De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 18a, derde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a,
derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling regio-indeling samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO en VO wordt
als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘bijlage 1’ vervangen door ‘de bijlage’.
B
In artikel 2 wordt ‘bijlage 2’ vervangen door ‘de bijlage’.
C
In artikel 3, eerste lid, en artikel 3, tweede lid, wordt ‘bijlagen 1 en 2’ telkens
vervangen door ‘de bijlage’.
D
Bijlage 1 en bijlage 2 bij de Regeling regio-indeling samenwerkingsverbanden passend
onderwijs PO en VO worden vervangen door de bijlage bij deze regeling.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2014.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker
TOELICHTING
Algemeen
Met de invoering van passend onderwijs werken schoolbesturen samen in geografisch
afgebakende samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De samenwerkingsverbanden voor
het primair onderwijs bestaan uit alle vestigingen van scholen voor primair onderwijs,
speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 in een bepaalde regio.
De samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs bestaan uit alle vestigingen
van scholen voor voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
cluster 3 en 4 in een bepaalde regio. In respectievelijk artikel 18a van de WPO en
17a van de WVO is bepaald dat de aaneengesloten gebieden voor de samenwerkingsverbanden
bij ministeriële regeling zijn vastgesteld.
Deze regeling wijzigt de Regeling regio-indeling passend onderwijs van 8 september
2013 (nr. JOZ/534936, Stcrt. 2013, 26257, van 24 september 2013). De belangrijkste wijziging is dat de indeling van de samenwerkingsverbanden
niet meer per gemeente maar per postcodegebied wordt weergegeven. Hiermee verandert
er niets aan de indeling, het is louter een technische omzetting, maar de bijlage
wordt daarmee wel meer toekomstbestendig. De ervaringen van de afgelopen periode hebben
namelijk geleerd dat bij een gemeentelijke herindeling die over de grenzen van samenwerkingsverbanden
heen gaat de betrokken regio doorgaans de keuze maakt om de oorspronkelijke grenzen
van de samenwerkingsverbanden aan te houden. Door nu te kiezen voor een indeling per
postcodegebied is in die gevallen geen aanpassing van de regeling meer nodig.
Daarnaast is ten opzichte van de vorige regeling de regio-indeling op onderdelen gewijzigd.
Ten eerste zijn er wijzigingen doorgevoerd als gevolg van gemeentelijke herindelingen.
Ten tweede is er één inhoudelijke wijziging doorgevoerd. Op verzoek van de samenwerkingsverbanden
Passend onderwijs vo Parkstad (VO3106) en Passend onderwijs vo Maastricht e.o. (VO3105)
en met akkoord van de betrokken gemeenten worden de postcodegebieden van de gemeenten
Gulpen-Witten en Vaals toegevoegd aan het samenwerkingsverband VO3105.
Administratieve lasten
Bij de voorbereiding van deze regeling is nagegaan of sprake is van administratieve
lasten voor instellingen, bedrijfsleven of burgers. OCW voorziet dat aan dit voorstel
geen structurele of eenmalige administratieve lasten zijn verbonden omdat met de regio-indeling
geen informatieverplichtingen zijn gemoeid, dus ook niet met een wijziging van deze
indeling.
Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking binnen twee maanden na publicatie. Hiervoor is de volgende
uitzonderingsgrond van toepassing: hoge c.q. buitensporige of private of publieke
voor- of nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering. Omdat het in dit geval
gaat om een louter technische omzetting van een indeling op basis van gemeenten naar
een indeling op basis van postcodegebieden, om een aanpassing aan de gemeentelijke
herindelingen en om een aanpassing op verzoek van een regio leidt dit niet tot uitvoeringsproblemen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
In de voorgaande regelingen werd gewerkt met twee aparte bijlagen bij de regeling,
één voor de indeling voor het primair onderwijs, één voor de indeling voor het voortgezet
onderwijs. Nu is er nog maar één bijlage waarin zowel de indeling voor het primair
als voor het voortgezet onderwijs is weergegeven.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker