Beleidsregel van de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juni 2014, nr. ILT-2014/30583 houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) in verband met het bestuursrechtelijk sanctioneren van rusttijdtekorten van meer dan 6 uur

De Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 10:7, zesde lid van de Arbeidstijdenwet en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) wordt vervangen door de bijlage bij deze beleidsregel.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

BIJLAGE TARIEFLIJST NORMBEDRAGEN BESTUURLIJKE BOETE BINNENVAART

Feitcode

Wet

Art.

Verwijzing naar

Omschrijving art.

Bijzonderheden

Normadressaat

Boetebedrag of: Bedrag boete

ATB-v 5.5.01

ATBv

5.3:11

5.5:2 ATBv

Als gezagvoerder in de periode van 48 uur voorafgaand aan het binnenvaren van de binnenwateren geen rekening hebben gehouden met de rusttijden genoemd in respectievelijk artikel 5.5:3 tot en met 5.5:5 van het ATB-v

 

gezagvoerder

€ 250

ATB-v 5.5.02

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.03

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5.04

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5.05

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5.06

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.07

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.08

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.09

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.10

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.11

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.12

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.13

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5.14

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5.15

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5.16

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.17

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.18

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.19

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.20

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.21

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5:22

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5:23

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5:24

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5:25

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5:26

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.27

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.28

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.29

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.30

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.31

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.32

ATBv

5.3:1

5.5:6 lid 4 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht.

bedrijfs- onderzoek

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.33

ATBv

5.3:1

5.5:6 lid 4 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht.

bedrijfs- onderzoek

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.34

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.35

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.36

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.37

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.38

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 2 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen.

 

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.39

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 2 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen.

 

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.40

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 3 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is.

 

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.41

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 3 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is.

 

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.42

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 4 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur.

 

gezagvoerend schipper

€ 50

ATB-v 5.5.43

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 4 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur.

 

werkgever

€ 100

X Noot
1

Arbeidstijdenbesluit vervoer

TOELICHTING

Artikel I

De reden om de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) aan te passen is dat rusttijdovertredingen van meer dan 6 uur niet langer door het Openbaar Ministerie worden afgedaan. In de Aanwijzing binnenvaart (2012A023) is dit losgelaten. Dit betekent dat nu alle rusttijdovertredingen bestuursrechtelijk worden afgedaan tenzij er gevaar voor de openbare veiligheid ontstaat of kan ontstaan. Dan worden op grond van artikel 49 Binnenvaartwet met inachtneming van de Aanwijzing binnenvaart de gedragingen aangemerkt als strafbaar feit. Derhalve zijn in de bijlage rusttijdovertredingen van meer dan 6 uur toegevoegd.

Artikel II

Rusttijdovertredingen begaan op de Rijn, de Waal en de Lek, de zogenaamde aktewateren waarop de Herziene Rijnvaartakte van toepassing is, worden bestuursrechtelijk afgedaan op grond van de Binnenvaartwet. De boetecatalogus bij de Binnenvaartwet wijzigt op dit punt met ingang van 1 juli 2014. Deze wijziging treedt daarom ook met ingang van 1 juli 2014 in werking.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen

Naar boven