Regeling van de Minister van Economische Zaken van 3 juli 2014, nr. WJZ / 14107256, houdende wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's in verband met de monitoring van Aviaire Influenza en Newcastle disease

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 115c van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Een onderzoek als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2014, nr. WJZ/14045056, houdende wijziging van diverse regelingen in verband met de overname van taken van de bedrijfslichamen, wordt beschouwd als een onderzoek als bedoeld in artikel 86, eerste lid.

  • 4. Een vaccinatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2014, nr. WJZ/14045056, houdende wijziging van diverse regelingen in verband met de overname van taken van de bedrijfslichamen, wordt beschouwd als een vaccinatie als bedoeld in artikel 94b, eerste lid.

  • 5. Een onderzoek als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2014, nr. WJZ/14045056, houdende wijziging van diverse regelingen in verband met de overname van taken van de bedrijfslichamen, wordt beschouwd als een onderzoek als bedoeld in artikel 94e, eerste lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 juli 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Algemeen

In het kader van de opheffing van de productschappen zijn de taken die het Productschap Pluimvee en Eieren uitvoerde in het kader van Aviaire influenza en Newcastle disease met ingang van 1 juli 2014 overgenomen door de minister van Economische Zaken. Hiertoe zijn de verplichtingen die tot dat moment op grond van de Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005 en de Verordening vaccinatie Newcastle disease (PPE) 2006 golden, opgenomen in de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (hierna: Regeling preventie). Kern van deze verplichtingen ten aanzien van Aviaire influenza is dat bloedmonsters van pluimvee worden onderzocht op de aanwezigheid van deze ziekte. Voor wat Newcastle disease betreft moet pluimvee tegen deze ziekte worden gevaccineerd en moeten bloedmonsters van deze dieren worden onderzocht op werking van de vaccinatie. Bij opname van voornoemde verplichtingen in de Regeling preventie is abusievelijk geen overgangsrecht opgenomen voor die gevallen waarin de vaccinatie of het onderzoek voor 1 juli heeft plaatsgevonden maar waaraan na 1 juli nog voorschriften waren verbonden. Te denken valt aan de verplichting om de werking van de vaccinatie tegen Newcastle disease die voor 1 juli is uitgevoerd, te laten onderzoeken of de verplichting om de uitslagen van de onderzoeken die voor 1 juli zijn uitgevoerd, te bewaren. Dit wordt met onderhavige regeling hersteld.

2. Regeldruk

Met de eerder genoemde wijziging van de Regeling preventie per 1 juli wordt materie geregeld die tot nu toe door het Productschap Pluimvee en Eieren werd geregeld ten aanzien van de eerder genoemde onderwerpen. Voor de overname van deze taken in het kader van de opheffing van de bedrijfslichamen is het uitgangspunt gehanteerd dat de regelgeving gebaseerd wordt op de bestaande verordeningen. Gelet op dit uitgangspunt is geen afweging gemaakt van minder belastende alternatieven. Om die reden is het kwantificeren van het regeldrukeffect van de voorschriften die zijn overgenomen niet van invloed op de inhoud van die regeling. Omdat het berekenen van de regeldruk wel noodzakelijk is om de overgang van taken te verwerken in de regeldrukboekhouding, zal de regeldruk als gevolg van de reeds bestaande voorschriften op een later moment gekwantificeerd worden. Dit geldt ook voor onderhavige regeling. Onderhavige regeling leidt niet tot nieuwe verplichtingen voor burgers en bedrijven. Er is dus geen sprake van nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten.

3. Inwerkingtreding

Gelet op het belang om voornoemde omissie zo spoedig mogelijk te herstellen treedt deze regeling in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Deze afwijking is evenwel gerechtvaardigd omdat het reparatiewetgeving betreft.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven