Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 30 juni 2014, nr. WJZ/14107434, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de aanpassing van de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 2.3.2 van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3.1.2. van de Uitvoeringsregeling WEB wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘€ 53.175,67.’ vervangen door: € 52.635,29.

b. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De prijs per leerling verbonden aan het voorbereidend beroepsonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 2.3.2 van het besluit bedraagt per 1 januari 2014:

    • a. voor de leerling voorbereidend beroepsonderwijs € 6650,26, bestaande uit een component voor personele kosten ad € 5.565,95 en een component voor materiële kosten ad € 1.084,31;

    • b. voor de leerling leerwegondersteunend onderwijs € 10.334,44, bestaande uit een component voor personele kosten ad € 8.973,06 en een component voor materiële kosten ad € 1.361,38;

    • c. het ondersteuningsbedrag per leerling bedraagt € 3.684,18.

c. Het derde lid vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 juni 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Algemeen

Het Uitvoeringsbesluit WEB (hierna: UWEB) is gewijzigd in verband met een aantal technische aanpassingen en aanpassingen met betrekking tot de leerlinggebonden financiering. De wijziging van het UWEB leidt ertoe dat ook de Uitvoeringsregeling WEB 2007 dient te worden gewijzigd. Dat betreft voornamelijk de vaste voet en de prijs per leerling voor de bekostiging van het groen voorbereidend beroepsonderwijs (artikel 3.1.2 van de regeling).

Voor het voorbereidend beroepsonderwijs aan een AOC dat op grond van de regeling wordt bekostigd, wordt de procentuele wijziging van de bekostiging ten opzichte van 2013 van OCW gevolgd. De invoering van de budgettering voor de toeslag voor het leerwegondersteunend onderwijs (hierna: lwoo) door OCW maakte deze wijziging noodzakelijk. Door de budgettering van het lwoo is bij OCW de toeslag voor het lwoo gedaald, hetgeen in deze regeling leidt tot lagere bedragen. Aan de andere kant leidt de loonbijstelling van 0,2%, zoals vastgelegd in de voorjaarsnota 2014, tot een stijging van het bedrag per leerling. Het samenvallen van deze twee elementen zou kunnen leiden tot een lager bedrag dan in de in februari aan de scholen verzonden voorlopige beschikking is aangegeven. Dit wordt onwenselijk geacht vanwege het feit dat de scholen bij hun bedrijfsvoering zijn uitgegaan van het bedrag dat was weergegeven in de voorlopige beschikking. Er wordt daarom voor gekozen de daling van de toeslag van het lwoo noch de loonbijstelling van 0,2% door te berekenen in de vaststelling. De bekostiging voor 2014 wordt vastgesteld op het niveau van de voorlopige beschikking. Om te voorkomen dat de loonbijstelling van 0,2% alsnog wordt doorberekend op basis van de jaarlijkse procentuele aanpassing aan de Wet op het voortgezet onderwijs, opgenomen in het derde lid, wordt deze jaarlijkse aanpassing geschrapt. Eventuele aanpassingen bij OCW dienen in de toekomst te worden verwerkt door aanpassing van deze regeling.

2. Regeldruk

Er zijn geen regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is er sprake van inhoudelijke nalevingskosten.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Publicatie vindt tevens niet twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaats. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten voor regelgeving (VVM). Deze afwijking is noodzakelijk omdat de wijziging tijdig dient te worden gecommuniceerd, zodat scholen tijdig weten op welke bekostiging zij kunnen rekenen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven