Verordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen

Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants maakt, gelet op artikel 23, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep, onderstaande verordening bekend, welke door de ledenvergadering op 16 december 2013 is vastgesteld.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

ARTIKEL I

De Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

aan assurance verwante opdracht:

de aan assurance verwante opdracht, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

accountant:

een accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep;

bestuur:

het bestuur van de beroepsorganisatie;

openbaar accountant:

de openbaar accountant, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

intern accountant:

de intern accountant, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

overheidsaccountant:

de overheidsaccountant, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen met uitzondering van de overheidsaccountant die werkzaam is bij de belastingdienst en belast is met de controle van door belastingplichtigen ingeleverde aangiften en de overheidsaccountant die aan deze controle direct leiding geeft;

accountantsafdeling:

de accountantsafdeling, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

accountantspraktijk:

de accountantspraktijk, bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

assurance-opdracht:

de assurance-opdracht, bedoeld in artikel 1 van Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten;

AFM:

de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

beroepsorganisatie:

de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;

incidentenonderzoek:

een onderzoek naar vermeende tekortkomingen in de beroepsuitoefening met uitzondering van de uitvoering van een wettelijke controle;

koepelorganisatie:

een organisatie waarvan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling lid is of waarbij de accountantspraktijk of de accountantsafdeling is aangesloten en welke organisatie bevoegd is aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling bindende regels voor de kwaliteitsbeheersing op te leggen, te toetsen en de naleving daarvan af te dwingen;

Raad:

de individuele personen die op grond van de Verordening op de Raad voor Toezicht zijn benoemd als lid van de Raad voor Toezicht;

thematisch onderzoek:

een onderzoek naar een bepaald aspect van de uitvoering van assurance- of aan assurance verwante opdrachten;

toetsing:

de beoordeling van de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling;

hertoetsing:

de toetsing waarbij mede wordt beoordeeld of de accountantspraktijk of de accountantsafdeling in voldoende mate opvolging heeft gegeven aan het goedgekeurde verbeterplan om de kwaliteit van de beroepsuitoefening in overeenstemming te brengen met het bij en krachtens de Wet op het accountantsberoep bepaalde;

stelsel van kwaliteitsbeheersing:

het totaal van ter zake van assurance- en aan assurance verwante opdrachten door de accountantspraktijk of de accountantsafdeling getroffen maatregelen en ingestelde procedures ter zake van:

  • 1°. de interne beheersing van de accountantspraktijk of de accountantsafdeling met betrekking tot kwaliteit;

  • 2°. het interne onderzoek naar de naleving van de in de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants opgenomen fundamentele beginselen door de bij de accountantspraktijk of de accountantsafdeling werkzame of daaraan verbonden accountants en andere personen; en

  • 3°. het interne onderzoek ten aanzien van assurance- en aan assurance verwante opdrachten naar de kwaliteit van de door de bij de accountantspraktijk of de accountantsafdeling werkzame of daaraan verbonden accountants en andere personen uitgevoerde werkzaamheden;

systeem van kwaliteitsborging:

de door een organisatie getroffen maatregelen en ingestelde procedures ten aanzien van het onderzoek naar de opzet en de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de bij de organisatie aangesloten accountants, accountantspraktijken of accountantsafdelingen;

verbeterplan:

een op de in artikel 13, vierde en vijfde lid, bedoelde aanwijzingen en aanbevelingen gebaseerd document, waarin op planmatige en gestructureerde wijze wordt aangegeven welke maatregelen worden getroffen ter correctie van de geconstateerde tekortkomingen van de opzet en werking van het in artikel 3 bedoelde stelsel van kwaliteitsbeheersing;

wettelijke controle:

de wettelijke controle, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.

B

Artikel 13, negende lid vervalt.

C

In artikel 15, eerste lid, worden de zinsneden ‘negende lid’ vervangen door: achtste lid.

D

In artikel 17, onderdeel a wordt de zinsnede ‘Verordening gedragscode’ vervangen door: Verordening gedrags- en beroepsregels accountants.

E

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een tijdelijke vrijstelling van een toetsing of een hertoetsing kan worden verleend in het geval:

    • a. het aantal door de accountantspraktijk of de accountantsafdeling afgeronde assurance-opdrachten of aan assurance verwante opdrachten als gevolg van de opbouwfase waarin de accountantspraktijk of de accountantsafdeling zich bevindt, zodanig beperkt is dat een toetsing een onvoldoende representatief beeld oplevert van de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk of de accountantsafdeling;

    • b. tijdelijk niet kan worden voldaan aan de normen, bedoeld in artikel 3 doordat de accountantspraktijk of de accountantsafdeling binnen afzienbare termijn ophoudt te bestaan;

    • c. tijdelijk niet kan worden voldaan aan de normen, bedoeld in artikel 3 doordat een accountantspraktijk of accountantsafdeling als partij minder dan een jaar geleden betrokken is geweest, dan wel betrokken is bij een fusie met of een overname van of door een accountantspraktijk of accountantsafdeling van vergelijkbare omvang; of

    • d. tijdelijk niet kan worden voldaan aan de normen, bedoeld in artikel 3 doordat de samenwerking tussen een aanzienlijk deel van de bij een accountantspraktijk of accountantsafdeling werkzame accountants of de aan een accountantspraktijk of accountantsafdeling verbonden accountants minder dan een jaar geleden is verbroken.

2. Het tiende lid komt te luiden:

  • 10. Het achtste lid vindt geen toepassing in het geval de in dat lid bedoelde aanvraag is ingediend nadat een accountantspraktijk of een accountantsafdeling is aangewezen voor een hertoetsing.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 2014, met uitzondering van artikel I, onderdelen A en D, die in werking treden op het moment waarop de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants en de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten in werking treden.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants.

Goedgekeurd bij besluit van de minister van Financiën d.d. 20 december 2013, nr. FM/2013/2268 M.

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

Op 1 januari 2014 zal naar verwachting de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) in werking treden. Deze verordening vervangt de nu geldende Verordening gedragscode (VGC). De VGBA onderscheidt zich onder andere van de VGC doordat daarin slechts een beperkt aantal begrippen is gedefinieerd. Veel van de in de VGC opgenomen begrippen blijven echter nog van belang voor de toepassing van de andere regelgeving van de NBA, waaronder de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen.

Met het voorstel tot wijziging van de Verordening op de ledengroepen, wordt voorgesteld om de definities die thans zijn opgenomen in de VGC en die benodigd blijven voor de toepassing van de andere regelgeving van de NBA, over te hevelen naar de Verordening op de ledengroepen. Met de wijziging van artikel 1 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen, worden de verwijzingen in de definitiebepaling aangepast aan die verplaatsing en de invoering van de VGBA en de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten.

Artikel I, onderdeel B

Bij de totstandkoming van een eindoordeel wordt een getoetste accountantspraktijk of een getoetste accountantsafdeling in de gelegenheid gesteld om te reageren op de bevindingen van de toetser of van het toetsingsteam zoals die zijn neergelegd in het concept van het toetsingsverslag. Nadat een accountantspraktijk of een accountantsafdeling heeft gereageerd op het concept van het toetsingsverslag en de toetsers hebben gereageerd op de reactie van de accountantspraktijk of de accountantsafdeling, bestaat nu ook nog de mogelijkheid om te reageren op het definitieve toetsingsverslag. Deze laatste reactiemogelijkheid wordt minder zinvol geacht en daarom luidt het voorstel om deze tweede reactiemogelijkheid – welke nu is opgenomen in het negende lid van artikel 13 – te laten vervallen.

Artikel I, onderdeel C

Dit betreft de aanpassing van een verwijzing in verband met het vervallen van artikel 13, negende lid.

Artikel I, onderdeel D

Dit artikel bevat de aanpassing van een verwijzing in verband met de invoering van de VGBA.

Artikel I, onderdeel E

Een toetsing van een accountantspraktijk houdt een onderzoek in waarbij wordt nagegaan of het stelsel van kwaliteitsbeheersing van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling in opzet en werking voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De werking van een stelsel van kwaliteitsbeheersing wordt beoordeeld door afgeronde dossiers te beoordelen met inachtneming van de geldende gedrags- en beroepsregels. In de opbouwfase van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling kan het zo zijn dat er nog geen of weinig afgeronde dossiers zijn. In zo’n situatie zou een toetsing een onvoldoende representatief beeld opleveren van de werking van stelsel van kwaliteitsbeheersing van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling. Om die reden wordt voorgesteld om (met het nieuwe onderdeel a van lid 2) in dergelijke gevallen de mogelijkheid van een tijdelijke vrijstelling te bieden. Een tijdelijke vrijstelling kan slechts worden verleend voor een jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal een jaar.

Het gaat er bij deze tijdelijke vrijstelling om, dat het aantal afgeronde opdrachten in de opbouwfase van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling te beperkt is om een representatief beeld te krijgen van een stelsel van kwaliteitsbeheersing. Afgezien van de vrijstelling waarop een beroep kan worden gedaan als een accountantspraktijk of een accountantsafdeling zich in een ‘afbouwfase’ bevindt, kan deze vrijstellingsmogelijkheid dus geen grond vormen voor de verlening van een tijdelijke vrijstelling als sprake is van een kleine accountantspraktijk of een kleine accountantsafdeling met een beperkt aantal opdrachten.

Met het voorgestelde tiende lid wordt tot uitdrukking gebracht dat een vrijstelling voor een hertoetsing niet wordt verleend als de desbetreffende accountantspraktijk ná de aanwijzing voor een hertoetsing een aanvraag doet voor het lidmaatschap van een koepelorganisatie (zoals bijvoorbeeld de SRA).

Artikel II

Dit artikel bepaalt het moment waarop de wijzigingen in werking treden.

Naar boven