Mandaatbesluit directeur 3W

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gezien het protocol van overdracht d.d. 24 maart 2014;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de directeur van 3W, de shared service organisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, (hierna: 3 W) wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de uitvoering van het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (VUBZK), het Voorzieningenstelsel Buitenlandtoelagen voor Rechterlijke Ambtenaren (VBRA) en de Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar het Caribisch deel van het Koninkrijk 2013 (KU) ten aanzien van degene, op wie één van bovengenoemde regelingen van toepassing is of van toepassing is verklaard.

  • 2. Aan de directeur van 3W wordt tevens machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Aan de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt mandaat verleend voor het nemen van beslissingen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Aan de directeur van 3W wordt mandaat verleend voor het instellen van hoger beroep.

  • 5. De directeur van 3W kan voor de in het eerste en tweede lid bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 2

  • 1. Het krachtens mandaat of volmacht ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze:

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

  • 2. Bij ondertekening van besluiten en stukken op grond van volmacht wordt de aanduiding van de Minister voorafgegaan door: Namens de Staat der Nederlanden.

Artikel 3

Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel 1, tweede, derde en vierde lid, in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatcourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2014. Artikel 1, tweede, derde en vierde lid, treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

In het kader van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst is besloten tot de start van 3W | Wereldwijd Werken, de shared service organisatie voor de internationale functie van het Rijk. 3W maakt onderdeel uit van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

3W gaat een aantal activiteiten op het gebied van de ondersteuning van de internationale functie overnemen die nu nog worden uitgevoerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit is vastgelegd in het protocol van overdracht d.d. 24 maart 2014.

Het betreft hier de uitvoering van het Voorzieningenstelsel Uitzendingen BZK (VUBZK), het Voorzieningenstelsel Buitenlandtoelagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA) en de Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar het Caribisch deel van het Koninkrijk 2013 (KU).

Met het onderhavig besluit krijgt de directeur van 3W de bevoegdheid om genoemde regels namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit te voeren.

In het kader van een efficiënte bedrijfsvoering gaat de behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures tegen besluiten die genomen zijn op grond van de genoemde regelingen, pas op een later tijdstip over naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, namelijk per 1 januari 2015.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven