Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 juni 2014, kenmerk MC-373618-120989, inzake tarifering sportgeneeskunde WMG

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de erkenning van het geneeskundig specialisme sportgeneeskunde (Stcrt. 2014, 11817);

Na op 8 april 2014 schriftelijk mededeling gedaan te hebben aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2013/14, 29 282, nr. 191);

Gelet op de besluitenlijst van 16 april 2014 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport waarbij de schriftelijke mededeling voor kennisgeving is aangenomen;

BESLUIT:

Artikel 1

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

c. zorgautoriteit:

Nederlands zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

d. Besluit Sportgeneeskunde:

Besluit van 11 september 2013 van de Commissie geneeskundige specialismen houdende opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme sportgeneeskunde;

e. sportgeneeskunde:

sportgeneeskunde als bedoeld in het Besluit Sportgeneeskunde;

f. erkenningsbesluit:

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 april 2014, kenmerk 329185-117646-MEVA, houdende de wettelijke erkenning van de specialistentitel sportarts en de instemming met het Besluit Sportgeneeskunde (Stcrt. 2014, 11817);

g. sportarts:

degene die gerechtigd is tot het dragen van de titel sportarts als bedoeld in het erkenningsbesluit;

h. prestatiebeschrijving:

prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de wet;

i. vrij tarief:

tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de wet, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht;

j. medisch specialistische zorg:

zorg als bedoeld in artikel I.1 van de aanwijzing inzake invoering integrale tarifering medisch specialistische zorg en kaakchirurgie.

Artikel 2

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg geleverd door sportartsen.

Artikel 3

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing waar nodig regels en beleidsregels vast.

Artikel 4

  • 1. De zorgautoriteit stelt niet eerder dan met ingang van 1 juli 2014 prestatiebeschrijvingen en tarieven vast die behoren bij de prestaties op het terrein van sportgeneeskunde.

  • 2. De zorgautoriteit gaat bij de vaststelling als bedoeld in het eerste lid zo veel mogelijk uit van bestaande prestatiebeschrijvingen.

  • 3. De zorgautoriteit gaat bij de vaststelling als bedoeld in het eerste lid uit van de tariefsoorten en tarieven die behoren bij de bestaande prestatiebeschrijvingen als bedoeld in het tweede lid.

  • 4. Voor prestaties die behoren bij sportgeneeskunde die bij de vaststelling als bedoeld in het eerste lid niet of nagenoeg niet overeenkomen of vergelijkbaar zijn met bestaande prestatiebeschrijvingen als bedoeld in het tweede lid gelden vrije tarieven.

Artikel 5

Voor zover sportartsen medisch specialistische zorg leveren is de aanwijzing inzake invoering integrale tarifering van medisch specialistische zorg en kaakchirurgie van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing tarifering sportgeneeskunde WMG.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Op verzoek van het College Geneeskundig Specialismen (CGS) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst (KNMG) is ingestemd met het Besluit Sportgeneeskunde en met ingang van 1 juli 2014 sportgeneeskunde erkend als geneeskundig specialisme (Stcrt. 2014, 11817).

De sportgeneeskundigen worden opgenomen in een afzonderlijk register bij de Registratiecommissie geneeskundig specialismen van de KNMG.

Op de in het CGS-besluit aangegeven terreinen wordt een in dat register opgenomen sportgeneeskundige bekwaam geacht de desbetreffende prestaties uit te voeren en deze daarna logischerwijze in rekening te kunnen brengen.

Sportgeneeskundigen verlenen zorg in de zin van Wet marktordening gezondheidszorg (WMG). Ingevolge artikel 59 eerst lid, aanhef en onder a, van de WMG kan de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen de zorgautoriteit, niet eerder overgaan tot het vaststellen van beleidsregels voor een nieuwe categorie van zorgaanbieders – en daarmee tot het vaststellen van toepasselijke prestatiebeschrijvingen en bijbehorende tariefsoorten en tarieven –, dan nadat de minister daartoe aan de zorgautoriteit een aanwijzing heeft gegeven.

Ter uitvoering van deze aanwijzing dient de zorgautoriteit prestatiebeschrijvingen en tarieven vast te stellen die behoren bij de prestaties sportgeneeskunde. Daarbij dient de zorgautoriteit voor wat betreft prestatiebeschrijvingen, tariefsoorten en tariefhoogte voor zover mogelijk uit te gaan van bestaande vergelijkbare prestatiebeschrijvingen, tariefsoorten, tariefhoogten en macrobudgettaire beheersmodellen. Voor zover het prestatiebeschrijvingen betreft voor medisch specialistische zorg rekening te houden met integrale tarifering van medisch specialistische zorg en kaakchirurgie en voor sportgeneeskundigen hetzelfde kader te hanteren als voor medisch specialisten en kaakchirurgen als zij in instellingen voor medisch specialistische zorg werken of als solist werkzaam zijn.

Indien de sportarts prestaties verricht waarvoor de zorgautoriteit nog geen prestatiebeschrijvingen heeft vastgesteld voor andere zorgaanbieders gelden voor die nieuwe prestaties vrije tarieven.

In de WMG legt in beginsel het primaat voor de vaststelling van prestatiebeschrijvingen en tarieven bij zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars. Zij kunnen de zorgautoriteit verzoeken prestatiebeschrijvingen en tarieven vast te stellen. De zorgautoriteit toetst deze aan haar beleidsregels. Dat kan in casu betekenen dat een aanvraag daartoe nog niet is gedaan of is afgerond en dat prestatiebeschrijvingen en tarieven later dan 1 juli 2014, de ingangsdatum van de erkenning van sportgeneeskunde als geneeskundig specialisme, worden vastgesteld. Tot het moment van die vaststelling kunnen voor prestaties van sportartsen geen tarieven in rekening worden gebracht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven