Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen

Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants maakt, gelet op artikel 23, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep, onderstaande verordening bekend, welke door de ledenvergadering op 16 december 2013 is vastgesteld.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, aanhef en onderdeel j, 47, 48 en 49 van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

ARTIKEL I

De Verordening op de praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na de definitie van bestuur ingevoegd de definitie van fraude, luidende:

  • fraude: het opzettelijk handelen of nalaten van een trainee, waardoor het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt.

B

Artikel 9, onderdeel a komt te luiden:

  • a. beschikt over een getuigschrift van een opleiding, die voldoet aan de eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, aanhef en onderdeel a van de wet;

C

Artikel 10, onderdeel a komt te luiden:

  • a. toelaatbaar is tot een postinitiële opleiding tot accountant, die voldoet aan de eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, aanhef en onderdeel a van de wet; of

D

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 10a

  • 1. Het bestuur kan tot de praktijkopleiding toelaten, degene die niet beschikt over een getuigschrift, bedoeld in de artikel 9, aanhef en onderdeel a, of artikel 10, aanhef en onderdeel a, maar wel over een getuigschrift op grond waarvan voor 1 oktober 2006 toegang tot de praktijkopleiding kon worden verkregen.

  • 2. Het bestuur kan aan toepassing van het eerste lid de volgende voorwaarden verbinden:

    • a. het met goed gevolg afronden van één of meer aanvullende cursussen of vakken; of

    • b. het met goed gevolg afleggen van één of meer aanvullende toetsen.

E

In artikel 23, eerste lid wordt na de zinsnede “de in lid 2 van dit artikel genoemde vakgebieden,” ingevoegd: op verzoek.

F

Na artikel 24 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24a

  • 1. Indien een trainee fraudeert, kan het bestuur:

    • de onderdelen van de praktijkopleiding waarop de fraude betrekking heeft, ongeldig verklaren;

    • de trainee tijdelijk uitsluiten van de toelating tot het examen, doch ten hoogste voor een periode van twaalf maanden;

    • de trainee opdragen een aanvullend verslag van werkzaamheden op te stellen.

  • 2. Bij ernstige fraude kan het bestuur de trainee uitsluiten van toelating tot het examen.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 2014.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants

Goedgekeurd bij besluit van de minister van Financiën d.d. 20 december 2013, nr. FM/2013/2268 M.

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

In de verordening wordt een definitie van (examen)fraude opgenomen. Deze definitie is nodig voor de toepassing van het nieuwe artikel 24a (artikel I, onderdeel F).

Artikel I, onderdeel B en C

Met deze bepalingen wordt tot uitdrukking gebracht dat een getuigschrift overgelegd dient te worden van een opleiding die voldoet aan de eindtermen zoals die door de Commissie eindtermen accountantsopleiding (CEA) worden vastgesteld. Uit het systeem van de Wet op het accountantsberoep (Wab) vloeit immers niet noodzakelijk voort dat uitsluitend door de CEA aangewezen opleidingen voldoen aan de eindtermen.

Artikel I, onderdeel D

Op grond van de huidige wet- en regelgeving kan een aspirant-trainee tot de praktijkopleiding worden toegelaten op basis van een getuigschrift van een opleiding die voldoet aan de eindtermen. De regelgeving bepaalt vooralsnog echter niets over de geldigheidsduur van getuigschriften. Met enige regelmaat melden zich aspirant-trainees aan voor de praktijkopleiding op grond van vóór 1 oktober 2006 afgeronde opleidingen, dus vóór het bestaan van de CEA. De NBA bepaalt dan zelf of de opleiding voldoet aan de eindtermen. In sommige gevallen is het evident dat dit niet (volledig) het geval is. Het nieuwe artikel 24a dient ertoe een grondslag te bieden voor toelating tot de praktijkopleiding op basis van vóór 1 oktober 2006 afgegeven getuigschriften en de mogelijkheid op te nemen aan de toelating voorwaarden te verbinden.

Artikel I, onderdeel E

In het derde lid van artikel 23 wordt nu verwezen naar een verzoek dat genoemd zou zijn in het eerste lid van dat artikel. In het eerste lid wordt de zinsnede “verzoek” nu echter niet gebruikt. Met deze wijziging wordt dat hersteld.

Artikel I, onderdeel F

Met dit artikel wordt het mogelijk op te treden in gevallen waarin een trainee fraudeert met betrekking tot opgeleverde opleidingsdocumenten of het examen. In ernstige gevallen van fraude kan een trainee volledig worden uitgesloten van toelating tot het examen (lid 2).

Artikel II

Dit artikel bepaalt het moment waarop de wijzigingen in werking treden.

Naar boven