De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 7.4.3a, tweede lid, tweede volzin, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
en artikel 3, vijfde lid, van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen
WEB;
Besluit:
TOELICHTING
Centrale examinering van het generieke examenonderdeel Nederlandse taal vindt voor
het eerst plaats in het studiejaar 2014–2015 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding
(mbo-4), en in het studiejaar 2015–2016 bij de basisberoepsopleiding en de vakopleiding
(mbo-2 en -3). In deze ministeriële regeling wordt de verdeling van de (sub)domeinen
van het referentieniveau Nederlandse taal over het centraal examen en het instellingsexamen
geregeld.
I. Verdeling inhoud examenonderdeel Nederlandse taal
Artikel 7.4.3a, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB)
bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur onderdelen van een beroepsopleiding
kunnen worden aangewezen waarbij geheel of gedeeltelijk centrale examinering plaatsvindt.
In artikel 5 van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (hierna:
Examen- en kwalificatiebesluit) is hieraan voor het generieke examenonderdeel Nederlandse
taal invulling gegeven door te bepalen dat gedeeltelijke centrale examinering plaatsvindt
voor de basisberoepsopleiding, de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding
(mbo-niveaus 2 t/m 4).
Artikel 7.4.3a, tweede lid, tweede volzin, van de WEB en artikel 3, vijfde lid, van
het Examen- en kwalificatiebesluit bepalen dat voor onderdelen waarbij gedeeltelijke
centrale examinering plaatsvindt, bij ministeriële regeling wordt bepaald over welk
gedeelte het centraal examen en over welk gedeelte het instellingsexamen zich uitstrekt.
Met het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen zijn de referentieniveaus
vastgesteld. De referentieniveaus voor Nederlandse taal zijn onderverdeeld in vier
domeinen:
-
1. mondelinge taalvaardigheid, met drie subdomeinen: gespreksvaardigheid, luistervaardigheid
en spreekvaardigheid.
-
2. leesvaardigheid, met twee subdomeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele,
narratieve en literaire teksten.
-
3. schrijfvaardigheid.
-
4. begrippenlijst en taalverzorging.
Het subdomein lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten (domein leesvaardigheid)
is, op grond van artikel 2, onderdelen h tot en met l, van het Besluit referentieniveaus
Nederlandse taal en rekenen, niet van toepassing op het gehele middelbaar beroepsonderwijs.
Op voorstel van het College voor Examens (CvE), is besloten dat het subdomein lezen
van zakelijke teksten (domein leesvaardigheid) en het subdomein luistervaardigheid
(domein mondelinge taalvaardigheid) centraal worden geëxamineerd. De overige domeinen/subdomeinen
worden door middel van een instellingsexamen geëxamineerd. Dat is in artikel 2 van
deze ministeriële regeling geregeld.
De redenen voor deze verdeling zijn de volgende:
-
– er is gestreefd naar evenwichtige verdeling van de vaardigheden over het centraal
examen en het instellingsexamen. Het centraal examen zal nu twee vaardigheden toetsen,
het instellingsexamen toetst de andere vaardigheden.
-
– onderzoek heeft uitgewezen dat er een groot verband bestaat tussen lezen en luisteren.
Door beide vaardigheden in één examen onder te brengen, kan een voldoende hoge mate
van betrouwbaarheid van het examen worden bewerkstelligd.
-
– lezen en luisteren kunnen objectief scoorbaar, via een digitale afname, worden gemeten.
Dit maakt het organisatorisch haalbaar om beide vaardigheden in één digitale sessie
te combineren.
-
– de keuze is mede gebaseerd op de uitkomst van een veldraadpleging. Hieruit bleek dat
er draagvlak bestaat om deze vaardigheden centraal te examineren.
CvE heeft de afgelopen jaren, gedurende de (pre)pilotperiode, ervaring opgedaan met
de ontwikkeling en afname van centrale examens Nederlandse taal voor de onderdelen
lezen en luisteren. Dit is inhoudelijk en organisatorisch bevredigend verlopen.
II. Uitvoering en handhaafbaarheid
De ministeriële regeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd
aan DUO en de Inspectie van het Onderwijs. De regeling is door hen uitvoerbaar en
handhaafbaar verklaard.
III. Administratieve lasten en uitvoeringslasten
Administratieve lasten kunnen worden gedefinieerd als de kosten om te voldoen aan
informatieverplichtingen aan de overheid, voorvloeiend uit wet- en regelgeving van
de overheid. Bij de voorbereiding van deze ministeriële regeling is nagegaan of er
sprake is van administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven of burgers.
Daarbij is deze ministeriële regeling intern ter beoordeling voorgelegd voor toetsing
op administratieve lasten. OCW voorziet dat er aan deze ministeriële regeling geen
structurele of eenmalige administratieve lasten zijn verbonden, omdat er geen informatieverplichtingen
mee gemoeid zijn en er daardoor geen sprake is van administratieve lasten.
IV. Internetconsultatie
Er heeft een internetconsultatie plaatsgevonden naar de uitvoerbaarheid van de ministeriële
regeling. Deze heeft 1 reactie opgeleverd, die aangeeft dat de ministeriële regeling
uitvoerbaar is.
In dezelfde internetconsultatie is ook de regeling voorgelegd betreffende de verplichting
tot het uitreiken van het bewijs van het resultaat van de pilotexamens Nederlandse
taal en rekenen. Gezien de voorlopig tegenvallende resultaten van de pilotexamens
Nederlandse taal en rekenen bezie ik, gezamenlijk met de staatssecretaris, of er nog
nadere acties nodig zijn op dit terrein. Daarom heb ik besloten om op een later moment
te bezien of en zo ja, wanneer deze verplichting wordt ingevoerd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker