Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Inspectie Leefomgeving en Transport | Staatscourant 2014, 18074 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Inspectie Leefomgeving en Transport | Staatscourant 2014, 18074 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 10:7, zesde lid van de Arbeidstijdenwet en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluiten:
De bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) wordt vervangen door de bijlage bij deze beleidsregel.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Feitcode |
Wet |
Art. |
Verwijzing naar |
Omschrijving art. |
Bijzonderheden |
Normadressaat |
Boetebedrag of: Bedrag boete |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ATB-v 5.5.01 |
ATBv |
5.3:11 |
5.5:2 ATBv |
Als gezagvoerder in de periode van 48 uur voorafgaand aan het binnenvaren van de binnenwateren geen rekening hebben gehouden met de rusttijden genoemd in respectievelijk artikel 5.5:3 tot en met 5.5:5 van het ATB-v |
gezagvoerder |
€ 250 |
|
ATB-v 5.5.02 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.03 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 300 |
ATB-v 5.5.04 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 450 |
ATB-v 5.5.05 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 600 |
ATB-v 5.5.06 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.07 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.08 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
werkgever |
€ 600 |
ATB-v 5.5.09 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
werkgever |
€ 900 |
ATB-v 5.5.10 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
werkgever |
€ 1.200 |
ATB-v 5.5.11 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:3 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.12 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.13 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 300 |
ATB-v 5.5.14 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 450 |
ATB-v 5.5.15 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 600 |
ATB-v 5.5.16 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.17 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.18 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
werkgever |
€ 600 |
ATB-v 5.5.19 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
werkgever |
€ 900 |
ATB-v 5.5.20 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
werkgever |
€ 1.200 |
ATB-v 5.5.21 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:4 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.) |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5:22 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5:23 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 300 |
ATB-v 5.5:24 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 450 |
ATB-v 5.5:25 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
gezagvoerend schipper |
€ 600 |
ATB-v 5.5:26 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.27 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.28 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 2 tot 3 uur |
werkgever |
€ 600 |
ATB-v 5.5.29 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 3 tot 4 uur |
werkgever |
€ 900 |
ATB-v 5.5.30 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een tekort van 4 tot 5 uur |
werkgever |
€ 1.200 |
ATB-v 5.5.31 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:5 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren. |
Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.32 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:6 lid 4 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht. |
bedrijfs- onderzoek |
gezagvoerend schipper |
€ 500 |
ATB-v 5.5.33 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:6 lid 4 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht. |
bedrijfs- onderzoek |
werkgever |
€ 1.000 |
ATB-v 5.5.34 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken. |
Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.35 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken. |
Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.36 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 1 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken. |
Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort |
gezagvoerend schipper |
€ 150 |
ATB-v 5.5.37 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 1 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken. |
Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort |
werkgever |
€ 300 |
ATB-v 5.5.38 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 2 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen. |
gezagvoerend schipper |
€ 500 |
|
ATB-v 5.5.39 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 2 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen. |
werkgever |
€ 1.000 |
|
ATB-v 5.5.40 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 3 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is. |
gezagvoerend schipper |
€ 500 |
|
ATB-v 5.5.41 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 3 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is. |
werkgever |
€ 1.000 |
|
ATB-v 5.5.42 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 4 ATBv |
Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur. |
gezagvoerend schipper |
€ 50 |
|
ATB-v 5.5.43 |
ATBv |
5.3:1 |
5.5:7 lid 4 ATBv |
Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur. |
werkgever |
€ 100 |
De reden om de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart) aan te passen is dat rusttijdovertredingen van meer dan 6 uur niet langer door het Openbaar Ministerie worden afgedaan. In de Aanwijzing binnenvaart (2012A023) is dit losgelaten. Dit betekent dat nu alle rusttijdovertredingen bestuursrechtelijk worden afgedaan tenzij er gevaar voor de openbare veiligheid ontstaat of kan ontstaan. Dan worden op grond van artikel 49 Binnenvaartwet met inachtneming van de Aanwijzing binnenvaart de gedragingen aangemerkt als strafbaar feit. Derhalve zijn in de bijlage rusttijdovertredingen van meer dan 6 uur toegevoegd.
Rusttijdovertredingen begaan op de Rijn, de Waal en de Lek, de zogenaamde aktewateren waarop de Herziene Rijnvaartakte van toepassing is, worden bestuursrechtelijk afgedaan op grond van de Binnenvaartwet. De boetecatalogus bij de Binnenvaartwet wijzigt op dit punt met ingang van 1 juli 2014. Deze wijziging treedt daarom ook met ingang van 1 juli 2014 in werking.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-18074.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.