Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ

Vastgesteld op 17 juni 2014

REGELING NR/FZ-0011

Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling vastgesteld.

1. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg1, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen.

2. Doel van de regeling

Deze regeling beoogt het stellen van beperkingen, voorwaarden en voorschriften voor de declaratie van prestaties ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg (FZ).

3. Afbakening prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ

Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP’s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC’s en de ZZP’s/extramurale parameters geldt het volgende:

  • Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is.

  • De ZZP’s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen:

    • Ambulante begeleiding (extramurale parameters);

    • Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP’s);

    • Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP’s).

Deze regeling is alleen van toepassing op ZZP’s en extramurale parameters FZ.

4. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

4.1 Zorgaanbieder

De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen.2

4.2 Zorgverzekeraar

Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar.

4.3 ZZP

Als zorgzwaartepakket wordt aangemerkt de ZZP’s als in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties ZZP’s.

4.4 Extramurale parameters

Als extramurale parameters wordt aangemerkt de prestaties extramurale parameters als in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties extramurale parameters.

4.5 Declaratie

De tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij de zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht.

4.6 Declaratieperiode

Een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde zorg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met de zorgverzekeraar.

4.7 Onderlinge dienstverlening

Zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van FZ in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

5. Declaratiebepalingen

Zorgaanbieders specificeren de declaratie als volgt:

  • 1. Zorgaanbieders maken bij registratie duidelijk zichtbaar welke prestaties zijn geleverd. De registratie van intramurale prestaties, dagbesteding prestaties en extramurale prestaties, vindt plaats op totaalniveau per prestatie. Dit houdt in dat de registratie bestaat uit een overzicht van het aantal geleverde eenheden per prestatie per registratieperiode.

  • 2. Indien sprake is van extramurale parameters gedurende een deel van een uur, wordt het in rekening te brengen tarief naar evenredigheid berekend. Voor zover de zorgverzekeraar en zorgaanbieders geen bestendige gedragslijn hebben over de afronding van de geleverde prestatie, wordt de zorg afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten.

6. Declaratie afwezigheidsdagen

Zorgaanbieders declareren de prestaties voor zover deze daadwerkelijk zijn geleverd, met uitzondering van het volgende:

Voor cliënten die zijn aangewezen op VG ZZP 1 tot en met VG ZZP 7 of GGZ ZZP C1 tot en met GGZ ZZP C6 geldt:

  • Gedurende tijdelijke afwezigheid van een cliënt declareert de zorgaanbieder tegen het afgesproken tarief dat tevens gedeclareerd wordt bij aanwezigheid in de instelling. De zorgaanbieder declareert met ingang van de eerste dag van afwezigheid van de cliënt, maximaal 49 dagen per keer het ZZP dat de cliënt tot afwezigheid kreeg geleverd. Te beginnen op de eerste dag na vertrek uit de instelling. In het geval van een ziekenhuisopname geldt een maximum van 7 dagen.

7. Gegevens op de factuur

Elke factuur dient naast de gebruikelijke informatie de volgende gegevens te bevatten:

  • Strafrechtelijke titel;

  • Startdatum strafrechtelijke titel;

  • Einddatum strafrechtelijke titel;

  • Gedeclareerde tarief;

  • AGB-code;

  • ZZP-code en/of code voor extramurale parameter;

  • Prestatiecode;

  • NHC-code (enkel voor ZZP’s);

  • Strafrechtketennummer (SKN);

  • Plaatsingsbesluitnummer.

8. Bepalingen onderlinge dienstverlening

Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de uitvoerende zorgaanbieder de vergoeding daarvoor uitsluitend in rekening brengen aan de zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerder heeft aangevraagd. Er mag door de uitvoerende zorgaanbieder geen ZZP en ook geen extramurale prestatie gedeclareerd worden. Het is dus niet toegestaan om voor onderlinge dienstverlening in het kader van een ZZP, prestaties en tarieven ten aanzien van een extramurale parameter of DBBC-zorg in rekening te brengen. Dit geldt ook andersom voor de DBBC’s of extramurale parameters. Voor meer informatie over onderlinge dienstverlening wordt verwezen naar de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters forensische zorg’.

9. Intrekking oude regel(s)

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling ‘Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ’, met kenmerk NR/FZ-008 ingetrokken.

10. Overgangsbepaling

De regeling ‘Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ’, met kenmerk NR/FZ-008, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen –en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.

11. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

Deze regeling is door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van politieke besluitvorming inzake het wetsvoorstel 33 891 houdende regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg) en het wetsvoorstel 33 841 houdende een regeling op basis waarvan de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de maatschappelijke ondersteuning van hun inwoners (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015), de inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning per 1 januari 2015, en van een aanpassing van de regels als omschreven bij of krachtens het Interimbesluit forensische zorg als bedoeld in artikel 1 van deze regeling.

Indien de Wet langdurige zorg en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning niet per 1 januari 2015 in werking is getreden en/of van een aanpassing van de regels als omschreven bij of krachtens het Interimbesluit forensische zorg per 1 januari 2015 geen sprake is, zal de NZa een gewijzigde regeling vaststellen.

Dit betekent dat indien de NZa geen regeling heeft vastgesteld die de voorliggende vervangt, de voorliggende ‘Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ' onverkort van toepassing is.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ’Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ'.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit M.A. Ruys voorzitter Raad van Bestuur a.i.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn.

Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft – zoals reeds opgemerkt – de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat – indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet – in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zal de NZa de zogeheten C-ZZP’s niet meer vaststellen voor de AWBZ. En door de invoering van de Wet langdurige zorg (WLZ) per 1 januari 2015 past de NZa de grondslag voor enkele extramurale parameters (H153 en F125) aan voor wat betreft de reikwijdte van de WLZ. Omdat deze prestaties (in ongewijzigde vorm) beschikbaar moeten blijven voor de forensische zorg zijn de beschrijvingen van de prestaties in beleidsregel Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters forensische zorg, opgenomen. De ZZP’s voor de zorg voor verstandelijk gehandicapten blijven in stand. Daarom verwijzen wij in eerdergenoemde beleidsregel naar de betreffende beleidsregel voor de zorgvraagzwaartepakketten zoals die vanaf 1 januari 2015 van kracht zijn.

Gelet op bovenstaande dient als gevolg van de invoering van de Wet Maatschappelijke ondersteuning en de wet langdurige zorg per 1 januari 2015 de omschrijving van forensische zorg te worden aangepast om de gewenste reguleringsbevoegdheid van de NZa te continueren. Om deze reden is de regeling onder voorbehoud vastgesteld (zie artikel 11).

Artikel 3

Deze regeling bevat uitsluitend declaratiebepalingen met betrekking tot prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ. De declaratiebepalingen van de DBBC’s voor de FZ staan beschreven in de ’Regeling DBBC’s FZ’.

Artikel 7

Strafrechtelijke titel

De forensische zorgtitel (strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek).

Startdatum strafrechtelijke titel

De datum waarop de strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek start, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ.

Einddatum strafrechtelijke titel

De werkelijke datum waarop de strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ, is/ wordt beëindigd. Deze datum dient verplicht te worden opgenomen als de datum bekend is. De datum kan in de toekomst liggen.

Gedeclareerde tarief

Op de factuur wordt het afgesproken tarief afzonderlijk vermeld. Het te betalen bedrag wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen, zijnde eurocenten.

AGB-code

De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven.

ZZP-code en/of code voor extramurale parameter

De code waaruit het type ZZP en/of extramurale parameter blijkt.

Prestatiecode

De specificatie van het geleverde zorgproduct.

NHC-code

De code voor de NHC die voor de desbetreffende ZZP van toepassing is.

SKN

SKN staat voor strafrechtketennummer en is van belang bij de betrouwbare vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtketen. Het SKN wordt bij de facturatie van FZ gemeld door zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar. Op deze wijze kan de zorgverzekeraar controleren in hoeverre de zorg rechtmatig verleend is. De zorgaanbieder ontvangt het SKN van de indicerende/verwijzende organisatie.

Plaatsingsbesluitnummer

Het plaatsingsbesluitnummer is een uniek nummer dat aan het plaatsingsbesluit gekoppeld is. Dit nummer krijgt de zorgaanbieder van de plaatsende instantie. Het nummer is van belang om voor het ministerie van VenJ de keten tussen indicatie, plaatsing en geleverde zorg inzichtelijk te krijgen. Met het plaatsingsbesluitnummer kan het ministerie nagaan of de zorgaanbieder een verzoek tot zorg heeft ontvangen/ gekregen.

De specificaties van het plaatsingsbesluitnummer zijn als volgt:

  • De vorm is negen tekens alfanumeriek;

  • De plaatsingsbesluitnummers staan in de webapplicatie ‘Informatievoorziening FZ’ (Ifzo);

  • Als er een plaatsingsbesluitnummer is aangeleverd aan de zorgaanbieder dan is het invullen ervan op de factuur verplicht;

  • Het plaatsingsbesluitnummer wordt beheerd door het ministerie van VenJ.

Artikel 8

De (deel)prestatie die door de uitvoerende zorgaanbieder wordt geleverd, dient te worden geregistreerd op de ZZP of extramurale parameter die door de opdrachtgevende zorgaanbieder (als hoofdprestatie) is geopend. Het is de uitvoerende zorgaanbieder dus niet toegestaan om een afzonderlijke ZZP of extramurale parameter te openen voor een prestatie die hij/zij in het kader van onderlinge dienstverlening verricht. De uitvoerende zorgaanbieder declareert de prestatie ‘onderlinge dienstverlening’, voorzien van een korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er een ZZP of extramurale parameter is geopend en er in het kader van onderlinge dienstverlening gebruik wordt gemaakt van DBBC-zorg. Als onderlinge dienstverlening echter plaats vindt in het kader van een ZZP, heeft dit enkel betrekking op ZZP-zorg. Hetzelfde geldt voor DBBC’s en extramurale parameters. Het is dus niet toegestaan om voor onderlinge dienstverlening in het kader van een ZZP, prestaties en tarieven ten aanzien van een extramurale parameter of DBBC-zorg in rekening te brengen. Dit geldt ook andersom voor de DBBC’s of extramurale parameters.


X Noot
1

Interimbesluit forensische zorg(Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134).

X Noot
2

Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg.

Naar boven