Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 juni 2014, nr. 2014-0000331218, houdende technische verbetering van de verwijzing naar de werkkostenregeling in de Regeling bezoldigingscomponenten WNT

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 1.9 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, onderdeel j, van de Regeling bezoldigingscomponenten WNT komt te luiden:

• j. vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 zijn aangemerkt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Deze regeling bevat een technische verbetering van de verwijzing naar de werkkostenregeling in artikel 2, tweede lid, onderdeel j, van de Regeling bezoldigingscomponenten WNT. Ten eerste is een onjuiste verwijzing naar de Wet op de loonbelasting 1964 geschrapt. Ter voorkoming van misverstanden is voorts het woord ‘andere’ aan het begin van het onderdeel vervallen. Dit woord kon de indruk wekken dat de vergoedingen en verstrekkingen genoemd in artikel 2, eerste lid, ook tot de bezoldiging worden gerekend indien zij binnen de werkkostenregeling als eindheffingsbestanddeel zijn aangemerkt. Het onderdeel beoogt echter alle vergoedingen en verstrekkingen die met toepassing van artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 tot het eindheffingsloon zijn gerekend (zowel loon in natura als kostenvergoedingen) uit te sluiten van het bezoldigingsbegrip.

Conform de vaste verandermomenten treedt deze regeling op 1 juli 2014 in werking. Omdat de regeling uitsluitend een technische verbetering bevat, is afgeweken van de vaste invoeringstermijn van drie maanden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk