Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 mei 2014, nr. 14086378 betreffende aanvragen tot ontheffing van de gebruiksnormen voor meststoffen

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 38, tweede lid, van de Meststoffenwet in samenhang met artikel 3:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Maakt bekend:

De leiding van het project Koeien & Kansen heeft ten behoeve van het onderzoek verzoeken ingediend tot ontheffing van de bij de Meststoffenwet vastgestelde gebruiksnormen voor meststoffen.

Het project Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen University and Research Centre en adviesdiensten. Voor het onderzoek gericht op bedrijfsspecifieke stikstofbemesting in het lössgebied wordt samengewerkt met de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB).

Voor onderzoek van Koeien en Kansen zijn de volgende ontheffingen aangevraagd:

  • 1. Een ontheffingsaanvraag van de gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke meststoffen tot 250 kg per hectare voor proefbedrijf de Marke. Op dit proefbedrijf wordt gezocht naar de grenzen wat betreft het technisch mogelijke van het sluiten van kringlopen. Proefbedrijf de Marke heeft daarom in het verleden een ontheffing gekregen van de reguliere gebruiksnorm van 170 kg stikstof per hectare uit dierlijke mest tot 250 kilogram stikstof per hectare uit dierlijke mest.

  • 2. Een ontheffingsaanvraag van de gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke meststoffen tot 250 kg per hectare voor 7 Koeien en Kansen bedrijven, allen gelegen op zand- of lössgronden in zuid-, oost- en midden-Nederland. Door deze bedrijven wordt in het kader van het verkennen van “equivalente maatregelen” zoals beschreven in het 5e actieprogramma Nitraatrichtlijn onderzoek gedaan. Deze proeven betreffen onder andere het verbeteren van het vanggewas door onderzaai van het vanggewas in maïs, rijenbemesting van drijfmest in maïs en perceelsgericht bemesten. Het is de bedoeling om met deze maatregelen de gewasopbrengst te verhogen en zo een hogere onttrekking van nutriënten te realiseren. Om deze proeven goed te kunnen uitvoeren en conclusies te kunnen trekken over de maatregelen is het nodig dat deze bedrijven 250 kg stikstof per hectare uit dierlijke meststoffen mogen aanwenden. Dit is wat deze bedrijven in het verleden ook deden. Dit was toegestaan op basis van de derogatiebeschikking 2010-2013. Indien deze bedrijven nu, op grond van de aangescherpte derogatiebeschikking 2014-2017, minder dan 250 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare mogen aanwenden is het voor de onderzoekers niet te meten waar eventueel gesignaleerde verbeteringen door worden veroorzaakt. Er is dan immers een trendbreuk veroorzaakt ten opzichte van de referentiereeks aan metingen op deze bedrijven.

  • 3. Een ontheffingsaanvraag van de fosfaatgebruiksnorm voor 16 Koeien en Kansen bedrijven en proefbedrijf de Marke. De Koeien en Kansenbedrijven werken al een aantal jaren volgens het principe van evenwichtsbemesting voor fosfaat met behulp van de KringloopWijzer. Het werk van deze bedrijven is de input geweest van de grote pilot voor fosfaatevenwichtsbemesting die in het 5e actieprogramma Nitraatrichtlijn is aangekondigd. In voorgaande jaren is aan alle Koeien en Kansen bedrijven ontheffing voor verleend van de fosfaatgebruiksnormen.

  • 4. Een ontheffingsaanvraag van de stikstoftotaalgebruiksnorm voor één ondernemer op lössgrond ten behoeve van onderzoek naar bedrijfsspecifieke stikstofbemesting. Momenteel loopt er onder supervisie van de projectleiding van Koeien en Kansen een onderzoek naar bedrijfsspecifieke stikstofbemesting bij 6 bedrijven, waaronder drie Koeien en Kansen bedrijven. Bij dit onderzoek mogen bedrijven die een grotere stikstofonttrekking hebben met het gewas dan er met de mest wordt opgebracht extra stikstof uit kunstmest gebruiken. Dit onderzoek is opgenomen in het 5e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Tot nu toe bevindt geen van deze bedrijven zich op lössgrond.

De genoemde onderzoeken onder 1 tot en met 4 hebben tot doel in kaart te brengen of maatregelen praktisch mogelijk, milieukundig verantwoord en nuttig zijn. Deze ontheffingen maken het mogelijk om praktische ervaring op te doen met deze maatregelen en de voor- en nadelen ervan op een wetenschappelijke manier in kaart te brengen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken is voornemens de gevraagde ontheffingen, onder voorwaarden, tot 1 januari 2018 te verlenen aan de in totaal 17 bedrijven die aan het onderzoek deelnemen.

Gedurende zes weken na dagtekening van deze Staatscourant kunnen het ontwerp van de ontheffingen en de daarop betrekking hebbende stukken worden opgevraagd bij het secretariaat van Programma Mest via telefoonnummer (070) 3798952, of op werkdagen tussen 09.00 uur en 12.00 uur en tussen 14.00 uur en 17.00 uur worden ingezien op het secretariaat van het Programma Mest van het ministerie van Economische Zaken, Prins Clauslaan 8 te Den Haag.

Gedurende dezelfde termijn kan eenieder zijn zienswijze met betrekking tot de ontwerpontheffing mondeling of schriftelijk kenbaar maken aan:

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag, onder vermelding van ‘Ontheffingen Meststoffenwet Koeien en Kansen’.

Voor nadere inlichtingen over de procedure, voor het maken van een afspraak als u een zienswijze mondeling kenbaar wilt maken of wanneer u het ontwerp van de ontheffingen in wilt komen zien, neemt u contact op met het secretariaat van het programma mest via telefoonnummer (070) 3798952.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven