Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Marker Wadden, Lelystad

Het college van de gemeente Lelystad maakt bekend dat de gemeenteraad bij besluit van 3 december 2013 het bestemmingsplan Marker Wadden met de daarbij behorende bijlagen, waaronder de plan-MER en Passende Beoordeling, gewijzigd heeft vastgesteld.

Inhoud bestemmingsplan en plan-MER

Het bestemmingsplan heeft betrekking op een gebied van circa 15.000 hectare in het Markermeer, ten noordwesten van Lelystad, op een afstand van circa 700 meter van de Houtribdijk. In dit gebied is de ontwikkeling van de eerste fase van het plan Marker Wadden voorzien, een plan voor de aanleg van een archipel van natuureilanden. Voor de aanleg wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het in het Markermeer aanwezige slib. Hierdoor wordt de waterkwaliteit verbeterd en wordt tegelijkertijd het Markermeer aantrekkelijker, doordat de eilanden toegankelijk zijn voor natuurliefhebbers en watersporters. In de bij het bestemmingsplan behorende bijlagen bevinden zich de plan-MER (milieueffectrapportage) en de Passende Beoordeling op grond van de Natuurbeschermingsweg 1998.

De resultaten van het onderzoek naar de milieueffecten zijn tevens gebruikt als onderbouwing van het bestemmingsplan.

Wijzigingen bij de vaststelling

Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan heeft de raad bij de vaststelling een aantal wijzigingen doorgevoerd. Deze zijn terug te vinden in de bij het plan gevoegde ‘Staat van wijzigingen’. Hieronder volgt een beschrijving van deze wijzigingen.

Toelichting

Paragraaf 2.3 en het onderschrift van figuur 2.1. zijn in die zin gewijzigd dat duidelijk is dat er in het plangebied “Marker Wadden” geen (toekomstige) geclassificeerde vaarwegen liggen. In paragraaf 6.4 en 6.8 zijn wijzigingen aangebracht waardoor verduidelijkt wordt dat de vaarverbinding Lelystad – Enkhuizen een informele vaarroute betreft. In paragraaf 9.2 is eveneens aangegeven dat er naar aanleiding van de inspraak en het vooroverleg op een aantal punten aanpassingen hebben plaatsgevonden naar aanleiding van onduidelijkheden over vaarroutes en vaarweggebruik.

In paragraaf 7.3 is in de beschrijving van artikel 4 over de bestemming “Water”, toegevoegd dat binnen deze bestemming recreatief medegebruik in de vorm van recreatievaart is toegestaan.

Regels

In de bestemmingsomschrijvingen van artikel 4, 5 en 6 van het ontwerp bestemmingsplan was “dagrecreatief medegebruik” al mogelijk gemaakt. Bij vaststelling is deze bestemmingsomschrijving bij genoemde artikelen aangevuld in die zin dat daaronder (dagrecreatief medegebruik) in ieder geval recreatievaart wordt begrepen.

Door de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) is advies over de plan-MER uitgebracht. De notitie “Aanbevelingen uit het advies van de Commissie m.e.r” is bij het bestemmingsplan gevoegd.

Inzage

Het raadsbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken liggen met ingang van 23 januari 2014 gedurende zes weken ter inzage bij de Informatiebalie in de hal van het Stadhuis aan het Stadhuisplein 2. De Informatiebalie is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur en op donderdagavond van 18.00 tot 20.00 uur. Tevens zijn de stukken digitaal te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl onder het identificatienummer NL.IMRO.0995.BP00046-VG01. Deze mogelijkheid wordt ook in de hal van het Stadhuis geboden.

Beroep

Tijdens de termijn van terinzageligging kan een belanghebbende tegen het raadsbesluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage. Indien beroep is ingesteld, kan tijdens deze termijn bij de voorzitter van de Afdeling tevens een verzoek om een voorlopige voorziening worden gedaan indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Het instellen van beroep is mogelijk voor een belanghebbende:

• die tijdig een zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht;

• aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht;

• voor zover het beroep is gericht op de door de gemeenteraad aangebrachte wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.

Het ondertekende beroepschrift en een eventueel verzoek om voorlopige voorziening dienen tenminste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep en een eventueel verzoek.

Voor het instellen van beroep en het verzoeken om een voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd.

Inwerkingtreding

Het raadsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. Indien tijdens de beroepstermijn een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan, wordt de werking van het raadsbesluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.