de minimum VFR-vlieghoogte2 dient een aanvullende ontheffing te worden aangevraagd en verkregen bij de Provincie Friesland, afdeling stad en platteland, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden;

  • n. minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de vlucht besteedt de ontheffinghouder in de plaatselijke media aandacht aan de uit te voeren vlucht, waarbij ten minste het volgende wordt aangegeven:

    • 1°. het doel van de vlucht;

    • 2°. een zo exact mogelijke omschrijving van de locatie;

    • 3°. de dag;

    • 4°. het tijdstip van aanvang en de verwachte duur van de vlucht; en

    • 5°. dat klachten gemeld kunnen worden bij de ontheffinghouder en bij de Inspectie Leefomgeving en Transport, tel.: 088 4890000 of aviation-approvals@ilent.nl;

    De ontheffinghouder doet deze bekendmaking in de plaatselijke media en stuurt een kopie onder vermelding van het kenmerk van deze ontheffing, per e-mail (aviation-approvals@ilent.nl) aan de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Artikel 3

  • 1. De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en de cameraman bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

  • 2. Overtreding van de voorschriften van deze beschikking is een strafbaar feit.

  • 3. Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in artikel 2, kan dat aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 18 juli 2014 en vervalt met ingang van 16 augustus 2014, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE INSPECTEUR ILT/LUCHTVAART, M. van Velzen Senior Inspecteur

Bezwaarmogelijkheid

Tegen dit besluit kunt u binnen een termijn van 6 weken na dagtekening bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ gestuurd worden naar het volgende adres:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag


X Noot
1

Boven bijvoorbeeld de aangevraagde locaties Middelburg, Delft en Amsterdam mag dus NIET worden gevlogen beneden de minimum vlieghoogte van 1000 voet boven het hoogste obstakel binnen een afstand van 600 m.

X Noot
2

Buiten de corridors 1500 ft AMSL

Naar boven