Wet milieubeheer MER-beoordeling Van Erp Pork VOF (C2135189), Noord-Brabant

Initiatiefnemer Van Erp Pork VOF is voornemens het bouwen van een nieuwe stal ten behoeve van de huisvesting van 644 guste en dragende zeugen, 4 dekberen en 93 vleesvarkens en de bestaande biggenstal wordt heringericht voor de huisvesting van 242 kraamzeugen. De nieuwe stal wordt voorzien van een chemisch luchtwassysteem met 95% ammoniakemissiereductie en 35% emissiereductie fijnstof voor de guste en dragende zeugen, de dekberen en de vleesvarkens. De gewijzigde, bestaande stal voor de kraamzeugen heeft een chemisch luchtwassysteem met 70% ammoniakemissiereductie en 35% emissiereductie fijnstof.

Op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer is de activiteit aangewezen in het Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.). Ingevolge bijlage D, categorie 14 van het Besluit m.e.r., is de voorgenomen activiteit van Van Erp Pork VOF m.e.r.-beoordelingsplichtig.

Dit houdt in dat ons college, alvorens een besluit over de aanvraag van een omgevingsvergunning te nemen, dient te beslissen of er voor de voorgenomen activiteit een MER moet worden opgesteld. Een MER moet worden opgesteld indien sprake is van een activiteit die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Daarbij dient, aldus artikel 7.17, derde lid van de Wet Milieubeheer, rekening te worden gehouden met:

• de kenmerken van de activiteit;

• de plaats van de voorgenomen activiteit;

• de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.

Na toetsing van de voorgenomen activiteit hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op

20 juni 2014 besloten dat voor deze activiteit geen MER opgesteld hoeft te worden.

Het besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 30 juni 2014 gedurende zes weken ter inzage bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN), Telefoonnummer (0485) 729 189.

Het besluit is digitaal op te vragen via e-mail mstapper@brabant.nl of terug te vinden op de website www.brabant.nl/loket/verleendevergunningen.

Op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt deze beoordeling beschouwd als een voorbereidingsbesluit, waartegen geen direct bezwaar of beroep open staat. U kunt uw bezwaren tegen dit beoordelingsbesluit te zijner tijd kenbaar maken in de procedures van het uiteindelijke besluit, te weten de vaststelling van de omgevingsvergunning.

’s-Hertogenbosch, juni 2014.