De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 1.48, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
en artikel 13, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10d, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel g vervalt het woord ‘of’;
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een komma en het woord
‘of’, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
In artikel 15 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde tot en met
vijfde lid tot het tweede tot en met vierde lid.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.
TOELICHTING
De Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Regeling
Wko) wordt gewijzigd in verband met aanwijzing van een certificaat voor eerste hulp
aan kinderen bij ongevallen en in verband met afschaffing van de uitzondering waardoor
een zelfstandige onthaalouder in Vlaanderen niet kan worden ingeschreven in het register
buitenlandse kinderopvang.
Het toevoegen van het bovengenoemde certificaat heeft geen gevolgen voor de uitvoering.
Het uitvoeringsproces wordt vereenvoudigd doordat zowel zelfstandige als niet-zelfstandige
onthaalouders die gebruik maken van de dienst voor onthaalouders, naar aard en strekking
gastouderopvang tot stand brengen. Er hoeft dus geen aparte toets gedaan te worden
ten aanzien van de status van de onthaalouder.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A (artikel 10d)
Op grond van artikel 13, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
(hierna: Besluit kwaliteit) is het mogelijk om bij ministeriële regeling bewijsstukken
van het met goed gevolg afgesloten onderricht inzake eerste hulp aan te wijzen. Uit
het bezit van zo’n bewijsstuk blijkt dat voldaan wordt aan de deskundigheidseis van
de gastouder inzake het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving die aansluit
op de leefwereld van deze kinderen (zie artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van het
Besluit kwaliteit). Aanwijzing kan alleen plaatsvinden indien is voldaan aan de in
artikel 10d, derde lid, van de Regeling Wko genoemde inhoudelijke criteria en de in
artikel 10d, vierde lid, van de Regeling Wko genoemde processuele criteria. Het certificaat
‘Eerste Hulp bij werken met kinderen’ van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening
voldoet aan deze criteria en is daarom in artikel 10d, eerste lid, van de Regeling
Wko opgenomen als erkend certificaat voor gastouders in de kinderopvang.
Artikel I, onderdeel B (artikel 15)
Met het tweede lid van artikel 15 van de Regeling Wko is de zelfstandige onthaalouder
sinds 1 januari 2014 uitgezonderd als een voorziening als bedoeld in artikel 1.48,
eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
(Stcrt. 2013, 35199). Voor gastouderopvang in België (Vlaanderen) moet gebruik worden gemaakt van een
organisatie die naar aard en strekking gastouderopvang tot stand brengt of begeleidt,
omdat een dergelijke organisatie aanwezig is in Vlaanderen. Nu de zelfstandige onthaalouder
niet valt onder een voorziening als bedoeld in artikel 1.48, eerste en tweede lid,
was het niet mogelijk de zelfstandige onthaalouder in te schrijven in het register
buitenlandse kinderopvang. Hierdoor had de ouder die gebruik maakte van een zelfstandige
onthaalouder geen recht op kinderopvangtoeslag. Onder een organisatie die naar aard
en strekking gastouderopvang tot stand brengt of begeleidt valt in Vlaanderen de dienst
voor onthaalouders. Per 1 april 2014 zijn de regels met betrekking tot kinderopvang
in Vlaanderen gewijzigd. Een zelfstandige onthaalouder kan ook gebruik maken van de
dienst voor onthaalouders en in dat geval wordt dus voldaan aan het vereiste dat gebruik
moet worden gemaakt van een organisatie die naar aard en strekking gastouderopvang
tot stand brengt of begeleidt. De zelfstandige onthaalouder kan daarom worden ingeschreven
in het register buitenlandse kinderopvang, mits de zelfstandige onthaalouder voldoet
aan de eisen voor inschrijving in het register. De zelfstandige onthaalouder moet
dus in het bezit zijn van een geldige erkenning of attest van toezicht, afgegeven
door Kind en Gezin. Daarnaast moet er gebruik worden gemaakt van de dienst voor onthaalouders
of een Nederlands gastouderbureau. Daarom kan de vanaf 1 januari 2014 in het tweede
lid van artikel 15 van de Regeling Wko opgenomen uitzondering weer vervallen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher