Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2014, nr. WJZ/633567 (10491), tot wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten in verband met een wijziging van het subsidieplafond

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling instandhouding monumenten wordt ‘€ 42,7 miljoen euro’ vervangen door: € 44,7 miljoen euro.

ARTIKEL II

De in deze regeling vastgestelde verhoging van het in artikel I bedoelde plafond is van toepassing op aanvragen op grond van artikel 6 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten die zijn gedaan vanaf 1 februari 2014.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Met ingang van 2017 komt jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar door het aflopen van de Subsidieregeling restauratie monumenten stadsherstellichamen 2013-2016 (hierna: de stadsherstelregeling). In de toelichting bij de stadsherstelregeling werd reeds aangekondigd dat dit structurele budget zal worden toegevoegd aan het subsidiebudget van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (hierna: de Sim) of aan de middelen voor de restauratiefondsplushypotheken van het Nationaal Restauratiefonds.

Aangezien de meeste druk staat op het subsidiebudget van de Sim worden de middelen aangewend om dat budget te verhogen. Dit is in 2014 al mogelijk vanwege de voorfinancieringssystematiek van de Sim. Het budget zal worden aangewend voor structurele verhoging van het subsidieplafond voor overige beschermde monumenten naar € 44,7 miljoen per jaar. Dit betreft het budget voor de categorie overige beschermde monumenten. Het gaat hierbij om de gebouwde monumenten, waaraan ook het subsidiebudget voor de stadsherstelregeling ten goede kwam. De plafondverhoging is van toepassing met ingang van de subsidieronde 2014 (subsidieaanvragen voor de planperiode 2015–2020).

De wijzigingsregeling treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant in werking. Hierbij wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimale invoeringstermijn van twee maanden. De reden is dat niet kan worden gewacht tot het vaste verandermoment omdat de besluitvorming in de subsidieronde 2014 voor 1 september moet plaatsvinden. Deze afwijking is ten gunste van de subsidieontvangers, omdat er met het hogere budget meer aanvragen kunnen worden gehonoreerd. De afwijking is gebaseerd op de eerste uitzonderingsgrond, genoemd in de brief van 11 december 2009 van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven