TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt de Regeling tarieven luchtvaart 2008 in verband met de toepassing
van Verordening (EU) nr. 1178/20111 (verder genoemd: Air Crew verordening) ten aanzien van zogenaamde Approved Training
Organisations (ATO’s).
Per 8 april 2015 zullen de huidige geregistreerde opleidingsinstellingen en een enkele
opleidingsinstelling die door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de luchtvaart
(KNVvL) is goedgekeurd, die opleidingen en trainingen verzorgen voor lichtere Europese
brevetten, aan de luchtvaartveiligheidsregels opgenomen in Annex VII (Part-ORA), subpart
ATO, van de Air Crew verordening moeten voldoen. Per die datum zullen deze opleidingsinstellingen
ATO’s worden. In de aanloop naar de nieuwe status zijn wijzigingen van de huidige
handboeken nodig. Ook de handboeken zullen moeten voldoen aan de hiervoor genoemde
Europese eisen. Voor de goedkeuring door de minister (Inspectie Leefomgeving en Transport,
ILT) van wijzigingen van de aangepaste handboeken worden met onderhavige regeling
tarieven vastgesteld. In de artikelgewijze toelichting wordt hier verder op ingegaan.
Voor de sector heeft de omzetting naar ATO voor wat betreft de handboeken beperkte
financiële gevolgen: op grond van de Air Crew verordening moeten wijzigingen van (ATO)
handboeken goedgekeurd worden. Als nationaal erkende opleidingsinstelling is die goedkeuring
niet verplicht gesteld en hoeft enkel een basistarief betaald te worden voor de registratie
(ca. € 260). De opleidingsinstellingen hoeven slechts een verklaring af te geven welke
opleiding zij verzorgen en hetgeen zij aan training geven. De verplicht Europees voorgeschreven
goedkeuring betekent voor de opleidingsinstellingen een beperkte tariefstijging. Een
deel van de sector heeft de krachten gebundeld en in een samenwerkingsverband besloten
tot het opstellen van een uniform handboek dat voldoet aan de voorwaarden voor ATO
handboeken. Over de tarifering ten aanzien van de beoordeling en goedkeuring evenals
aanpassingen van het (uniform) handboek heeft de ILT met de sector afspraken gemaakt.
Door het samenwerkingsverband, dat een convenant met de ILT heeft afgesloten, worden
(uniforme) handboeken gemaakt die door de ILT worden beoordeeld en goedgekeurd. Ook
de wijzigingen van het handboek bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe wetgeving
wordt eerst via het samenwerkingsverband aan de ILT aangeboden ter beoordeling en
goedkeuring. Het goedgekeurd (uniform) handboek wordt daarna, door zij die aan het
samenwerkingsverband zijn verbonden, bedrijfspecifiek gemaakt. Omdat het format reeds
eerder door ILT is goedgekeurd gaat er minder tijd gemoeid met de beoordeling en goedkeuring
van de door de bedrijven ingediende handboeken en is het tarief dan ook lager dan
van de beoordeling c.q. goedkeuring van een handboek van een bedrijf dat geen gebruik
maakt van het reeds vooraf goedgekeurd (uniform) handboek. De bedrijven betalen voor
bedrijfspecifieke aanpassingen van het handboek een tarief van ongeveer € 80 aan de
ILT.
Voor niet bij het samenwerkingsverband aangesloten bedrijven liggen de kosten hoger;
de beoordeling en goedkeuring door de ILT gebeurd immers niet op basis van een reeds
goedgekeurd format, hetgeen meer tijd vergt.
De omzetting naar ATO betekent voor de betrokken opleidingsinstellingen weliswaar
een beperkte kostenverhoging, echter daar staat tegenover dat ze als Europese organisatie
meer bevoegdheden hebben en de kwaliteit van de organisaties aanmerkelijk verbeterd,
hetgeen weer een hoger luchtvaartveiligheidsniveau bewerkstelligt.
Administratieve lasten en nalevingskosten
Deze regeling bevat geen informatieverplichtingen aan de overheid en leidt dan ook
niet tot extra administratieve lasten voor burger en bedrijfsleven. Evenmin brengt
deze regeling nalevingskosten met zich.
Inwerkingtreding
In dit geval wordt afgeweken van de vaste verandermomenten aangezien deze regeling
tariefaanpassingen betreft in het kader van de uitvoering van een verordening. Dat
is ook de reden dat deze regeling niet op www.internetconsultatie.nl ter consultatie is aangeboden. Met de betrokken sector, die organisatorische voorbereidingen
treft in de aanloop naar de nieuwe Europese status van ATO, zijn de tariefaanpassingen
besproken en afspraken gemaakt. De besprekingen en afspraken hebben ertoe geleid dat
bij de ILT reeds aanvragen worden ingediend voor aanpassing van de handboeken. Het
aantal aanvragen neemt toe. Er kunnen echter geen tarieven geheven worden omdat deze
nog niet zijn vastgesteld. Omdat het uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de
Rijksoverheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel mogelijk kostendekkende
tarieven in rekening brengt, betekent dit dat de ILT op dit moment geen beoordelingen
kan doen van de ter goedkeuring voorgelegde handboeken. Dit brengt ook voor de sector
weer een stagnatie in de voorbereiding op de Europese ATO-status te weeg, met het
risico dat omzetting naar deze nieuwe status niet tijdig zal kunnen plaatsvinden.
Gelet hierop is inwerkingtreding van deze regeling op zo kort mogelijke termijn gewenst.
Artikelsgewijs
Artikel I
Een aantal van de huidige geregistreerde opleidingsinstellingen en de door de KNVvL
goedgekeurde opleidingsinstelling voor zweefvliegbrevetten moet binnen afzienbare
termijn gaan voldoen aan de vereisten voor ATO’s zoals opgenomen in de Air Crew verordening.
Het betreft slechts die instellingen die opleidingen verzorgen voor de Europese Private
Pilot Licence (PPL) en lichtere brevetten zoals de LAPL-S, de Light Aeroplane Pilot
Licence for sailplanes. Bij de aanvraag van deze instellingen voor de ATO erkenning
wordt enkel een tarief in rekening gebracht voor wijzigingen van de bestaande handboeken.
Ter voorbereiding op de ATO status dienen de huidige handboeken van de betreffende
opleidingsinstellingen te worden aangepast teneinde te voldoen aan de Europese vereisten.
Ingevolge Annex VI (Part-ARA, ARA.GEN. 310 en 330) en Annex VII (Part-ORA, ORA.ATO.105
(a) (2) en 105 (c)) van de Air Crew verordening dienen handboeken en wijzigingen daarop
goedgekeurd te worden door de bevoegde autoriteit. In Nederland is dat de ILT namens
de minister. Een aantal opleidingsbedrijven heeft een samenwerkingsverband gesloten
dat omwille van de efficiency en daarmee kostenverlaging voor de sector, heeft besloten
tot het opstellen van een uniform handboek. Dit betekent dat de huidige handboeken
van de aangesloten bedrijven worden verzameld waarna het samenwerkingsverband een
uniform handboek opstelt, conform de van toepassing zijnde Europese eisen (Annex VII
(Part-ORA), subpart ATO, van de Air Crew verordening). Het samenwerkingsverband heeft
hierover met de ILT afspraken gemaakt (middels een convenant). Voor het goedkeuren
van het uniform handboek en de wijzigingen daarop is het samenwerkingsverband een
tarief verschuldigd aan de ILT. In tabel 6 in een nieuw zevende lid van artikel 11
wordt dit tarief opgenomen. Daarnaast zijn er opleidingsbedrijven die niet aangesloten
zijn bij het samenwerkingsverband en die dan ook zelf hun aangepaste handboeken moet
laten goedkeuren door de ILT. Omdat de beoordelingstijd niet of nauwelijks verschilt
met die van het uniform handboek, zijn de tarieven even hoog. Omdat bij het samenwerkingsverband
aangesloten bedrijven het uniform handboek nog bedrijfspecifiek moeten maken en die
aanpassingen door de ILT moeten laten goedkeuren, is hiervoor eveneens een tarief
verschuldigd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld