Voorwaarden gestructureerde PE-activiteiten in elektronische vorm per 1 januari 2014

Conform artikel 1, onder i, van de Nadere voorschriften permanente educatie stelt het bestuur de volgende voorwaarden aan gestructureerde PE-activiteiten in elektronische vorm (verder elektronische lesvormen).

Het bestuur beoogt met het stellen van deze voorwaarden duidelijkheid te scheppen over de wijze waarop elektronische lesvormen moeten worden georganiseerd om in aanmerking te komen van toekenning van gestructureerde PE-uren. Ook streeft het bestuur er met deze voorwaarden naar te voorkomen dat activiteiten die normaal gesproken onder zelfstudie zouden vallen door het toevoegen van enkele (elektronische) toetsvragen als elektronische lesvorm kunnen worden aangemerkt.

  • 1. Elektronische lesvormen kunnen kwalificeren als gestructureerde PE-activiteiten als zij bijdragen aan het relevante kennis- en/of vaardigheidsniveau van de leden.

  • 2. Duur van de elektronische lesvorm:

    • a. De minimale omvang van een elektronische lesvorm bedraagt 45 minuten.

    • b. Indien een elektronische lesvorm een duur heeft van 120 minuten of langer, is het verplicht de elektronische lesvorm op te delen in modules die elk worden afgesloten met een (verplichte) tussentoets.

  • 3. Een elektronische lesvorm bevat:

    • a. Heldere leerdoelen

    • b. Een beschrijving op welke manier de leerdoelen worden bereikt

    • c. Een ingebouwde controle dat de cursist alle onderdelen doorloopt alvorens dat hij toegang krijgt tot de afsluitende toets

    • d. Een afsluitende toets met vragen die geformuleerd zijn op begrips- en toepassingsniveau, waaruit blijkt dat de cursist de geformuleerde leerdoelen heeft behaald.

  • 4. Voor de afronding van een elektronische lesvorm is een minimale toets score van 70% vereist (indien bij herkansingen dezelfde vragen worden gehanteerd, dient deze norm te worden verhoogd naar minimaal 80%)

  • 5. Een elektronische lesvorm kwalificeert pas als gestructureerde PE-activiteit als dit volledig is doorlopen en de eindtoets met goed gevolg is afgelegd.

Geadviseerd wordt een opbouw te kiezen waarbij een elektronische lesvorm wordt opgedeeld in afzonderlijke blokken (modules) waarbij per blok een deel theorie/praktijk wordt behandeld die wordt afgesloten met een evaluatie (tussentoets) waaruit blijkt of de deelnemer de stof tot zich heeft genomen. Worden de evaluatievragen niet goed beantwoord, dan wordt deelnemer terugverwezen naar de stof die hij heeft doorgenomen. Zijn de evaluatievragen voldoende beantwoord, dan kan de deelnemer verder met het volgende blok van de activiteit.

Naar boven