Regeling van het College voor examens van 15 april 2014, nummer CvE-14.01041, houdende vaststelling van toegestane hulpmiddelen bij centrale examinering in het mbo (Regeling toegestane hulpmiddelen bij centrale examinering mbo)

Het College voor examens,

Gelet op artikel 3 van de Wet College voor examens; het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB artikel 6, eerste lid onderdeel h.

Besluit:

Artikel 1 hulpmiddelen

De toegestane hulpmiddelen, bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel h van het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB worden vastgesteld als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2 bekendmaking

De regeling zal met de bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage kan ook geraadpleegd worden op Examenbladmbo.nl.

Artikel 3 inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2014.

Artikel 4 citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toegestane hulpmiddelen bij centrale examens mbo.

Het College voor examens, Namens deze, de voorzitter, H.W. Laan

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING TOEGESTANE HULPMIDDELEN BIJ CENTRALE EXAMINERING MBO, VAN 15 APRIL 2014, NUMMER CVE-14.01041

Toegestane hulpmiddelen bij centrale examinering mbo

Algemeen

Bij de afname van zowel de centrale examens Nederlandse taal als rekenen en bij zowel 2F als 3F is het gebruik van pen/potlood en kladpapier toegestaan. Het kladpapier mag de examenzaal niet verlaten en dient na afloop van de examenzitting ingeleverd te worden.

Daarnaast is het gebruik van een verklarend Nederlands woordenboek toegestaan. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Bij de ontwikkeling van de examens blijft het uitgangspunt dat de kandidaat geen woordenboek hoeft te gebruiken.

Toelichting op gebruik woordenboek

Een eendelig papieren verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij de centraal ontwikkelde examens Nederlands en rekenen. De deelnemer mag dus een woordenboek gebruiken; de instelling moet hem in staat stellen het te gebruiken. De examencommissie bepaalt of de deelnemer het woordenboek zelf meeneemt, of dat het beschikbaar is in de examenruimte.

Mogelijke woordenboeken

De 'standaard' is een gewoon verklarend woordenboek Nederlands. De deelnemer die dat wenst, mag kiezen voor een andere vorm, bijvoorbeeld een beeldwoordenboek, een speciaal woordenboek 'Nederlands als tweede taal' of een woordenboek dat de Nederlandse woorden omzet naar zijn thuistaal.

De examencommissie kan (bijvoorbeeld in het examenreglement) bepalen dat wie een van de standaard afwijkend woordenboek wil meenemen, dat tijdig vooraf dient te melden. Dat maakt het beter mogelijk om met de deelnemer na te gaan of het echt zo effectief is als verwacht, en voorkomt verwarring bij de start van de examenzitting.

Digitaal woordenboek

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Dat is ook niet mogelijk op de computer bij de standaard digitale examens, maar technisch gezien zou de deelnemer een tweede vertaalcomputer erbij kunnen gebruiken. Dat mag dus niet. De reden daarvoor is het feit dat de opzoeksnelheid van de vertaalcomputer zeer hoog is. Een redelijke woordenschat is een van de onderliggende kwalificatie-eisen bij Nederlands, en met een digitaal woordenboek wordt die eis niet meer getoetst.

Aanpassingen nodig

Ook bij het woordenboek geldt: als de examencommissie meent dat een aanpassing nodig is die in de regels niet is voorzien, wordt contact opgenomen met het College voor Examens (CvE) via de COE-examenlijn.

Rekenmachine

Als bij opgaven in het (pilot)examen rekenen (2F en 3F) een rekenmachine is toegestaan, wordt deze binnen de examensoftware aangeboden. De rekenmachine die binnen ExamenTester gebruikt wordt, is ook beschikbaar als losse applicatie. Hiermee kunnen instellingen ter voorbereiding op de (pilot)examens hun kandidaten laten oefenen. De applicatie wordt verspreid via het Cito Portal.

Gebruik van een losse rekenmachine buiten de examensoftware om is niet toegestaan.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE REGELING TOEGESTANE HULPMIDDELEN BIJ CENTRALE EXAMINERING MBO, VAN 15 APRIL 2014, NUMMER CVE-14.01041

Met deze regeling geeft het College voor examens invulling aan de hem in artikel 6, eerste lid onderdeel h van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB opgedragen taak om regels te geven met betrekking tot hulpmiddelen die gebruikt mogen worden bij het maken van opgaven bij centrale examens mbo.

Gelet op de aard van betreffende voorschriften zijn deze niet opgenomen in de regeling zelf, maar in de daarbij behorende bijlage. De bijlage is ook te raadplegen op Examenbladmbo.nl

De nadere richtlijnen rondom de hulpmiddelen hebben enerzijds tot doel om voor alle kandidaten gelijke afnamecondities te creëren en anderzijds om te voorkomen dat er hulpmiddelen worden toegelaten die afbreuk doen aan de te examineren vaardigheid. Deze richtlijnen dienen door de Examencommissie in acht te worden genomen. Bij alle examens is het gebruik van pen/potlood en kladpapier toegestaan, evenals een verklarend Nederlands woordenboek. Wanneer een deelnemer het woordenboek echter als continu naslagwerk inzet, komt hij mogelijkerwijs in tijdnood. Aangegeven wordt waarom geen digitaal woordenboek mag worden ingezet. Bij de rekenexamens kan bij sommige opgaven een rekenmachine worden gebruikt die binnen de examensoftware ter beschikking wordt gesteld.

Voor de vaststelling van regels voor een aangepaste wijze of vorm van examineren bij deelnemers met een handicap, rekening houdend met de aard van de handicap, bij centrale examens in het mbo wordt verwezen naar de ‘Regeling aangepaste wijze of vorm van examineren centrale examens mbo’.

Het College voor examens, Namens deze, de voorzitter, H.W. Laan

Naar boven