Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 25 mei 2014, nr. 14086473, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels 2014)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel ProSeed, 10918N, ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 mei 2014 en vervalt met ingang van 28 augustus 2014.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op onze website: mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT PROSEED 10918N

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen door middel van een zaadbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing (ml per kg zaad)

Spinazie (productieteelt onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

8

Spinaziezaadteelt (onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

8

Bonenzaadteelt (onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

3

Bonen, droog te oogsten (onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

3

Bonen, met peul (onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

3

Bonen zonder peul (onbedekt)

Kiem- en bodemschimmels

3

Toepassingsvoorwaarden

Algemeen

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

Tijdens het behandelen van het zaad

  • Uitsluitend toepassen met daartoe geschikte professionele apparatuur.

  • Voeg de benodigde hoeveelheid product toe aan de benodigde hoeveelheid water; de benodigde hoeveelheid water is afhankelijk van de toedieningstechniek

  • Een goede en regelmatige verdeling van het middel over het zaad is noodzakelijk voor een goede werking.

  • Om nadelige gezondheidseffecten bij de toepasser (zaadbehandelaar) uit te sluiten mogen voor de onbedekte (zaad)teelt van bonen en de onbedekte (zaad)teelt van spinazie alleen Proseed verpakkingen van 200 en 1000 liter worden toegepast.

  • Bij het aansluiten van de vaten op de dosering units moeten handschoenen worden gedragen.

Tijdens het zaaien:

Onderstaande voorschriften moeten op de verpakkingen van de behandelde zaden worden vermeld:

  • Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet het product volledig in de bodem worden ondergewerkt; dit geldt ook voor het voorend.

  • Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet u gemorst product direct verwijderen.

  • In de (zaad)teelt van spinazie mag de maximale hoeveelheid uit te zaaien behandeld zaad niet meer zijn dan 500 kg per dag per werker.

  • Tijdens het laden van de zaaimachine zijn het dragen van beschermende kleding en handschoenen verplicht.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt in 2014 tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel ProSeed (toelatingsnummer 10918N) ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels.

Gevaar voor de teelt

Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde onbedekte (zaad)teelt van spinazie en van onbedekte (zaad)teelt van bonen wordt bedreigd indien er geen effectief middel beschikbaar is ter bescherming tegen kiem- en bodemschimmels.

Een aantasting door kiem- en bodemschimmels veroorzaakt uitval: planten komen niet op of vallen uit. Aantasting leidt ook tot een ongelijke opkomst met als gevolg ongelijke groei en ongelijke afrijping. Dit leidt tot een lagere kwaliteit eindproduct (met name bij de productieteelt). Bij een ernstige aantasting moet worden overgezaaid. Dit brengt extra kosten met zich (zaaizaad, extra arbeid en kortere teelt bij bonen). Voor de zaadteelt van spinazie is herzaai niet mogelijk, omdat deze teelt sterk seizoensgebonden is.

De verwachte schade door het niet beschikbaar hebben van een zaadbehandeling met Proseed (op basis van thiram), kan onder minder gunstige weersomstandigheden aan het begin de van teelt (lage temperatuur en vochtige omstandigheden) oplopen tot 100 procent uitval. Het risico van overzaaien (bij spinazie niet mogelijk) en opbrengstderving zal dusdanig worden dat dit voor telers een reden zal zijn om te stoppen met de (zaad)teelt van spinazie en bonen, omdat het financiële risico te groot wordt.

Alternatieven

Het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen is voor teeltseizoen 2014 niet toereikend voor een effectieve bestrijding van kiem- en bodemschimmels in de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en bonen.

Door het gebruik van schoon uitgangsmateriaal (bijvoorbeeld door middel van een warmwaterbehandeling) kunnen zaadgebonden ziekten worden bestreden. Deze maatregel is niet effectief tegen ziekten veroorzaakt door bodemschimmels. Daarnaast kan een warmwaterbehandeling leiden tot vermindering van de kiemkracht en vindt met name bestrijding plaats van schimmels die zich aan de oppervlakte van het zaad bevinden. Het kiezen van een perceel waarvan bekend is dat de ziektedruk die veroorzaakt wordt door bodemschimmels laag is, kan enigszins effectief zijn, maar is niet effectief tegen de zaadgebonden ziekten.

Middelen toegelaten voor de behandeling van zaaizaden van spinazie en bonen ter bescherming tegen kiem- en bodemschimmels zijn onvoldoende effectief tegen een aantal specifieke bodem- en kiemschimmels.

Artikel 49 van verordening EG 1107/2009 betreft het op de markt brengen van behandeld zaaizaad. Het is toegestaan om behandeld zaaizaad vrij te verhandelen en te gebruiken mits het betreffende middel voor dit gebruik is toegelaten in ten minste één lidstaat. Om diverse redenen is het niet aannemelijk dat telers, zonder vrijstelling van ProSeed, voor het teeltseizoen 2014 kunnen beschikken over zaaizaad van spinazie en bonen dat behandeld is met thiram.

Bijzondere omstandigheden

Er is perspectief voor een toelating van een (alternatief) middel in de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en bonen. Een kortstondig noodverband is gerechtvaardigd.

Tot 31 juli 2013 was een middel op basis van thiram toegelaten als zaadbehandelingsmiddel voor de bestrijding van kiem- en bodemschimmels in de teelt van spinazie en bonen. Bij de herbeoordeling in 2013 is deze toelating in de onbedekte teelt komen te vervallen. In de bedekte teelt van spinazie is de toelating nog wel beschikbaar. Er is een opgebruiktermijn vastgesteld, waardoor de sector nog tot 1 januari 2014 kon beschikken over ProSeed. Er liggen aanvragen voor alternatieve zaadbehandelingsmiddelen voor respectievelijk het gebruik in de (zaad)teelt van spinazie en de (zaad)teelt van bonen ter beoordeling bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Deze middelen zijn echter nog niet beschikbaar voor het aankomende teeltseizoen.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het Ctgb adviseert de vrijstelling van Proseed in de onbedekte (zaad)teelt van bonen en onbedekte (zaad)teelt van spinazie niet te verlenen. Ondanks de onderstaande risicoreducerende maatregelen is er een risico voor vogels en zoogdieren verbonden aan het verlenen van de beoogde vrijstelling.

  • Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet het product volledig in de bodem worden ondergewerkt; zorg er ook voor dat het product ook aan het voorend is ondergewerkt.

  • Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet u gemorst product verwijderen

Wat betreft humane toxiciteit concludeert het Ctgb dat met het nemen van onderstaande risicoreducerende maatregelen de vrijstelling voldoet aan de eisen.

  • Om nadelige gezondheidseffecten bij de toepasser (zaadbehandelaar) uit te sluiten mogen voor de onbedekte (zaad)teelt van bonen en de onbedekte (zaad)teelt van spinazie alleen verpakkingen van Proseed van 200 en 1000 liter worden toegepast.

  • Om nadelige gezondsheidseffecten bij de werker uit te sluiten mag in de onbedekte (zaad) teelt van spinazie de maximale hoeveelheid uit te zaaien zaad niet meer zijn dan 500 kg per dag per werker.

Overwegingen

Ik heb vastgesteld dat kiem- en bodemschimmels een teeltbedreigend probleem zijn voor de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen. Dat gevaar is op geen enkele andere redelijke wijze te beheersen, dan door toepassing van het gewasbeschermingsmiddel waarvoor een vrijstelling is aangevraagd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

Om die redenen heb ik, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel ProSeed, ter bescherming van de onbedekte (zaad)teelt van spinazie en de onbedekte (zaad)teelt van bonen tegen kiem- en bodemschimmels.

De door het Ctgb geadviseerde restricties zijn opgenomen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift in de bijlage bij dit besluit.

Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 mei 2014 en vervalt met ingang van 28 augustus 2014. Mede door complicaties bij het vaststellen van risicomitigerende maatregelen is de besluitvorming vertraagd en wordt de vrijstelling met terugwerkende kracht tot 1 mei 2014 verleend.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Naar boven