Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 29 juni 2014, nr. WJZ/14070818, houdende wijziging van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 en de Regeling dierlijke producten in verband met wijzigingen betreffende de biologische productiemethode

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de artikelen 2.6 en 2.7 van het Besluit dierlijke producten;

Besluit:

ARTIKEL I

De artikelen 4, 5 en 6, vierde en vijfde lid en bijlage I van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 vervallen.

ARTIKEL II

De Regeling dierlijke producten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.16 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Tot en met 31 december 2015, met toepassing van artikel 39 van verordening (EG) nr. 889/2008, mogen bedrijven met ten hoogste vijftig runderen die dieren aanbinden, indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in dat artikel. Vanaf 1 januari 2016, met toepassing van artikel 39 van verordening (EG) nr. 889/2008, mogen bedrijven met ten hoogste tien runderen die dieren aanbinden, indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in dat artikel.

b. In het tweede lid wordt ‘lakmiddelen’ vervangen door: natuurlijke bedekkingsstoffen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 juni 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

De Regeling dierlijke producten is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden, met uitzondering van de regels over de biologische productiemethode. De reden daarvan was dat er een wijziging nodig was van artikel 10.2, tweede lid, van de Wet dieren, om in de bevoegdheid van de Stichting Skal tot het houden van toezicht op de naleving van de regels over biologische diervoeders te voorzien. Nu die wetswijziging gereed is kan de biologische productie van dierlijke producten geregeld worden op grond van de Wet dieren. In de Regeling dierlijke producten is bepaald dat deze regels in werking treden op het tijdstip dat artikel 2.6 onderdeel a van het Besluit dierlijke producten en de artikelen 2.5 en 2.6 van het Besluit diervoeders in werking treden. Deze bepalingen treden bij koninklijk besluit in werking op 1 juli 2014. In de onderhavige wijzigingsregeling wordt voorzien in een tweetal technische wijzigingen, namelijk het vervallen van een aantal artikelen van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 en het overnemen van wijzigingen die vanaf 1 januari 2013 in de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 hebben plaatsgevonden in de overeenkomstige bepalingen in de Regeling dierlijke producten, die vanaf 1 juli 2014 de regels over biologische productie uit de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 zullen vervangen.

2. Regeldrukeffecten

Er zijn geen regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is er sprake van inhoudelijke nalevingskosten.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014. Deze datum is gelijk aan het tijdstip dat artikel 2.6, onderdeel a, van het Besluit dierlijke producten en de artikelen 2.5 en 2.6 van het Besluit diervoerders in werking treden. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving (VVM), dat inhoudt dat regelingen slechts op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober in werking treden en twee maanden voorafgaand daaraan worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat het reparatieregelgeving betreft waarin moet zijn voorzien wanneer artikel 2.6, onderdeel a, van het Besluit dierlijke producten en de artikelen 2.5 en 2.6 van het Besluit diervoeders en daarmee de artikelen 2.11, onderdeel b, en 2.12 tot en met 2.18, 4.2 en 4.3, eerste en derde lid van de Regeling dierlijke producten en artikel 5 van de Regeling diervoeders in werking treden.

II. Artikelen

Artikel I

Abusievelijk waren de artikelen 4 en 5, alsmede het vierde en vijfde lid van artikel 6 van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 per 1 januari 2013 vervallen. Bij regeling van 14 februari 2013 is dit hersteld. Vanwege dit herstel vervallen de betreffende artikelen niet meer automatisch bij het inwerkingtreden van artikel 2.6 onderdeel a van het Besluit dierlijke producten en de artikelen 2.5 en 2.6 van het Besluit diervoeders. Nu de vervangende bepalingen betreffende de biologische productie per 1 juli 2014 in werking treden, dienen deze bepalingen in de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 alsnog te vervallen. Vanwege het vervallen van artikel 4 kan ook Bijlage I van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 vervallen.

Artikel II, onderdeel A

Bij regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 12 mei 2014, nr. WJZ/14073558, is de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 gewijzigd en wordt het tijdelijk toegestaan runderen aan te binden in bedrijven met maximaal vijftig runderen. Dit geldt tot en met 31 december 2015. Vanaf 1 januari 2016 is het aanbinden van runderen weer uitsluitend toegestaan in bedrijven met ten hoogste 10 runderen. Dezelfde wijziging wordt doorgevoerd in artikel 2.16, eerste lid, van de Regeling dierlijke producten, die artikel 7b van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 per 1 juli 2014 zal vervangen.

In artikel 8 van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 wordt het tijdens de drie maanden die voorafgaan aan Pasen toegestaan eieren te kleuren met gebruikmaking van natuurlijke kleurstoffen en lakmiddelen. Wanneer de vervangende bepalingen betreffende de biologische productie per 1 juli 2014 in werking treden, wordt deze norm opgenomen in artikel 2.16, tweede lid, van de Regeling dierlijke producten. Deze uitzonderingsmogelijkheid wordt geboden door artikel 27, vierde lid, van verordening 889/2008. In deze verordening is echter bepaald dat voor het kleuren van de eieren gebruik mag worden gemaakt van natuurlijke kleurstoffen en natuurlijke bedekkingsstoffen. Artikel 2.16, tweede lid, van de Regeling dierlijke producten wordt met dit artikel uit de verordening 889/2008 in overeenstemming gebracht.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven