Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 14 mei 2014, nr. MinBuZa-2014.218456, tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven onder meer in verband met het vervallen van het terugkeervisum

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 1, tweede en derde lid, van het Rijksbesluit op de consulaire tarieven;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling op de consulaire tarieven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel s, onder 5°, vervalt.

B

In artikel 1, onderdeel s, onder 6°, wordt bij het vijftiende gedachtestreepje ‘Australië, Canada en Nieuw-Zeeland’ vervangen door: Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea.

C

Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘onder 1° tot en met onder 5°’ vervangen door: onder 1° tot en met onder 4°.

2. Het vierde lid vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt onder andere tot het vervallen van de legesbepalingen waarin de leges zijn opgenomen voor een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring die recht geeft op terugkeer naar Nederland (terugkeervisum). Deze (leges)bepalingen worden geregeld, per 1 juni 2014, in het Voorschrift Vreemdelingen 2000. Derhalve vervallen artikel 1, onderdeel s, onder 5°, en artikel 3a, vierde lid, van de Regeling op de consulaire tarieven. Laatstgenoemde bepaling regelt de leges voor het terugkeervisum ten behoeve van belanghebbenden in de zin van de Wet positie van Molukkers en ten behoeve van Turkse onderdanen.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige wijzigingen zijn aan te merken als tariefsaanpassingen, zijnde reparatieregelgeving, en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven