Regeling van de Raad voor de rechtspraak tot inruil stimuleringspremie voor buitengewoon verlof

De Raad voor de rechtspraak,

gelet op:

  • artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, juncto

  • artikel 1, vierde lid van het Besluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden gerechtsambtenaren en ambtenaren bureau Raad voor de rechtspraak

in overeenstemming met de centrales van overheidspersoneel in het Georganiseerd Overleg Raad voor de rechtspraak,

Besluit:

Artikel 1

De ambtenaar die in aanmerking komt voor een stimuleringspremie als bedoeld in artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement kan deze overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij deze regeling inruilen voor een periode van buitengewoon verlof voorafgaand aan de ingangsdatum van zijn ontslag op eigen verzoek.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 15 april 2013.

Artikel 3

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling inruil stimuleringspremie voor buitengewoon verlof Rechtspraak

Deze regeling zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 juni 2014

De Raad voor de rechtspraak, F.C. Bakker voorzitter

BIJLAGE BIJ DE REGELING INRUIL STIMULERINGSPREMIE VOOR BUITENGEWOON VERLOF RECHTSPRAAK

In de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk van 11 april 2013 is bepaald dat in het departementaal georganiseerd overleg met de centrales van overheidspersoneel desgewenst nadere afspraken kunnen worden gemaakt over het inruilen van de in die overeenkomst bedoelde stimuleringspremie voor een periode van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voorafgaand aan het ontslag op eigen verzoek.

De Regeling inruil stimuleringspremie voor buitengewoon verlof Rechtspraak bevat een uitwerking van het bepaalde in artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement. In het Georganiseerd Overleg Raad voor de Rechtspraak is hierover overeenstemming bereikt met de centrales van overheidspersoneel.

Medewerkers kunnen gebaat zijn bij de uitruil van een stimuleringspremie als bedoeld in artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement voor een periode van buitengewoon verlof. Bijvoorbeeld indien zij deze voorziening gebruiken om een periode te overbruggen naar (keuze)pensioen of indien zij een eigen bedrijf willen starten en nog enige tijd de zekerheid willen hebben van een vast inkomen inclusief pensioenopbouw. De voorziening staat open voor iedere medewerker, mits betrokkene een verplichte of vrijwillige VWNW-kandidaat (met uitzondering van de medewerker bedoeld in artikel 49tt, lid 2) is of het een remplaçant betreft als bedoeld in artikel 49xx van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Wanneer de medewerker daarom verzoekt, kan diens stimuleringspremie geheel dan wel deels worden ingeruild voor een periode van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voorafgaand aan een ontslag op eigen verzoek. Indien met de verlofperiode de datum waarop de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt wordt overschreden, eindigt het verlof met ingang van die datum.

Over de exacte invulling van de mogelijkheid tot inruil van de stimuleringspremie voor een periode van buitengewoon verlof kunnen afspraken worden gemaakt tussen de medewerker en het bevoegd gezag.

Dat betekent dat er enige ruimte is om met de specifieke omstandigheden van het geval rekening te houden.

De medewerker kan met het bevoegd gezag afspraken maken over:

  • een combinatie van een periode van buitengewoon verlof en een stimuleringspremie; daarbij wordt een nader af te spreken deel van de stimuleringspremie omgezet in buitengewoon verlof en het resterende deel uitbetaald;

  • de periode van buitengewoon verlof; tijdens het buitengewoon wordt de volledige bezoldiging doorbetaald die de medewerker direct voorafgaand aan het verlof geniet. De medewerker kan evenwel met het bevoegd gezag een afspraak maken om de buitengewoon verlof periode te verlengen tegen een naar rato lagere bezoldiging.

De basis voor de (berekening van de) periode van buitengewoon verlof is de stimuleringspremie, bedoeld in artikel 49tt van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, waarop de medewerker aanspraak heeft.

Aangezien met het inzetten van deze voorziening ook een bijdrage wordt geleverd aan de taakstelling/reorganisatie is het buitengewoon verlof niet uitsluitend in het persoonlijk belang van de medewerker. Om die reden wordt het gebruikelijke regime gehanteerd dat bij een dergelijke verlofverlening hoort. Het verlof is dus met behoud van bezoldiging en zonder verhaal op de medewerker van het werkgeversdeel van de door de werkgever af te dragen pensioenpremie.

Omdat sprake is van doorbetaling van bezoldiging wordt ook de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering doorbetaald. Daarom dient alvorens tot berekening van de verlofperiode over te gaan op het bedrag van de stimuleringspremie eerst de eindejaarsuitkering (8,3%) en de vakantie-uitkering (8%) in mindering te worden gebracht, door het bedrag van de stimuleringspremie te delen door 1,163. Daarmee wordt voorkomen dat de medewerker die uitkeringen materieel dubbel geniet. Het dan overblijvende bedrag wordt gedeeld door het maandsalaris van de medewerker. De uitkomst hiervan geeft het aantal maanden buitengewoon verlof aan. Dit aantal wordt op hele maanden rekenkundig afgerond.

Voorbeelden

1a:

volledig buitengewoon verlof:

Medewerker heeft 31 ABP-jaren. Zijn salaris bedraagt € 3.000 bruto per maand. Hij vraagt de voorziening aan het begin van de periode van VWNW-begeleiding.

Premie is (24 X 3000 =) € 72.000.

72.000 : 1,163 = 61.908,85

61.908,85 : 3000 = 20,63

Aantal maanden buitengewoon verlof is 21.

1b:

deels buitengewoon verlof en deels stimuleringspremie

Medewerker heeft 31 ABP-jaren. Zijn salaris bedraagt € 3.000 bruto per maand. Hij vraagt de gecombineerde voorziening aan het begin van de periode van VWNW-begeleiding.

Medewerker wenst 3 maanden volledig buitengewoon verlof en een stimuleringspremie.

Kosten buitengewoon verlof zijn: 3 * 3.000 = 9.000 * 1,163 (8% VU + 8,3% EJU=16,3%) = € 10.467

Basis premie is (24 X 3000 =) € 72.000

Te goed aan stimuleringspremie: 72.000 -/- 10.467 = € 61.533

Medewerker wordt 3 maanden volledig buitengewoon verlof toegekend met 100% salariëring inclusief pensioenopbouw en 8% vakantie-uitkering en 8,3% eindejaarsuitkering. Daarnaast wordt een stimuleringspremie van € 61.533 toegekend.

2a:

volledig buitengewoon verlof:

Medewerker heeft 31 ABP-jaren. Zijn salaris bedraagt € 5.000 bruto per maand. Hij vraagt de voorziening aan het begin van de periode van VWNW-begeleiding.

Premie is (24 X 5000 =) € 120.000 en wordt gelet op het maximum gesteld op €75.000

75.000 : 1,163 = € 64.488,39

64.488,39 : 5000 = 12,89

Aantal maanden buitengewoon verlof is 13.

2b:

deels buitengewoon verlof en deels stimuleringspremie

Medewerker heeft 31 ABP-jaren. Zijn salaris bedraagt € 5.000 bruto per maand. Hij vraagt de voorziening aan het begin van de periode van VWNW-begeleiding.

Premie is (24 X 5000 =) € 120.000 en wordt gelet op het maximum gesteld op €75.000 .

Medewerker wenst 6 maanden volledig buitengewoon verlof en een stimuleringspremie.

Kosten buitengewoon verlof zijn: 5.000 * 6 = 30.000 * 1.163 = 34.890

Te goed aan stimuleringspremie: 75.000 -/- 34.890 = € 40.110

Medewerker wordt 6 maanden volledig buitengewoon verlof toegekend met 100% salariëring inclusief pensioenopbouw en 8% vakantie-uitkering en 8,3% eindejaarsuitkering. Daarnaast wordt een stimuleringspremie van € 40.110 toegekend.

3:

volledig buitengewoon verlof gedurende een langere periode en een lager inkomen

Medewerker uit voorbeeld 2a wil graag een langere periode met verlof tegen een lager inkomen (70%).

5000 * 70% = 3.500

64.488,39 : 3.500 = 18,42

Aantal maanden buitengewoon verlof is 18

4:

volledig buitengewoon verlof gedurende een langere periode en een lager inkomen

Medewerker uit voorbeeld 2a wil graag een langere periode met verlof tegen een substantieel lager inkomen (50%).

5000 * 50% = 2.500

64.488,39 : 2.500 = 25,79 maanden

Aantal maanden buitengewoon verlof is 26

5:

Medewerker uit voorbeeld 2a wil graag een periode van 24 maanden verlof én een stimuleringspremie van € 25.000.

75.000 - 25.000 = 50.000

50.000 : 1,163 = € 42.992,61

42.992,61 : 24 = € 1791,34 (bruto per maand)

Naar boven