Belasting op leidingwater. Intrekking wijzigingen per 1 juli 2014; heffingsplafond blijft in stand

17 juni 2014

nr. IZV 2014/147M

Directoraat-generaal Fiscale Zaken, Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring waardoor de wettelijke bepalingen van de belasting op leidingwater, zoals deze luiden op 30 juni 2014, voor het gehele jaar 2014 kunnen worden toegepast. De wijziging van de leidingwaterbelasting per 1 juli 2014, opgenomen in het Belastingplan 2014, vindt geen toepassing.

1. Inleiding

In het Belastingplan 2014 is geregeld dat het heffingsplafond in de belasting op leidingwater per 1 juli 2014 wordt afgeschaft, met invoering van een gestaffeld tarief. Het kabinet heeft echter besloten deze wijziging in te trekken. Deze beslissing zal wettelijk worden verankerd bij het Belastingplan 2015. Vooruitlopend daarop wordt in dit beleidsbesluit een goedkeurende regeling getroffen voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2014.

2. Wijziging belasting op leidingwater vindt geen toepassing

Ingevolge het Belastingplan 2014 wordt per 1 juli 2014 in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) de belasting op leidingwater zodanig aangepast, dat het heffingsplafond van 300 m3 vervalt en een degressief tarief met vijf schijven wordt ingevoerd. In dat verband wordt ook de regeling voor particuliere installaties voor centrale watervoorziening aangepast.

In de brief van 4 juni 2014 aan de Eerste en Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris van Financiën het voornemen van het kabinet kenbaar gemaakt om, gezien de resultaten van nader onderzoek naar mogelijke knelpunten, deze wijzigingen niet uit te voeren (Kamerstukken II 2013/2014, 33 752, nr. 95). Dat betekent dat de huidige wettelijke bepalingen van de leidingwaterbelasting ook na 30 juni 2014 van toepassing zouden moeten blijven. Dit zal worden voorgesteld in het Belastingplan 2015, met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014. Het is echter wenselijk dat de leidingwaterbedrijven en de Belastingdienst vanaf 1 juli 2014 meteen rekening kunnen houden met de continuering van de huidige regeling.

Goedkeuring

Vooruitlopend op het Belastingplan 2015 keur ik goed dat hoofdstuk III van de Wbm en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luiden op 30 juni 2014, mede toepassing vinden bij de heffing van de belasting op leidingwater voor leveringen van leidingwater in de periode van 1 juni 2014 tot en met 31 december 2014. Dit betekent dat ook in de tweede helft van 2014 het heffingsplafond van 300 m3 van toepassing blijft met een tarief van € 0,33 per m3, het schijventarief niet wordt ingevoerd en de regeling voor particuliere installaties voor centrale watervoorziening ongewijzigd blijft.

3. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014 en vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 17 juni 2014

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, A. Berg directeur-generaal Fiscale Zaken

Naar boven