Regeling van de Minister van Economische Zaken van 4 juli 2014, nr. WJZ / 14066719, houdende uitvoering van de artikelen 35, eerste lid, 42, tweede lid, en 48 van de Mededingingswet en wijziging van een aantal ministeriële regelingen in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikelen 35, eerste lid, en 42, tweede lid, van de Mededingingswet, 8 van de Instellingswet ACM, 40a van de Elektriciteitswet 1998, 81e, tweede lid, van de Gaswet, 2.11 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen, 14, vierde lid, van de Dienstenwet, 2.1, vijfde lid, onderdeel b, en 2.3, derde en vierde lid, van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvraag om vergunning:

een aanvraag om een vergunning voor een concentratie als bedoeld in artikel 41 van de wet;

concentratie:

een concentratie in de zin van artikel 27 van de wet;

door de concentratie te beïnvloeden markten:
  • 1°. de markten waarop twee of meer bij de concentratie betrokken ondernemingen werkzaam zijn of

  • 2°. de markt waarop één of meer van de bij de concentratie betrokken ondernemingen werkzaam is en de markt waarop een andere bij de concentratie betrokken onderneming alsmede leveranciers of afnemers van de eerstbedoelde onderneming of ondernemingen werkzaam zijn;

groep:

een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

melding:

een melding van een concentratie als bedoeld in artikel 34 van de wet;

te onderzoeken markt:

een door de concentratie te beïnvloeden markt als bedoeld in dit artikel, onder 1°, waarop de desbetreffende ondernemingen te samen een marktaandeel hebben van ten minste 15%, of een door de concentratie te beïnvloeden markt als bedoeld in dit artikel, onder 2°, waarop één of meer van de desbetreffende bij de concentratie betrokken ondernemingen een marktaandeel heeft van ten minste 20%;

wet:

Mededingingswet.

Paragraaf 2. Gegevens bij een melding

Artikel 2

  • 1. Bij een melding worden met betrekking tot elke bij de concentratie betrokken onderneming de volgende gegevens verstrekt:

    • a. de naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • b. het adres;

    • c. de rechtsvorm;

    • d. het telefoonnummer;

    • e. in voorkomend geval, het handelsregisternummer en het buitenlandse register waarin en het nummer waaronder zij is ingeschreven;

    • f. in voorkomend geval, het telefaxnummer en het elektronisch postadres;

    • g. de sector of sectoren waarin zij werkzaam is;

    • h. de aard van de werkzaamheden die zij verricht;

    • i. de naam, het adres, het telefoonnummer en de functie van de contactpersoon die haar vertegenwoordigt;

    • j. de volgens artikel 30 van de wet te bepalen totale omzet over het voorafgaande kalenderjaar, alsmede de omzet in Nederland in dat jaar, uitgedrukt in euro’s, in voorkomend geval omgerekend vanuit een andere geldeenheid naar de gemiddelde koers in dat jaar van die andere geldeenheid, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank N.V. in de Officiële prijscourant Amsterdam Exchanges.

  • 2. Indien een bij de concentratie betrokken onderneming een bank of een financiële instelling is in de zin van de Wet op het financieel toezicht, wordt in plaats van de in het eerste lid, onderdeel j, bedoelde omzet de in artikel 31, eerste lid, van de wet bedoelde som van de baten verstrekt.

  • 3. Indien een bij een concentratie betrokken onderneming een verzekeraar is in de zin van de Wet op het financieel toezicht, een ondernemingspensioenfonds of bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Pensioenwet, een beroepspensioenfonds in de zin van de Wet verplichte beroepspensioenregeling of een premiepensioeninstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht, worden in plaats van de in het eerste lid, onderdeel j, bedoelde omzet de waarden aangegeven van de bruto geboekte premies in het voorafgaande boekjaar.

  • 4. Ten aanzien van elke bij de concentratie betrokken onderneming die deel uit maakt van een groep, worden voorts de volgende gegevens verstrekt:

    • a. een aanduiding van de groep;

    • b. de naam en het adres van de andere ondernemingen die deel uit maken van de groep;

    • c. de zeggenschapsverhoudingen binnen de groep;

    • d. een omschrijving van de sectoren waarin de ondernemingen die deel uit maken van de groep, werkzaam zijn;

    • e. de naam en het adres van elke onderneming die deel uit maakt van de groep en die werkzaam is op de markt waarop de bij de concentratie betrokken onderneming werkzaam is;

    • f. de omzet van de groep in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 3

Bij een melding wordt aangegeven welk type concentratie als bedoeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de wet van toepassing is en welke overeenkomsten en andere transacties de concentratie belichamen of samenhangen met de totstandbrenging van de concentratie, ook indien deze reeds zijn aangegaan of uitgevoerd.

Artikel 4

Met het oog op de toepassing van artikel 10 van de wet wordt bij een melding aangegeven welke overeenkomsten, besluiten en gedragingen als bedoeld in artikel 6 van de wet naar het oordeel van de bij de concentratie betrokken ondernemingen rechtstreeks verbonden zijn aan de concentratie en noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de concentratie.

Artikel 5

  • 1. Bij een melding wordt een beschrijving gegeven van elke door de concentratie te beïnvloeden markt en van elke te onderzoeken markt, onder vermelding van de overwegingen die ten grondslag liggen aan de afbakening van die markten.

  • 2. Bij een melding wordt voorts de omvang van elk van die markten in volume en in waarde aangegeven en het aandeel op die markten, in volume en in waarde van elke bij de concentratie betrokken onderneming.

Artikel 6

  • 1. Indien sprake is van de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 27, tweede lid, van de wet en de totstandbrengende ondernemingen in significante mate actief blijven op

    • a. dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming,

    • b. een markt waarop leveranciers of afnemers van die onderneming werkzaam zijn, of

    • c. een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt,

      wordt de omzet van elke totstandbrengende onderneming in het voorafgaande boekjaar vermeld met een beschrijving van het economisch belang van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming dat aan die omzet gerelateerd is en wordt tevens het marktaandeel van elke totstandbrengende onderneming vermeld.

  • 2. Artikel 2, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Indien met de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming naar het oordeel van de betrokken ondernemingen niet de coördinatie van het concurrentiegedrag van de totstandbrengende ondernemingen wordt beoogd of totstandgebracht, of indien de bij de concentratie betrokken ondernemingen menen dat voldaan is aan de criteria van artikel 6, derde lid, van de wet, wordt vermeld welke overwegingen aan dit oordeel ten grondslag liggen.

Artikel 7

  • 1. Bij een melding worden ten aanzien van elke door de concentratie te beïnvloeden en te onderzoeken markt, met betrekking tot elke bij de concentratie betrokken onderneming de volgende gegevens verstrekt:

    • a. de namen, adressen, telefoonnummers, beschikbare telefaxnummers, elektronische postadressen en contactpersonen van de vijf belangrijkste ondernemingen die in concurrentie met die onderneming staan;

    • b. de namen, adressen, telefoonnummers, beschikbare telefaxnummers, elektronische postadressen en contactpersonen van de vijf belangrijkste afnemers van die onderneming.

  • 2. Ten aanzien van elke door de concentratie te beïnvloeden markt en elke te onderzoeken markt wordt voorts aangegeven of op die markt een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen werkzaam zijn die volgens hun statuten tot doel hebben de belangen te behartigen van ondernemers die behoren tot eenzelfde bedrijfstak, in voorkomend geval onder vermelding van de naam, het adres, het telefoonnummer en de contactpersoon van elke organisatie.

Artikel 8

Bij een melding worden de volgende documenten overgelegd:

  • a. de jaarrekening en het jaarverslag van elke bij de concentratie betrokken onderneming over het laatst afgesloten boekjaar;

  • b. een bewijsstuk waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid blijkt van elk van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, bedoelde contactpersonen;

  • c. de meest recente stukken waaruit het voornemen tot het tot stand komen van de concentratie blijkt, dan wel waaruit de binding blijkt die ten grondslag ligt aan de concentratie;

  • d. indien aanwezig, marktonderzoeken waarop de in artikel 5, eerste lid, bedoelde afbakening of de in artikel 5, tweede lid, bedoelde omvang van de markt en van de daarbedoelde marktaandelen, is gegrond;

  • e. indien aanwezig, marktonderzoeken die van belang zijn voor de afbakening van de relevante markten of voor de bepaling van de positie van partijen daarop;

  • f. andere rapporten, voor zover daarnaar in de melding wordt verwezen.

Paragraaf 3. Gegevens bij een aanvraag om vergunning

Artikel 9

Ten aanzien van een aanvraag om vergunning zijn de artikelen 2 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

Bij een aanvraag om vergunning worden ten aanzien van elke bij de concentratie betrokken onderneming voorts de volgende gegevens verstrekt:

  • a. de namen van de ondernemingen die op de te onderzoeken markt werkzaam zijn en waarin zij, al dan niet tezamen met een of meer andere bij de concentratie betrokken ondernemingen, 10% of meer van de stemrechten of van het uitgegeven aandelenkapitaal bezit, alsmede de hoogte van het desbetreffende percentage;

  • b. de namen van de ondernemingen waarin zij de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag een overwegende zeggenschap heeft verkregen en die op de te onderzoeken markt werkzaam zijn of waren;

  • c. in voorkomend geval, een opgave van de samenwerkingsovereenkomsten met ondernemingen met wie zij in concurrentie staat;

  • d. de mate waarin zij werkzaam is in opeenvolgende stadia van de productie of de distributie;

  • e. de omvang van de activiteiten in landen buiten Nederland alsmede het marktaandeel van deze activiteiten in die landen.

Artikel 11

Bij een aanvraag om vergunning worden ten aanzien van elke te onderzoeken markt voorts de volgende gegevens verstrekt, tenzij de ACM aangeeft dat verstrekking achterwege kan blijven:

  • a. een raming van de totale verkoopwaarde en verkoopomvang;

  • b. het aandeel dat elke bij de concentratie betrokken onderneming in die markt heeft;

  • c. de naam, het adres, het telefoonnummer, het telefaxnummer, het elektronische postadres en de contactpersoon van elke andere onderneming die vermoedelijk een aandeel in die markt heeft van meer dan 10%, alsmede een schatting van dat aandeel;

  • d. de grondslag en de bronnen van de in onderdeel a en onderdeel b bedoelde gegevens, alsmede van de schatting van het in onderdeel c bedoelde aandeel;

  • e. ten aanzien van elke bij de concentratie betrokken onderneming, een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de mate waarin ondernemingen die met haar in concurrentie staan, werkzaam zijn in opeenvolgende stadia van de productie of de distributie;

  • f. een raming van de totale waarde van de invoer;

  • g. het deel van de in onderdeel f bedoelde invoer dat afkomstig is van elke bij de concentratie betrokken onderneming;

  • h. in voorkomend geval, de handelsbelemmerende overheidsmaatregelen ten aanzien van de invoer;

  • i. de mate waarin de kosten van vervoer van invloed zijn op de invoer;

  • j. het prijsniveau in Nederland en dat in België, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië;

  • k. de namen, de adressen, de telefoonnummers, de beschikbare telefaxnummers, de elektronische postadressen en de contactpersonen van de vijf belangrijkste leveranciers van elke bij de concentratie betrokken onderneming;

  • l. het aandeel van de aankopen bij de in onderdeel k bedoelde leveranciers in de totale aankopen van elke bij de concentratie betrokken onderneming;

  • m. de wijze waarop de productie en de afzet van elke bij de concentratie betrokken onderneming geschieden;

  • n. de organisatie van de distributie van het betrokken product of de betrokken dienst en de organisatie van de dienstverlening die met die distributie verbonden is;

  • o. het aandeel van de afname van de in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, bedoelde afnemers in de totale afname van elke bij de concentratie betrokken onderneming;

  • p. de structuur van de vraag;

  • q. de factoren die een rol spelen bij de vraag van de afnemers;

  • r. de categorieën van afnemers;

  • s. in voorkomend geval, het effect van alleenverkoopovereenkomsten en andere langlopende overeenkomsten;

  • t. een raming van de totale capaciteit gedurende de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag;

  • u. het aandeel van elke bij de concentratie betrokken onderneming in de in onderdeel t bedoelde capaciteit en de mate waarin die capaciteit wordt benut;

  • v. een raming van de groei van de productie in de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag;

  • w. de namen en de adressen van de ondernemingen die de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag op de markt zijn toegetreden;

  • x. een raming van de kosten om tot de markt toe te treden;

  • y. in voorkomend geval, de uit intellectuele en industriële eigendomsrechten en overheidsmaatregelen voortvloeiende belemmeringen voor toetreding tot de markt;

  • z. een opsomming van de rechten op het gebied van de intellectuele en industriële eigendom die elke bij de concentratie betrokken onderneming bezit of exploiteert;

  • aa. de mate waarin schaalvoordelen een rol spelen bij de productie of de distributie en bij de toetreding op de markt;

  • bb. de mate waarin onderzoeks- en ontwikkelingswerk een rol speelt bij toetreding tot de markt en het behouden van een concurrentiepositie op die markt;

  • cc. de strategische documenten, zoals analyses, rapporten, studies en onderzoeken, die door de betrokken onderneming met betrekking tot de concentratie zijn opgesteld.

Paragraaf 4. Wijziging en intrekking van ministeriële regelingen

Artikel 12

In artikel 8, derde lid, van de Regeling gegevensuitwisseling ACM en ministers wordt ‘artikel 5l van de Mededingingswet’ vervangen door: artikel 5a van de Mededingingswet of artikel 2.4 van de Wet handhaving consumentenbescherming.

Artikel 13

In artikel 4a van de Regeling meettarieven wordt ‘de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 14

In artikel 3.10, zesde lid, van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt ‘Afdeling 9A van Titel 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek’ vervangen door: Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 15

Artikel 5 van de Regeling vertrouwenslijst wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

2. In het vijfde lid wordt ‘op de website van het college’ vervangen door: op haar website.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2014.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 juli 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze ministeriële regeling geeft uitvoering aan de artikelen 35, eerste lid, en 42, tweede lid, van de Mededingingswet en vervangt het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet, dat wordt ingetrokken door het Besluit tot wijziging van enkele besluiten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht. In de wet van 25 juni 2014 tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Stb. 2014, 247) (hierna: de Stroomlijningswet) is geregeld dat de bepaling welke gegevens er bij een concentratiemelding (artikel 35 van de Mededingingswet) of een aanvraag om vergunning (artikel 42 van de Mededingingswet) aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM) moeten worden verstrekt niet langer bij algemene maatregel van bestuur geschiedt, maar bij ministeriële regeling omdat dat passender is gelet op de aard van de te regelen materie. Deze ministeriële regeling geeft daaraan uitvoering. De regeling is hoofdzakelijk een technische omzetting van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet. De regeling bevat een klein aantal inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van dat besluit.

Tot slot brengt deze ministeriële regeling enkele wijzigingen aan in andere regelingen samenhangend met de invoering van onder meer de Stroomlijningswet.

2. Inhoud Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet

De Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet bepaalt welke gegevens ondernemingen moeten verstrekken indien zij het voornemen tot het tot stand brengen van een concentratie melden of een aanvraag om een vergunning voor een concentratie indienen bij de ACM. Bij de vaststelling welke gegevens moeten worden verstrekt is enerzijds rekening gehouden met de administratieve belasting van de ondernemingen en anderzijds met de noodzaak van het verkrijgen van informatie die voor de beslissing op de aanvragen en de melding van belang is.

Melding en vergunningaanvraag concentraties

Bij concentraties geldt dat ofwel de Europese Commissie bevoegd is, ofwel de nationale mededingingsautoriteit (i.c. de ACM). De Europese Commissie hanteert een uitgebreid vragenformulier. In de Mededingingswet is een procedure in twee fasen vastgelegd, een meldingsfase en een vergunningsfase. In deze ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens in welke fase verstrekt moeten worden. De gegevens die bij deze ministeriële regeling voor de melding zijn vastgesteld, zijn minder uitgebreid dan de gegevens die ondernemingen dienen te verstrekken bij een Europese melding. Een niet onaanzienlijk deel van de gegevens, te verstrekken bij een Europese melding, hoeft op grond van deze ministeriële regeling pas bij de vergunningaanvraag te worden verstrekt.

Een concentratie mag niet tot stand worden gebracht voordat het voornemen daartoe aan de ACM is gemeld en vervolgens vier weken zijn verstreken. In die vier weken zal de ACM onderzoeken of de voorgenomen concentratie al dan niet vergunningplichtig moet worden verklaard. Indien de ACM reden heeft om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, kan zij bepalen dat voor de concentratie een vergunning is vereist. De procedure voor het beoordelen van concentraties geschiedt derhalve in twee fasen. In de meldingsfase wordt een beperkt aantal gegevens gevraagd. In de vergunningsfase wordt dat uitgebreid met specifiekere gegevens over de ondernemingen en de markten waar zij zich op bewegen. Een groot deel van de gemelde concentraties zal geen problemen voor de marktstructuur veroorzaken en niet vergunningplichtig zijn. Het is dan ook niet nodig het bedrijfsleven reeds in de meldingsfase te belasten met de verplichting tot het verstrekken van in de vergunningsfase benodigde informatie.

In de meldingsfase (eerste fase) zullen uiteraard voldoende gegevens moeten worden overgelegd om de ACM in staat te stellen een adequate en snelle inschatting te maken van de gevolgen van de concentratie op de markt. Allereerst betreft dit informatie over de bij de concentratie betrokken ondernemingen, zoals bijvoorbeeld naam, adres, telefoonnummer, rechtsvorm, aard van de bedrijfsactiviteiten, financiële gegevens en gegevens over de groep waarvan zij deel uit maken. De bij de concentratie betrokken ondernemingen dienen voorts de door de concentratie te beïnvloeden markt aan te geven. De door de concentratie te beïnvloeden markten zijn de markten waarop twee of meer van de bij de concentratie betrokken ondernemingen werkzaam zijn (zogenaamde horizontale relaties), dan wel die markten waarop één of meer van de bij de concentratie betrokken ondernemingen werkzaam is, terwijl één of meer andere van de bij de concentratie betrokken ondernemingen werkzaam is hoger of lager in de bedrijfskolom (zogenaamde verticale relaties).

De bij de concentratie betrokken ondernemingen dienen aan te geven of zij te samen een marktaandeel van 15% of meer hebben in het geval van horizontale relaties, of individueel een marktaandeel van 20% of meer hebben in het geval van verticale relaties. Is dat het geval dan wordt gesproken over een te onderzoeken markt. Indien de aangemelde concentratie vergunningplichtig wordt verklaard (tweede fase), moeten partijen bij de vergunningaanvraag meer gedetailleerde informatie verschaffen over deze te onderzoeken markten. Een uitgebreidere informatieverplichting is nodig omdat in deze fase preciezer moet kunnen worden vastgesteld wat de effecten op de markt zijn. Dat vereist een grondige analyse. Zoals hiervoor al is aangegeven betreft het hier met name informatie over de te onderzoeken markten. De bij een aanvraag te verstrekken gegevens hebben onder andere betrekking op de structuur van het aanbod op de betrokken markt, de structuur van de vraag op de betrokken markt en de toetreding tot de markt.

Ten opzichte van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet is een klein aantal wijzigingen aangebracht. Vermeld diende al te worden (artikel 11a van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet) welke overeenkomsten, besluiten en gedragingen als bedoeld in artikel 6 van die wet naar het oordeel van de bij de concentratie betrokken ondernemingen rechtstreeks verbonden zijn aan de concentratie en noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de concentratie (de zogenaamde nevenrestricties met het oog op de toepassing van artikel 10 van de Mededingingswet). Daarnaast schrijft de regeling nu voor dat de overeenkomsten en andere transacties worden vermeld die de concentratie belichamen of samenhangen met de verwezenlijking van die concentratie (artikel 3), ook indien deze al zijn aangegaan of uitgevoerd. In de praktijk betekent dit overigens geen extra verplichting omdat de ACM in het door haar vastgestelde formulier voor de melding (zie artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht) ook reeds om deze informatie vroeg. Nieuw is ook dat extra omzet- en marktaandeel-gegevens worden verlangd indien er sprake is van een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 27, tweede lid, van de Mededingingswet en de totstandbrengende ondernemingen in significante mate actief blijven op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, op een markt waarop leveranciers of afnemers van die onderneming werkzaam zijn, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt (artikel 6). Dit heeft als achtergrond dat de ACM bij een gemeenschappelijke onderneming ook dient te onderzoeken of daarmee de coördinatie van het concurrentiegedrag van de totstandbrengende ondernemingen wordt beoogd of totstandgebracht. Ook dit was reeds aangegeven in de toelichting van genoemd formulier voor de meldingsfase. Ten derde is opgenomen dat bij een vergunningaanvraag ook de strategische documenten moeten worden verstrekt, zoals analyses, rapporten, studies en onderzoeken, die door de betrokken onderneming met betrekking tot de concentratie zijn opgesteld (artikel 11, onderdeel cc). Ook dit werd reeds vereist in het door de ACM vastgestelde formulering voor de vergunningsaanvraag. Omdat sommige van de in artikel 11 genoemde gegevens niet altijd relevant zijn bij elke vergunningsaanvraag, is in de aanhef van dat artikel opgenomen dat dergelijke gegevens ten aanzien van elke te onderzoeken markt worden verstrekt ‘tenzij de ACM aangeeft dat verstrekking achterwege kan blijven’. De ACM zal dat aangeven indien de aanvrager gemotiveerd aangeeft waarom de verstrekking van bepaalde gegevens niet relevant is en de ACM dat onderschrijft.

II. Transponeringstabel

Voor de duidelijkheid is in onderstaande transponeringstabel zichtbaar gemaakt waar de onderdelen van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet in deze regeling zijn terechtgekomen.

Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet

Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet

Artikel 1

Artikel 1

Paragraaf 3

Paragraaf 2

Artikel 8

Artikel 2

Artikel 9

Artikel 3

Artikel 10

Artikel 5

 

Artikel 6

Artikel 11

Artikel 7

Artikel 11a

Artikel 4

Artikel 12

Artikel 8

Paragraaf 4

Paragraaf 3

Artikel 13

Artikel 9

Artikel 14

Artikel 10

Artikel 15

Artikel 11

 

Paragraaf 4

Paragraaf 5

Paragraaf 5

3. Wijziging andere ministeriële regelingen

De wijzigingen van de regelingen genoemd in de artikelen 12, 13 en 15 hangen nog samen met de invoering van de Instellingswet ACM (artikelen 13 en 15) of samen met de invoering van de Stroomlijningswet (artikel 12).

In verband met de op 13 juni 2014 in werking getreden Implementatiewet richtlijn consumentenrechten voorziet deze regeling tevens in een wijziging van artikel 3.10, zesde lid, van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen. Omdat door de genoemde wet aan Titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek een afdeling is toegevoegd (Afdeling 2B) en Afdeling 9A van Titel 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband daarmee is vervallen, dient ook de verwijzing in artikel 3.10, zesde lid, van de genoemde regeling naar laatstgenoemde afdeling te worden vervangen door een verwijzing naar de nieuwe afdeling.

4. Uitvoeringstoets

Deze ministeriële regeling is op grond van artikel 6 van de Regeling gegevensuitwisseling ACM en ministers voorgelegd aan de ACM voor een uitvoeringstoets. Zij acht de ministeriële regeling uitvoerbaar. Er zijn geen nadere opmerkingen gemaakt. Gezien het karakter van de ministeriële regeling is niet getoetst op handhaafbaarheid.

5. Regeldruk

Deze ministeriële regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor burgers en beperkte (positieve) gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven. De gegevens die fuserende partijen dienen aan te leveren bij de ACM zijn dezelfde als die voorheen op grond van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet en het formulier dat de ACM op basis van artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht heeft vastgesteld, moesten worden aangeleverd. Het gaat er slechts om dat enkele elementen van informatie die fuserende bedrijven bij de ACM moeten aanleveren op grond van het huidige meldingsformulier nu worden geëxpliciteerd in de regeling. Tegelijkertijd wordt geregeld dat de ACM naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de fuserende partijen kan aangeven dat bepaalde informatie niet behoeft te worden aangeleverd bij de ACM, omdat deze niet nodig is om een fusie te beoordelen. Dit betekent een beperkte verlichting van de administratieve lasten. De omvang van deze verlichting is echter niet in te schatten, aangezien dit afhangt van een groot aantal onzekere factoren, zoals het aantal fusies, de aard van de fuserende partijen, de aard van de markt waarop zij actief zijn etc.

6. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Deze ministeriële regeling dient op hetzelfde moment in werking te treden als (het merendeel van de bepalingen van) de Stroomlijningswet, te weten op 1 augustus 2014. De inwerkingtreding van de Stroomlijningswet geschiedt bij koninklijk besluit. In de toelichting bij dat inwerkingtredingsbesluit wordt ingegaan op de toepassing van het beleid inzake de Vaste verandermomenten met betrekking tot de bekendmaking en inwerkingtreding van die wet. Voor de toepassing van het beleid inzake de Vaste verandermomenten met betrekking tot deze regeling wordt naar die toelichting verwezen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven