Regeling van het College voor examens van 17 juni 2014, nummer CvE-14.01696, houdende vaststelling van toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens VO in 2016 (Regeling toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens VO 2016)

Het College voor examens,

Gelet op artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel g van de Wet College voor examens;

Besluit:

Artikel 1 Hulpmiddelen

Bij de centrale examens 2016 zijn de algemene hulpmiddelen toegestaan, zoals vermeld in bijlage 1A voor het vmbo en bijlage 1B voor havo en vwo.

Artikel 2 Hulpmiddelen kandidaten met een beperking

Bij de centrale examens 2016 zijn met betrekking tot kandidaten met een beperking, bij toepassing van artikel 55 Eindexamenbesluit, Afwijking wijze van examineren, hulpmiddelen toegestaan, zoals vermeld in bijlage 2.

Artikel 3 Bekendmaking

De regeling zal met de bijlagen en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen kunnen ook geraadpleegd worden op Examenblad.nl.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2015.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens VO 2016.

Het College voor examens, Namens deze, de voorzitter, H.W. Laan

BIJLAGE 1A BIJ DE REGELING ROOSTER EN TOEGESTANE HULPMIDDELEN VOOR DE CENTRALE EXAMENS VAN DE EINDEXAMENS EN DE STAATSEXAMENS VO IN 2016 VAN 17 JUNI 2014, NUMMER CVE-14.01696

Hulpmiddelen vmbo 2016

1. Wat is er anders in 2016?

  • Bij het centrale examen Engels GL/TL is het voorbeeld briefsjabloon geen toegestaan hulmiddel meer.

2. Toegestane hulpmiddelen vmbo 2016

vak

leerweg

hulpmiddel

Alle vakken

Alle leerwegen

Basispakket, bestaande uit:

– Schrijfmateriaal incl. millimeterpapier

– tekenpotlood

– blauw en rood kleurpotlood

– liniaal met millimeterverdeling

– passer

– geometrische driehoek

– vlakgum

– elektronisch rekenapparaat (zie 3.3)

Alle schriftelijke examens

Alle leerwegen

Woordenboek Nederlands (zie 3.1)

Fries, Moderne vreemde talen

Alle leerwegen

Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal c.q. naar en van Fries (zie 3.2); Engels (op verzoek kandidaat) woordenboek Engels-Engels in plaats van Engels-Nederlands

Papieren cse’s Nederlands

Alle leerwegen

Voorbeeld briefsjabloon Nederlands (zie 3.3)

Frans

BB en KB

computer

wiskunde

Alle leerwegen

Naast of in plaats van de geometrische driehoek: een windroos

Roosterpapier in cm2

nask 1, nask 2

Alle leerwegen

Door CvE goedgekeurd informatiemateriaal (zie 3.5)

Muziek, dans, drama

GL, TL

computer

Cspe beroepsgericht en cpe beeldend

BB, KB en GL (cspe), GL en TL (cpe beeldend)

De informatie over de benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen bij de praktische opdrachten van het cspe wordt elk jaar in de instructie voor de examinator meegedeeld. Het gebruik van een woordenboek Nederlands is bij deze praktische examens niet toegestaan

3. Toelichting bij de tabel

3.1. woordenboek Nederlands

Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens; dus

NIET: bij cspe’s (ook niet bij de minitoetsen) en bij het cpe beeldend GL/TL

WEL: bij cse's beroepsgericht in de gemengde leerweg en bij het cse beeldend GL/TL

In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

Waar de spelling van het Nederlands wordt beoordeeld, zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spellingsregels toegestaan.

Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.

3.2. woordenboek bij Fries en de moderne vreemde talen

Bij Fries en de moderne vreemde talen is een woordenboek naar én een woordenboek vanuit Fries c.q. de moderne vreemde taal toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is zinvol bij centrale examens die een onderdeel schrijfvaardigheid bevatten: GL/TL Engels, BB en KB Frans en computerexamens Engels en Duits BB en KB. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.

3.3. voorbeeld briefsjabloon Nederlands

Bij de centrale examens Nederlands GL/TL en in de papieren centrale examens Nederlands BB en KB komt een schrijfopdracht voor. Soms in de vorm van een brief die de kandidaat moet schrijven. De kandidaat mag bij deze examens een computer met tekstverwerker gebruiken, maar niet alle scholen bieden deze mogelijkheid. De kandidaten die het examen in een tekstverwerker maken hebben daarbij de toegang tot zogeheten briefsjablonen. Daarom wordt alle kandidaten de mogelijkheid geboden om een door het CvE verstrekt voorbeeld van een sjabloon te gebruiken. Dit briefsjabloon is te downloaden via een link in de septembermededelingen.

3.4. rekenmachine

Bij wiskunde KB en GL/TL, nask 1 KB en GL/TL, nask 2 GL/TL en bij de cspe’s GL voor bouw-breed, bouwtechniek-metselen, bouwtechniek-timmeren, bouwtechniek-schilderen en bouwtechniek- fijnhoutbewerking moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen). Bij de overige vakken en bij alle vakken BB zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar:

de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid, alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie.

Meerregeligheid van het scherm wordt in de criteria niet genoemd. Dit houdt in dat een meerregelige machine niet is verboden als hij aan de overige criteria voldoet. Wel is het zo dat de meerregelige machines mogelijkheden hebben die bij de eenregelige ontbreken, zoals het maken van tabellen. Bij de huidige centrale examens is niet gebleken is dat die extra mogelijkheden de kandidaat voordeel bieden.

Ook bij de digitale centrale examens is de rekenmachine een toegestaan hulpmiddel.

  • * Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd.

3.5. informatieboek bij nask 1 en nask 2

Bij het centraal examen nask 1 in alle leerwegen en nask 2 in de gemengde en theoretische leerweg heeft de kandidaat op het centraal examen informatiemateriaal nodig. Goedgekeurd zijn:

Voor BB: BINAS vmbo-basis, informatieboek nask 1 (2e editie, ISBN 978-90-01-80067-3)

Voor KB en GL/TL: BINAS vmbo-kgt, informatieboek voor nask 1 en nask 2 (2e editie, ISBN 978.90.01.80069.7)

4. Aanvullende opmerkingen:

4.1. Formules wiskunde

Bij de exameneenheid Meetkunde van het centraal examen wiskunde in BB, KB en GL/TL moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat hoeft deze formules echter niet te kennen (zie de syllabus). Bij de examens BB worden de formules vermeld in het examen bij de opgave(n) waarvoor en indien zij relevant zijn. De kandidaat moet eenvoudige meetkundige berekeningen (zoals de oppervlakte in een rechthoekige driehoek) ook kunnen uitvoeren zonder de bijgeleverde formule.

Bij de examens KB en GL/TL worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen.

4.2. computer

Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Op www.cve.nl: Home PublicatiesOverig staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten.

Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een (papieren) woordenboek toegestaan. Uit een kleine praktijkproef is gebleken dat deze op het eerste gezicht wellicht anachronistische oplossing goed uitvoerbaar is.

4.3. noodzakelijk of toegestaan?

De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij een vak een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een kandidaat die zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter niet op grond van het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd.

De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de Binas bij nask 1 en nask 2: het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle informatie heeft gememoriseerd. Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander. Bij examens moderne vreemde talen zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek naar de vreemde taal eigenlijk overbodig – het is slechts toegestaan om de regelgeving eenvoudig te houden (bij examens met schrijfvaardigheid is het immers weer wel zinvol), en ter voorkoming van veronderstelde rechtsongelijkheid ten opzichte van kandidaten die beschikken over beide delen in één band.

Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze aan de school.

BIJLAGE 1B BIJ DE REGELING ROOSTER EN TOEGESTANE HULPMIDDELEN VOOR DE CENTRALE EXAMENS VAN DE EINDEXAMENS EN DE STAATSEXAMENS VO IN 2016 VAN 17 JUNI 2014, NUMMER CVE-14.01696

Hulpmiddelen havo en vwo 2016

1. Wat is er anders in 2016?

  • In 2016 is bij zowel het centraal examen aardrijkskunde havo als vwo alleen de 54e druk van de Bosatlas toegestaan.

  • De grafische rekenmachine is voor M&O havo in 2015 NIET MEER toegestaan. Voor havo is het al het tweede jaar dat de grafische rekenmachine niet meer is toegestaan. De eenvoudige rekenmachine uit het basispakket uiteraard wel.

  • Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma economie vwo is sinds 2014 de grafische rekenmachine NIET toegestaan, de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket uiteraard wel.

  • In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen biologie geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.

    Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma biologie vwo zijn Biodata en Binas 5e druk NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma biologie vwo (bezem in 2016) zijn Biodata en Binas 5e druk WEL toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.

  • In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen natuurkunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.

    Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma natuurkunde vwo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma natuurkunde vwo (bezem in 2016) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.

  • In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen scheikunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.

    Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma scheikunde vwo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma scheikunde vwo (bezem in 2016) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.

  • Tijdens de centrale examens wiskunde A, B en C van 2016 dient het geheugen van de grafische rekenmachine te zijn geblokkeerd door een examenstand, dan wel te zijn gewist door een ‘reset’ van de gehele machine.

2. Hulpmiddelen havo en vwo 2016

Vak

Havo en vwo

Alle vakken

Basispakket (zie 3.3)

Alle schriftelijke examens

Woordenboek Nederlands (zie 3.1)

Latijn, Grieks

Latijns resp. Grieks woordenboek (zie 3.2)

Fries, moderne vreemde talen

woordenboek naar en van de doeltaal (zie 3.2);

Wiskunde A, B, C

– grafische rekenmachine (zie 3.4)

– roosterpapier in cm2

Biologie havo, Natuurkunde havo, Scheikunde havo

– goedgekeurd informatieboek: Binas 6e editie

Natuurkunde vwo,

Scheikunde vwo

Regulier (nieuw examenprogramma):

– Goedgekeurd informatieboek: Binas 6e editie

Bezem:

– Grafische rekenmachine (zie 3.4)

– Goedgekeurd informatieboek: Binas 5e druk

Biologie vwo

Regulier (nieuw examenprogramma):

– Goedgekeurd informatieboek: Binas 6e editie

Bezem:

– Goedgekeurd informatieboek: Biodata 2e druk óf Binas 5e druk

Economie vwo

Pas op!

Geen grafische rekenmachine voor reguliere examens havo en vwo economie.

Aardrijkskunde

Door het CvE goedgekeurde atlas voor het CE in 2016 is de Grote Bosatlas:

54e druk voor vwo

54e druk voor havo

Management & Organisatie

Geen grafische rekenmachine voor reguliere examens havo en vwo.

3. Toelichting

3.1. woordenboek Nederlands

Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens.

In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een

woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Waar spelling wordt beoordeeld (centraal examen Nederlands) zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spelling toegestaan.

Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het gegeven muziekvoorbeeld is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige. Voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.

3.2. woordenboek bij Fries, moderne vreemde talen en klassieke talen

Bij Fries en de moderne vreemde talen is een woordenboek vanuit én een woordenboek naar de moderne vreemde taal c.q. Fries toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is bij examens zonder schrijfvaardigheid (alle talenexamens havo en vwo) niet zinvol maar ook niet verboden. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.

Bij Latijn en Grieks is een woordenboek toegestaan en een grammaticaoverzicht (in het woordenboek of los) zonder voorbeeldzinnen en toelichting op het gebied van de syntaxis. Niet toegestaan is een woordenboek dat specifiek is toegesneden op een auteur aan wiens werk de vertaalopgave ontleend is.

Bij Grieks is het woordenboek van Ch. Hupperts toegestaan inclusief het hierin opgenomen grammatica-overzicht en de alfabetische werkwoordenlijst. Ook is het toegestaan dit grammatica-overzicht en deze alfabetische werkwoordenlijst (als los boekje uitgegeven onder de naam Compendium) naast een ander Grieks woordenboek te gebruiken.

Bij Latijn is het woordenboek Latijn-Nederlands van H. Pinkster toegestaan inclusief het daarin opgenomen grammaticaoverzicht. Ook is het toegestaan dit als los boekje uitgegeven grammaticaoverzicht naast een ander Latijns woordenboek te gebruiken.

3.3. basispakket

Het standaard basispakket bij alle centrale examens bevat:

  • schrijfmateriaal inclusief millimeterpapier

  • tekenpotlood

  • blauw en rood kleurpotlood

  • liniaal met millimeterverdeling

  • passer

  • geometrische driehoek

  • vlakgum

  • elektronisch rekenapparaat

Bij de vakken zonder grafische rekenmachine is een machine met de basisbewerkingen voldoende. Meer bewerkingen zijn toegestaan, maar niet toegestaan is het gebruik van apparaten die:

  • a. op het lichtnet aangesloten moeten worden

  • b. tijdens het examen opgeladen moeten worden

  • c. geluidsoverlast bezorgen

  • d. zijn voorzien van een schrijfrol, alarminstallatie, dan wel zend- en/of ontvangstmogelijkheden

  • e. alfanumeriek zijn

  • f. grafieken kunnen weergeven in het afleesvenster

3.4. de grafische rekenmachine

De meest recente toegestane grafische rekenmachines zijn:

  • Casio FX-9750GII, FX-9860GII (SD), CG20

  • Hewlett Packard 39GII

  • 84 plus (C) (silver edition)

  • Texas Instruments TI-Nspire CX, alleen de versie zonder CAS (de TI-Nspire CAS is niet toegestaan). TI levert ook een opvallend oranje extern gemonteerde cradle waarmee communicatie met een externe computer mogelijk is. De cradle is bij het centraal examen niet toegestaan.

Oudere typen zijn ook toegestaan maar de kans bestaat dat sommige examenopgaven daarmee niet of minder goed te maken zijn.

Verder geldt het volgende.

  • a. Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden.

  • b. Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de grafische rekenmachine van een andere kandidaat.

  • c. Het is niet toegestaan dat de kandidaat tegelijkertijd de beschikking heeft over twee grafische rekenmachines.

  • d. Tijdens de centrale examens wiskunde A, B en C dient het geheugen van de grafische rekenmachine te zijn geblokkeerd door een examenstand, dan wel te zijn gewist door een ‘reset’ van de gehele machine. Meer gedetailleerde informatie hierover ontvangt u via de Septembermededeling en/of Maartmededeling voor het betreffende examenjaar.

  • e. Tijdens de centrale examens natuurkunde en scheikunde is het niet nodig dat het geheugen van een grafische rekenmachine wordt gewist of geblokkeerd voor de aanvang van een zitting.

3.5. Binas errata

Voor de Binas uitgave (5e druk of 6e editie) voor havo/vwo zijn errata uitgegeven. Zie voor deze errata de site www.noordhoffuitgevers.nl, (zoeken op ‘Binas errata’). Het is toegestaan deze fouten in Binas te verbeteren.

4. Aanvullende opmerkingen

4.1. computer

Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Op www.cve.nl staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten.

Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een (papieren) woordenboek toegestaan.

4.2. noodzakelijk of toegestaan?

De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen.

De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de atlas bij havo en vwo: in opgaven wordt concreet naar kaarten verwezen en het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle kaarten voldoende heeft gememoriseerd.

Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander.

Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze aan de school.

Als bij een hulpmiddel tussen twee opties kan worden gekozen (bijvoorbeeld Biodata en Binas bij biologie havo en vwo), dan mag de kandidaat slechts één van beide gebruiken. Twee woordenboeken Nederlands of twee grafische rekenmachines zijn evenmin toegestaan.

4.3. schoolexamen en centraal examen

De regeling legt de toegestane hulpmiddelen vast voor het centraal examen. Er is geen voorschrift dat bij alle schoolexamens van een vak dezelfde hulpmiddelen zouden moeten worden voorgeschreven als bij het centraal examen. De school kan gegronde redenen hebben om bijvoorbeeld vast te leggen dat bij kleinere toetsen in de moderne vreemde talen geen woordenboek is toestaan, of dat bij sommige toetsen in een vak met grafische rekenmachine het geheugen vooraf wordt gewist (of volstaan moet worden met een eenvoudige grafische rekenmachine). De school kan omgekeerd ook bij schoolexamentoetsen hulpmiddelen toestaan die in het centraal examen niet zijn toegestaan.

BIJLAGE 2 BIJ DE REGELING ROOSTER EN TOEGESTANE HULPMIDDELEN VOOR DE CENTRALE EXAMENS VAN DE EINDEXAMENS EN DE STAATSEXAMENS VO IN 2016 VAN 17 JUNI 2014, NUMMER CVE-14.01696

Hulpmiddelen kandidaten met een beperking 2016

1. Brochure met achtergrondinformatie

Sinds 2013 wordt door het CvE jaarlijks bij het begin van het cursusjaar een brochure gepubliceerd over regels, levering en achtergronden bij het afleggen van het centraal examen en de rekentoets door leerlingen met een beperking. De up to date brochure voor het centraal examen 2016 verschijnt in september 2015. De brochures van voorgaande jaren (zoals september 2014 voor het centraal examen 2015) bevatten relevante achtergrondinformatie ook voor de school die zich tijdig in het onderwijstraject op de hoogte wil stellen van mogelijkheden. Voor de exacte regels bij het centraal examen in 2016 geldt deze regeling met als achtergrond de brochure die in september 2015 verschijnt.

2. Toegestane hulpmiddelen 2016

Ten behoeve van de toegankelijkheid van de school- en centrale examens voor leerlingen met een beperking kan de directeur op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit aanvullende maatregelen treffen, die passen binnen de kaders van de examinering. Ten behoeve van de centrale examinering biedt het College voor Examens aangepaste examens aan met dezelfde exameneisen, die het mogelijk maken de exameneisen te toetsen bij kandidaten met een beperking. In deze bijlage wordt het aanbod van aangepaste examens beschreven met de daarbij behorende afnameregels. Deze vallen onder, en binnen het kader van, de algemene regels in artikel 55 van het Eindexamenbesluit. De algemene regels zoals verwoord in dit artikel van het Eindexamenbesluit (onder andere omtrent tijdverlenging, melding aan de inspectie en aanwezigheid van een deskundigenverklaring) zijn ook van toepassing bij het gebruik van door het College voor Examens geleverde aangepaste examens.

Kandidaten met een visuele beperking

De centrale examens en de rekentoets worden door het CvE op bestelling geleverd in een format dat zich leent voor de hulpmiddelen die door kandidaten met een visuele beperking worden gebruikt. Daarbij wordt het examen ook verder inhoudelijk geschikt gemaakt voor de kandidaat met een visuele beperking, Het aangepaste examen gaat vergezeld van een aangepast beoordelingsvoorschrift.

De directeur meldt in het kader van de bestelling van examens (voor 1 november voorafgaand aan het centraal examen) bij DUO via een speciaal bestelformulier de noodzaak van levering van een aangepast examen. Het CvE neemt met de school na ontvangst van de bestelling contact op voor het noodzakelijke maatwerk. Als de noodzakelijke aanpassingen zouden moeten leiden tot een volledig herzien examen, kan het CvE in plaats daarvan besluiten tot het aanstellen van een gecommitteerde die samen met de examinator van de kandidaat een vervangend mondeling afneemt. Dat zal in ieder geval gebeuren bij examinering van kunst (algemeen) op havo en vwo voor kandidaten met een visuele beperking.

Afhankelijk van de aard van het examen en van de visuele beperking kan meer dan een half uur tijdverlenging worden toegekend, tot maximaal dubbele examentijd. Aan kandidaten met een visuele beperking kan het gebruik van een digitaal woordenboek worden toegestaan als uit nader onderzoek blijkt dat de kandidaat beschikt over de voor het examen vereiste woordenschat. Als dat niet het geval is, is een digitaal woordenboek niet toegestaan maar kan de directeur een opzoekhulp inzetten. Bij de melding per 1 november voorafgaand aan het centraal examen meldt de directeur de wenselijkheid van een digitaal woordenboek en/of tijdverlenging van meer dan een half uur. Toestemming van het CvE is vereist.

Kandidaten met een auditieve beperking

Voor kandidaten met een auditieve beperking levert het College voor Examens waar nodig een aangepast centraal examen. Dit is alleen van toepassing bij examens waarbij de computer wordt gebruikt, en waarbij sprake is van functioneel geluid, met name de digitale talenexamens en de examens kunst (algemeen) op het havo en vwo. Het is niet van toepassing op papieren examens of de rekentoets. Middels een speciaal formulier meldt de directeur aan DUO in het kader van de bestelling van centrale examens voor 1 november voorafgaand aan de afname van het centraal examen de noodzaak van een voor de kandidaat met een auditieve beperking aangepast examen. Als de aanpassing noopt tot een volledige herziening van het examen, kan het College voor Examens besluiten een gecommitteerde aan te wijzen. De examinator en gecommitteerde nemen in overleg een examen af dat past op de exameneisen en waarin rekening wordt gehouden met de beperking van de kandidaat.

Kandidaten met dyslexie

Voor kandidaten met dyslexie levert het College voor Examens het volgende:

Voor digitale examens (en de digitale rekentoets) een dyslexievariant waarin de mogelijkheid van spraaksynthese of ingesproken tekst is toegevoegd.

Voor papieren examens, naar keuze van de directeur, waarbij de keuze per kandidaat kan verschillen:

  •  een bestand (Daisy-CD) met de gesproken tekst van het examen (natuurlijke stem of spraaksynthese), te gebruiken naast een papieren examen in een Daisyspeler of op de computer.

  •  een examenbestand in pdf geschikt voor spraaksynthese (tekst naar spraak via de computer); daarbij kan de kandidaat de tekst lezen op het scherm van een computer en tegelijkertijd desgewenst in spraak omzetten.

Als Daisy en spraaksynthese-pdf geleverd kunnen worden, bepaalt de directeur welke vorm voor de kandidaat geschikt is. Als de geschikte vorm in een tijdvak voor een examen niet geleverd wordt, moet worden voorzien in een voorlezer (individuele voorleeshulp). Daisy wordt niet voor elk examen in elk tijdvak geleverd.

Als een kandidaat, door een ernstige vorm van dyslexie, niet goed kan omgaan met een papieren woordenboek, kan de school een opzoekhulp inzetten. Het gebruik van een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

Kandidaten met kleurenblindheid

Voor kandidaten met kleurenblindheid worden geen aangepaste examens geleverd. Voor kleurenblinde kandidaten kan een opzoekhulp worden ingezet die op verzoek van de kandidaat de kleur van een door de kandidaat aangewezen vlakdeel benoemt, of een door de kandidaat aangewezen kleur aanwijst in examen of hulpmiddel. Dit is alleen noodzakelijk en toegestaan waar het examen kleuren bevat (beeldende vakken), of waar het hulpmiddel kleuren bevat (atlas bij aardrijkskunde havo en vwo, informatieboek natuurwetenschappelijke vakken). Het kleurgebruik in atlas en examens voor de beeldende vakken is zo intensief dat de kandidaat in een afzonderlijke ruimte dient te worden geplaatst. Voor het incidenteel aanwijzen of benoemen van een kleur in de informatieboeken voor de natuurwetenschappelijke vakken is plaatsing in een afzonderlijke ruimte niet nodig. In digitale examens is bij de constructie rekening gehouden met kleurenblinde kandidaten. Bij twijfel mag de kandidaat een beroep doen op bovengenoemde procedure.

Kandidaten met dyscalculie

Nadere informatie over de aanpassingen in examens en hulpmiddelen bij dyscalculie volgt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 oktober 2015.

Kandidaten met een zware lichamelijke beperking

Als door een zware lichamelijke beperking de standaardvorm van het examen niet bruikbaar is, neemt de directeur contact op met het CvE.

Als de kandidaat door zijn beperking niet met een papieren woordenboek kan omgaan, kan de directeur bij het CvE een verzoek indienen tot gebruik van een digitaal woordenboek. Dat zal worden toegestaan als uit nader onderzoek blijkt dat de kandidaat beschikt over de voor het examen vereiste woordenschat. Als dat niet het geval is, kan een opzoekhulp worden ingezet.

Afhankelijk van de aard van het examen en aard en zwaarte van de lichamelijke beperking kan meer dan een half uur tijdverlenging worden toegekend, tot maximaal dubbele examentijd. Toestemming van het CvE is vereist.

Overige beperkingen

Indien de directeur van oordeel is dat de kandidaat redelijkerwijze aan de exameneisen kan voldoen, maar de wijze van examineren de toegankelijkheid belemmert en het aanbod van aangepaste examens en de overige mogelijkheden, waarover de directeur beschikt daarin niet voorzien, neemt hij contact op met het CvE. Het CvE kan na overleg met de school besluiten dat een andere aanpassing dan bovengenoemde toegestaan is binnen het kader van de exameneisen.

NB

Onder de mogelijkheden waarover de directeur beschikt, vallen indien relevant ook de tijdverlenging met criteria uit artikel 55 van het Eindexamenbesluit, en maatregelen zoals het apart zetten van een kandidaat. Voor aanpassingen die mogelijk de inhoud van het examen raken en waarin niet is voorzien met de standaardlevering, is contact met het CvE vereist. Het is gewenst en mogelijk om zo tijdig mogelijk contact op te nemen, zodat in het onderwijs en het schoolexamen met de mogelijke aanpassingen rekening kan worden gehouden. Dat kan dus al bij het begin van de bovenbouw of zelfs bij de start van de schoolloopbaan.

Voor aanpassingen die niet de inhoud van het examen raken (zoals afname in een ziekenhuis) is geen toestemming van het CvE, maar van inspectie vereist.

In de opsomming ontbreken aanpassingen in verband met dyscalculie. De resultaten van de pilot dyscalculie in de cursusjaren 2013–2014 en 2014–2015 zullen worden verwerkt in nadere maatregelen.

TOELICHTING BIJ DE REGELING ROOSTER EN TOEGESTANE HULPMIDDELEN VOOR DE CENTRALE EXAMENS VAN DE EINDEXAMENS EN DE STAATSEXAMENS VO IN 2016 VAN 17 JUNI 2014, NUMMER CVE-14.01696

Algemeen

Met deze regeling worden regels gegeven met betrekking tot de hulpmiddelen die gebruikt mogen worden bij het maken van de opgaven van de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens vwo, havo en vmbo in 2016.

hulpmiddelen

In bijlage 1A en 2b zijn de algemene hulpmiddelen opgenomen die zijn toegestaan bij de centrale examens 2016 voor respectievelijk vmbo en havo/vwo. In bijlage 2 zijn hulpmiddelen opgenomen met betrekking tot kandidaten met een beperking bij toepassing van artikel 55 Eindexamenbesluit, Afwijking wijze van examineren.

Woordenboek, toelichting bij bijlage 1A/1B onderdeel 3.1

Bij alle schriftelijke examens is een eendelig verklarend Nederlands woordenboek toegestaan. Een verklarend woordenboek kan verschillende vormen hebben. Een standaard woordenboek verklaart het Nederlandse woord met een omschrijving in het Nederlands. Het vmbo-beeldwoordenboek geeft een verklaring in de vorm van eenvoudige plaatjes. Er zijn ook speciale verklarende woordenboeken voor kandidaten voor wie het Nederlands de tweede taal is. Deze beide meer speciale woordenboeken zijn ook toegestaan. De regeling staat ook een andere vorm van verklaring toe: een woordenboek dat het Nederlandse woord verklaart door te vertalen in een taal die door de kandidaat goed wordt beheerst, bijvoorbeeld zijn thuistaal. Een woordenboek Nederlands-Spaans mag op grond van de regeling door de school worden toegestaan. Als een kandidaat als verklarend Nederlands woordenboek een woordenboek naar zijn thuistaal gebruikt, dan mag hij ook bij de moderne vreemde taal of klassieke taal een woordenboek gebruiken doeltaal-thuistaal en thuistaal-doeltaal in plaats van doeltaal-Nederlands en Nederlands-doeltaal.

Bij examens door een school of instelling is deze verantwoordelijk voor de afname en de toegestane en gebruikte hulpmiddelen binnen de kaders van de regeling hulpmiddelen. De school kan bepalen dat het woordenboek door de school wordt verstrekt of dat de kandidaten hun woordenboek meenemen dat ter zitting wordt gecontroleerd. Als een kandidaat een van de schoolstandaard afwijkende vorm van het woordenboek wil gebruiken (bijvoorbeeld Nederlands-Spaans, of een beeldwoordenboek), dan kan de school van de kandidaat verwachten dat hij dat tijdig (een voldoende aantal schooldagen voor aanvang van het centraal examen) aan de school kenbaar maakt. De school heeft dan voldoende tijd om na te gaan of deze vorm toegestaan is en – indien de school dit wenst – na te gaan of deze vorm in het belang van de kandidaat is.

Basispakket hulpmiddelen

Naast het basispakket hulpmiddelen kan de kandidaat enkele hulpmiddelen meenemen die niet genoemd zijn, die op geen enkele wijze een relatie hebben met de exameneisen maar die wel functioneel (kunnen) zijn, zoals een puntenslijper, een markeerstift of een leesliniaal (loep). Hulpmiddelen die een relatie kunnen hebben met exameneisen, zijn niet toegestaan. Daaronder vallen onder andere tekensjablonen en spellingkaarten. Hulpmiddelen die geen relatie tot de exameneisen hebben maar geen enkele examenfunctie dienen, dienen te worden geweerd niet omdat daardoor de exameneisen worden aangetast maar omdat de ontstane onoverzichtelijkheid kan leiden tot een indirecte aantasting van exameneisen. Bij twijfel of een specifiek hulpmiddel een relatie tot de exameneisen heeft, wendt de school zich tot het CvE.

Het College voor examens, Namens deze, de voorzitter, H.W. Laan

Naar boven