Regeling van de Minister van Financiën van 2 mei 2014 inhoudende wijziging van een aantal comptabele regelingen en besluiten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 38, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en op artikel 8 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996;

Na overleg met de Algemene Rekenkamer (Brief van 1 mei 2014, kenmerk 14001091R);

Besluit:

ARTIKEL I

Het Instellingsbesluit IODAD 1995 wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De Regeling onderlinge betalingen 2003 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1 komt onderdelen b en c te luiden:

b. de Rijkshoofdboekhouding:

de afdeling Rijkshoofdboekhouding van de Directie Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën;

c. een Rijksbetaalstuk:

een door de Rijkshoofdboekhouding vastgesteld formulier waarmee betalingen tussen diensten plaatsvinden door middel van boekingen in de rekeningen-courant die de diensten aanhouden bij de Rijkshoofdboekhouding;

ARTIKEL III

Het Instellingsbesluit IOFEZ 2004 wordt als volgt gewijzigd.

1. In artikel 1, tweede lid, onder d, wordt ‘de directeur Audit en Toezichtbeleid’ vervangen door: het hoofd van de Auditdienst van het Rijk.

ARTIKEL IV

De Regeling departementale begrotingsadministratie 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. Minister:

de minister die het aangaat;.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. College:

het college dat het aangaat, waarvan de begroting is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onder e, f of g, van de Comptabiliteitswet 2001.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

NOTA VAN TOELICHTING

Artikelen I tot en met IV

De wijzigingen betreffen technische of redactionele aanpassingen of vloeien voort uit de instelling van de Auditdienst Rijk.

Naar boven