Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juni 2014, 2014-0000074073, tot wijziging van de bedragen genoemd in de IOAW en IOAZ met ingang van 1 juli 2014

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, derde, vierde, vijfde, zesde, tiende, elfde en veertiende lid, en 8, vierde en zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 5, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 8, vijfde, achtste en tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 2:8, tweede lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;

Besluit:

ARTIKEL I

De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 667,27’ vervangen door: € 679,75.

2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.219,09’ vervangen door: € 1.223,54.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 948,18’ vervangen door: € 951,64.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 783,58’ vervangen door: € 787,75.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 688,23’ vervangen door: € 691,42.

3. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 1.174,90’ vervangen door: € 1.179,11.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 880,72’ vervangen door: € 883,96.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 652,72’ vervangen door: € 655,06.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 358,54’ vervangen door: € 359,91.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 305,56’ vervangen door: € 306,56.

2. In het vijfde lid wordt ‘€ 200,49’ vervangen door: € 202,57.

ARTIKEL II

De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel 3, wordt ‘€ 23.115,00’ vervangen door: € 23.292,00.

2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 677,27’ vervangen door: € 679,75.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 1.219,09’ vervangen door: € 1.223,54.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 948,18’ vervangen door: € 951,64.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 305,56’ vervangen door: € 306,56.

2. In het negende lid wordt ‘€ 200,49’ vervangen door: € 202,57.

ARTIKEL III

In artikel 2:8, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, wordt ‘€ 2.305,00’ vervangen door: € 2.312,00.

ARTIKEL IV

De bedragen, genoemd in artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAW, worden als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 1.571,38 ‘ wordt vervangen door: € 1.579,90.

2. ‘€ 1.512,79 ‘ wordt vervangen door: € 1.519,07.

3. ‘€ 1.211,62 ‘ wordt vervangen door: € 1.216,81.

4. ‘€ 953,59’ wordt vervangen door: € 959,59.

5. ‘€ 803,63’ wordt vervangen door: € 808,63.

6. ‘€ 1.442,28 ‘ wordt vervangen door: € 1.449,95.

7. ‘€ 980,71’ wordt vervangen door: € 985,75.

8. ‘€ 747,02’ wordt vervangen door: € 751,13.

9. ‘€ 358,54’ wordt vervangen door: € 359,91.

ARTIKEL V

De bedragen, genoemd in artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAZ, worden als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 1.571,38 ‘ wordt vervangen door: € 1.579,90.

2. ‘€ 1.512,79 ‘ wordt vervangen door: € 1.519,07.

3. ‘€ 1.211,62 ‘ wordt vervangen door: € 1.216,81.

ARTIKEL VI

In artikel 5, eerste lid, onder d, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 117.058,00’ telkens vervangen door: € 117.444,00.

ARTIKEL VII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 juni 2014

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ door de minister vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen, zonder de daarin begrepen aanspraak op vakantietoeslag.

Aangezien met ingang van 1 juli 2014 het bruto minimumloon met 0,65% wordt verhoogd, dienen de in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Hierop aansluitend dienen de in de IOAW en IOAZ bedoelde grondslagen eveneens met ingang van 1 juli 2014 te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe. Ook enkele bedragen genoemd in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven