Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 23 juni 2014, nr. IENM/BSK-2014/133165, tot wijziging van de Regeling tarieven luchtvaart 2008 in verband met de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1178/2011 inzake bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 1.7, tweede lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Aan artikel 11 van de Regeling tarieven luchtvaart 2008 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een erkenning als ATO door een bevoegde opleidingsinstelling voor luchtvarenden voor Europese bewijzen van bevoegdheid van PPL of lager, zijn de volgende tarieven verschuldigd:

    Tabel 6

    Omschrijving

     

    Zelfstandige ATO:

    – Goedkeuring gewijzigd handboek per deel of subdeel

    € 424

    Geformaliseerd samenwerkingsverband:

    – Goedkeuring gewijzigd (uniform)handboek opgesteld door het geformaliseerd samenwerkingsverband

    € 424

    ATO participant geformaliseerd samenwerkingsverband

    – Goedkeuring gewijzigd handboek op basis van het reeds goedgekeurd uniform handboek

    € 84,80

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling tarieven luchtvaart 2008 in verband met de toepassing van Verordening (EU) nr. 1178/20111 (verder genoemd: Air Crew verordening) ten aanzien van zogenaamde Approved Training Organisations (ATO’s).

Per 8 april 2015 zullen de huidige geregistreerde opleidingsinstellingen en een enkele opleidingsinstelling die door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de luchtvaart (KNVvL) is goedgekeurd, die opleidingen en trainingen verzorgen voor lichtere Europese brevetten, aan de luchtvaartveiligheidsregels opgenomen in Annex VII (Part-ORA), subpart ATO, van de Air Crew verordening moeten voldoen. Per die datum zullen deze opleidingsinstellingen ATO’s worden. In de aanloop naar de nieuwe status zijn wijzigingen van de huidige handboeken nodig. Ook de handboeken zullen moeten voldoen aan de hiervoor genoemde Europese eisen. Voor de goedkeuring door de minister (Inspectie Leefomgeving en Transport, ILT) van wijzigingen van de aangepaste handboeken worden met onderhavige regeling tarieven vastgesteld. In de artikelgewijze toelichting wordt hier verder op ingegaan.

Voor de sector heeft de omzetting naar ATO voor wat betreft de handboeken beperkte financiële gevolgen: op grond van de Air Crew verordening moeten wijzigingen van (ATO) handboeken goedgekeurd worden. Als nationaal erkende opleidingsinstelling is die goedkeuring niet verplicht gesteld en hoeft enkel een basistarief betaald te worden voor de registratie (ca. € 260). De opleidingsinstellingen hoeven slechts een verklaring af te geven welke opleiding zij verzorgen en hetgeen zij aan training geven. De verplicht Europees voorgeschreven goedkeuring betekent voor de opleidingsinstellingen een beperkte tariefstijging. Een deel van de sector heeft de krachten gebundeld en in een samenwerkingsverband besloten tot het opstellen van een uniform handboek dat voldoet aan de voorwaarden voor ATO handboeken. Over de tarifering ten aanzien van de beoordeling en goedkeuring evenals aanpassingen van het (uniform) handboek heeft de ILT met de sector afspraken gemaakt. Door het samenwerkingsverband, dat een convenant met de ILT heeft afgesloten, worden (uniforme) handboeken gemaakt die door de ILT worden beoordeeld en goedgekeurd. Ook de wijzigingen van het handboek bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe wetgeving wordt eerst via het samenwerkingsverband aan de ILT aangeboden ter beoordeling en goedkeuring. Het goedgekeurd (uniform) handboek wordt daarna, door zij die aan het samenwerkingsverband zijn verbonden, bedrijfspecifiek gemaakt. Omdat het format reeds eerder door ILT is goedgekeurd gaat er minder tijd gemoeid met de beoordeling en goedkeuring van de door de bedrijven ingediende handboeken en is het tarief dan ook lager dan van de beoordeling c.q. goedkeuring van een handboek van een bedrijf dat geen gebruik maakt van het reeds vooraf goedgekeurd (uniform) handboek. De bedrijven betalen voor bedrijfspecifieke aanpassingen van het handboek een tarief van ongeveer € 80 aan de ILT.

Voor niet bij het samenwerkingsverband aangesloten bedrijven liggen de kosten hoger; de beoordeling en goedkeuring door de ILT gebeurd immers niet op basis van een reeds goedgekeurd format, hetgeen meer tijd vergt.

De omzetting naar ATO betekent voor de betrokken opleidingsinstellingen weliswaar een beperkte kostenverhoging, echter daar staat tegenover dat ze als Europese organisatie meer bevoegdheden hebben en de kwaliteit van de organisaties aanmerkelijk verbeterd, hetgeen weer een hoger luchtvaartveiligheidsniveau bewerkstelligt.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Deze regeling bevat geen informatieverplichtingen aan de overheid en leidt dan ook niet tot extra administratieve lasten voor burger en bedrijfsleven. Evenmin brengt deze regeling nalevingskosten met zich.

Inwerkingtreding

In dit geval wordt afgeweken van de vaste verandermomenten aangezien deze regeling tariefaanpassingen betreft in het kader van de uitvoering van een verordening. Dat is ook de reden dat deze regeling niet op www.internetconsultatie.nl ter consultatie is aangeboden. Met de betrokken sector, die organisatorische voorbereidingen treft in de aanloop naar de nieuwe Europese status van ATO, zijn de tariefaanpassingen besproken en afspraken gemaakt. De besprekingen en afspraken hebben ertoe geleid dat bij de ILT reeds aanvragen worden ingediend voor aanpassing van de handboeken. Het aantal aanvragen neemt toe. Er kunnen echter geen tarieven geheven worden omdat deze nog niet zijn vastgesteld. Omdat het uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de Rijksoverheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt, betekent dit dat de ILT op dit moment geen beoordelingen kan doen van de ter goedkeuring voorgelegde handboeken. Dit brengt ook voor de sector weer een stagnatie in de voorbereiding op de Europese ATO-status te weeg, met het risico dat omzetting naar deze nieuwe status niet tijdig zal kunnen plaatsvinden. Gelet hierop is inwerkingtreding van deze regeling op zo kort mogelijke termijn gewenst.

Artikelsgewijs

Artikel I

Een aantal van de huidige geregistreerde opleidingsinstellingen en de door de KNVvL goedgekeurde opleidingsinstelling voor zweefvliegbrevetten moet binnen afzienbare termijn gaan voldoen aan de vereisten voor ATO’s zoals opgenomen in de Air Crew verordening. Het betreft slechts die instellingen die opleidingen verzorgen voor de Europese Private Pilot Licence (PPL) en lichtere brevetten zoals de LAPL-S, de Light Aeroplane Pilot Licence for sailplanes. Bij de aanvraag van deze instellingen voor de ATO erkenning wordt enkel een tarief in rekening gebracht voor wijzigingen van de bestaande handboeken.

Ter voorbereiding op de ATO status dienen de huidige handboeken van de betreffende opleidingsinstellingen te worden aangepast teneinde te voldoen aan de Europese vereisten. Ingevolge Annex VI (Part-ARA, ARA.GEN. 310 en 330) en Annex VII (Part-ORA, ORA.ATO.105 (a) (2) en 105 (c)) van de Air Crew verordening dienen handboeken en wijzigingen daarop goedgekeurd te worden door de bevoegde autoriteit. In Nederland is dat de ILT namens de minister. Een aantal opleidingsbedrijven heeft een samenwerkingsverband gesloten dat omwille van de efficiency en daarmee kostenverlaging voor de sector, heeft besloten tot het opstellen van een uniform handboek. Dit betekent dat de huidige handboeken van de aangesloten bedrijven worden verzameld waarna het samenwerkingsverband een uniform handboek opstelt, conform de van toepassing zijnde Europese eisen (Annex VII (Part-ORA), subpart ATO, van de Air Crew verordening). Het samenwerkingsverband heeft hierover met de ILT afspraken gemaakt (middels een convenant). Voor het goedkeuren van het uniform handboek en de wijzigingen daarop is het samenwerkingsverband een tarief verschuldigd aan de ILT. In tabel 6 in een nieuw zevende lid van artikel 11 wordt dit tarief opgenomen. Daarnaast zijn er opleidingsbedrijven die niet aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband en die dan ook zelf hun aangepaste handboeken moet laten goedkeuren door de ILT. Omdat de beoordelingstijd niet of nauwelijks verschilt met die van het uniform handboek, zijn de tarieven even hoog. Omdat bij het samenwerkingsverband aangesloten bedrijven het uniform handboek nog bedrijfspecifiek moeten maken en die aanpassingen door de ILT moeten laten goedkeuren, is hiervoor eveneens een tarief verschuldigd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad

Naar boven