Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 juni 2014, nr. WJZ / 14057677, met betrekking tot het bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, van het Besluit houders van dieren (Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3.11, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

Besluit:

Artikel 1

Als bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, van het Besluit houders van dieren wordt erkend:

  • a. het certificaat of het diploma ‘wettelijke beroepsvereisten gezelschapsdieren Besluit houders van dieren’, Crebocode 97790 en 97791, bedoeld in bijlage 2 van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2012;

  • b. het certificaat of het diploma ‘wettelijke beroepsvereisten recreatiedieren Besluit houders van dieren’, Crebocode 97720 en 97730, bedoeld in bijlage 2 van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2012;

  • c. de verleende graad Master op het gebied van de diergeneeskunde voor een opleiding in het wetenschappelijke onderwijs door een universiteit dan wel de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft;

  • d. het getuigschrift waaruit blijkt dat het afsluitend examen van de opleiding diergeneeskunde, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met goed gevolg is afgelegd;

  • e. een voor 1 augustus 2014 behaald certificaat of diploma, afgegeven door een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, dat alle volgende deelkwalificaties bevat:

    • 1. het voeren van gezelschapsdieren;

    • 2. het verzorgen van gezelschapsdieren;

    • 3. het begeleiden van de voortplanting van gezelschapsdieren, of

    • 4. het nemen van hygiënische maatregelen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenning bewijs van vakbekwaamheid gezelschapsdieren.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 juni 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, t.a.v. de afdeling Juridische Zaken, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag.

TOELICHTING

Algemeen

In dit besluit zijn de diploma’s, certificaten en getuigschriften aangewezen die gelden als bewijs van vakbekwaamheid ten aanzien van gezelschapsdieren. Een dergelijk bewijs is verplicht voor een beheerder die werkzaam is in een inrichting waar bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren plaatsvinden. Het gaat daarbij onder andere om bedrijfsmatige opvang, handel en fokkerij. Ook moet de organisator van een tentoonstelling, beurs of markt, ervoor zorgen dat er iemand aanwezig is met een bewijs van vakbekwaamheid. De regelgeving over deze bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren is opgenomen in paragraaf 3.2 van het Besluit houders van dieren.

Deze regelgeving vervangt het Honden- en kattenbesluit 1999 (hierna: HKB 1999). Uitgangspunt van het Besluit houders van dieren aangaande bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren is, dat het minimumniveau van dierenwelzijn, zoals bepaald in het HKB 1999, gehandhaafd blijft. Een gevolg daarvan is dat de eisen inzake vakbekwaamheid gedetailleerd zijn uitgewerkt, dit in tegenstelling tot de andere voorschriften uit paragraaf 3.2 van het Besluit houders van dieren, die veelal als doelvoorschriften zijn geformuleerd.

Zowel de betrokken sector als ook andere relevante stakeholders, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, de Faculteit Diergeneeskunde en de Dierenbescherming, hebben bij de totstandkoming van de regelgeving omtrent het bedrijfsmatig houden van gezelschapsdieren, aangegeven vakbekwaamheid als belangrijke pijler voor de borging van welzijn en gezondheid van gezelschapsdieren te zien.

Aanwijzing diploma’s, certificaten en getuigschriften

In artikel 1, onderdelen a en b, van dit besluit zijn de certificaten en diploma’s aangewezen, waarmee de beheerder van een inrichting kan aantonen te voldoen aan de vakbekwaamheidseisen. Deze certificaten en diploma’s worden uitgegeven door erkende onderwijsinstellingen op basis van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB).

De aangewezen diploma’s zijn gebaseerd op de zogeheten kwalificatiedossiers op grond van de WEB. De kwalificatiedossiers maken deel uit van de kwalificatiestructuur die door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mede namens de minister van Economische Zaken wordt vastgesteld. In deze kwalificatiedossiers zijn ook de vakbekwaamheidseisen opgenomen.

In de genoemde kwalificatiedossiers zijn arbeidsmarkt-relevante delen opgenomen, zogenaamde certificeerbare eenheden. Een certificeerbare eenheid bevat de wettelijke vakbekwaamheidseisen. Indien het examen voor een certificeerbare eenheid met goed gevolg is afgelegd, ontvangt de geëxamineerde een certificaat, zoals bedoeld in de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs Indien het examen met goed gevolg is afgelegd voor de gehele opleiding ontvangt een deelnemer een diploma en een resultatenlijst, zoals bedoeld in de Regeling Modeldiploma MBO. De examens van een volledige opleiding en van een certificeerbare eenheid zijn ten aanzien van de vakbekwaamheidseisen qua inhoud en niveau hetzelfde.

In artikel 1, onderdelen c en d, is bepaald dat tevens als vakbekwaamheidsbewijs geldt de verleende graad Master op het gebied van de diergeneeskunde en het getuigschrift waaruit blijkt dat het afsluitend examen van de opleiding diergeneeskunde, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met goed gevolg is afgelegd.

In artikel 1, onderdeel e, is bepaald dat een voor 1 augustus 2014 behaald certificaat of diploma, afgegeven door een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1. van de WEB, ook geldt als bewijs van vakbekwaamheid. Dit certificaat of diploma is afgegeven op grond van de kwalificaties die waren vastgesteld voor 1 augustus 2012.

Wijziging ten opzichte van het HKB 1999

De reikwijdte van paragraaf 3.2 van het Besluit houders van dieren is ten opzichte van het HKB 1999 uitgebreid. De regelgeving betreft niet alleen honden en katten, maar is ook van toepassing op andere gezelschapsdieren.

Gelet op de bredere reikwijdte van het Besluit houders van dieren ten aanzien van bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren is het op grond van artikel 3.11 van het Besluit houders verplicht om een bewijs van vakbekwaamheid te hebben, specifiek voor de diergroep waarmee de activiteiten worden verricht. Op de resultatenlijst bij het diploma of certificaat dient aangegeven te worden voor welke diergroep het examen is afgelegd. Dit is geregeld in artikel 6 en 7 van de Regeling houders van dieren. De beheerder van een groothandel in siervogels bijvoorbeeld, dient een vakbekwaamheidsbewijs behaald te hebben bij een op grond van de WEB erkende onderwijsinstelling, op grond van de wettelijke vakbekwaamheidseisen die exemplarisch zijn ingevuld voor vogels.

Reeds erkende opleidingen op grond van het HKB 1999

Op grond van het HKB 1999 waren certificaten en diploma’s aangewezen die golden als bewijs van vakbekwaamheid. Op grond van artikel 6.6 van het Besluit houders van dieren blijven de reeds erkende bewijzen van vakbekwaamheid gelden als bewijs van vakbekwaamheid. Deze certificaten en diploma’s moeten exemplarisch ingevuld zijn voor honden en katten.

Als erkend bewijs van vakbekwaamheid gelden dus ook de volgende diploma’s, certificaten of bewijzen:

  • a) een tot 1 januari 2007 door de Stichting Examens Vakbekwaamheid afgegeven bewijs van vakbekwaamheid;

  • b) het certificaat of het diploma ‘wettelijke beroepsvereisten gezelschapsdieren HKB’, Crebocode 97790 en 97791, bedoeld in bijlage 2 van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2012 en

  • c) het certificaat of het diploma ‘wettelijke beroepsvereisten recreatiedieren HKB’, Crebocode 97720 en 97730, bedoeld in bijlage 2 van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2012.

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014. De verplichting dat er in een inrichting een beheerder werkzaam moet zijn die beschikt over een erkend bewijs van vakbekwaamheid, geldt vanaf 1 juli 2015 voor de inrichtingen die onder de reikwijdte van het Besluit houders van dieren komen te vallen en niet al onder het HKB 1999 vielen. Dit geeft de onderwijsinstellingen de gelegenheid om opleidingen te ontwikkelen. Voor andere dieren dan honden en katten is er namelijk nog onvoldoende capaciteit om een bewijs van vakbekwaamheid te kunnen behalen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven